Begrippen T/m Blz 17 Flashcards

1
Q

Realistisch

A

Betekent in de kunst “net echt”, precies als in de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De Gouden Eeuw

A

De 17e eeuw wordt in de Nederlanden de Gouden Eeuw genoemd. Door de internationale handel, over zee, was ons land erg welvarend. De kunst kwam tot grote bloei; het is de tijd van Rembrandt.
Amsterdam groeide uit tot het “centrum van de wereld”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het kubisme

A

Een stroming waarbij de nadruk ligt op vormverandering. Kubisten willen de zichtbare werkelijkheid vertalen in grondvormen. Dat levert geabstraheerd werk op.
Een bekende kubist is Pablo Picasso.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het futurisme

A

Een kunststroming die tegen de WO I opkomt in Italië. Futuristen willen afrekenen met het verleden en een gevoel van dynamiek en vooruitgang in hun werk oproepen. In schilderijen en beelden wordt vaak beweging gesuggereerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het expressionisme

A

Een kunststroming uit het begin van de 20ste eeuw. Een expressionist probeert in zijn werk op een spontane manier zijn gevoelens tot uitdrukking te brengen. Deze stroming levert geabstraheerd werk op omdat er meestal felle kleuren en vervormingen worden toegepast. Hierdoor wordt de expressie versterkt. Het expressionisme ontstaat in Duitsland en Frankrijk, maar komt uiteindelijk in veel landen voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vormentaal

A

De vormentaal bepaalt “hoe iets eruit ziet” en het gevoel wat daardoor wordt opgeroepen. Door de vormentaal kan iets er heel hard en hoekig uitzien, maar bijvoorbeeld ook heel sierlijk en speels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Abstract

A

Een vorm waarin je helemaal niets uit de werkelijkheid kunt herkennen heet abstract.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geabstraheerd

A

Kunstwerken die niet realistisch zijn maar ook nog niet helemaal abstract zijn, noem je geabstraheerd. Die zitten als het ware in een overgangsfase tussen realistisch en abstract in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Structuur

A

Structuur laat zien hoe een groter geheel is opgebouwd uit onderdelen.
Bijvoorbeeld een bakstenen muur, een tegelwand, een planken vloer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Patroon

A

Als een aantal vormen steeds op een zelfde manier wordt herhaald noem je dat een patroon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ecoline

A

Ecoline is een inktsoort. De inkt bestaat uit pigment (fijne korrels met een bepaalde kleur) dat is opgelost in water. Het bindmiddel (arabische gom) zorgt ervoor dat de ecoline zich hecht aan de ondergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beeldaspecten

A

Dit zijn als het ware de bouwstenen waarmee een beeldend kunstwerk is gemaakt.
Bijvoorbeeld vorm, kleur, ruimte, licht, compositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vormsoorten

A

De verschillende vormsoorten zijn: realistisch, abstract, geïdealiseerd, gestileerd, gedeformeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geïdealiseerd

A

Geïdealiseerd wil zeggen: mooier/ perfecter gemaakt dan in werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gestileerd

A

Iets is gestileerd wanneer de vorm eenvoudiger gemaakt is dan in het echt, met alleen de belangrijkste kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedeformeerd

A

Gedeformeerd is wanneer de werkelijkheid wordt vervormd.

17
Q

Vormcontrast

A

Vormcontrast is een tegenstelling van twee verschillende soorten vormen. Vormcontrast kan tussen meerdere vormen ontstaan. Een vormcontrast kan echter ook binnen één geheel te zien zijn. Bijv. 1. Rond-hoekig 2. Geometrisch-organisch 3. Symmetrisch-asymmetrisch 4. Plat-ruimtelijk 5. Grillig-strak 6. Duidelijk-vaag 7. Regelmatig-onregelmatig 8. Enkelvoudig-samengesteld 9. Open-gesloten 10. Positief-negatief.

18
Q

Lay-out

A

Lay-out is de verdeling van tekst en afbeeldingen op een vlak. Het is de compositie van drukwerk.

19
Q

Typografie

A

Typografie is de vormgeving van letters.