Begrippen Blz 25 t/m 27 Flashcards

1
Q

Bewegingssuggestie

A

De vormen bewegen niet, maar lijken te bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ritme

A

Ritme ontstaat door het regelmatig herhalen van bijv. een vorm of een kleur. Het is ook een begrip uit de muziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Jackson Pollock

A

Jackson Pollock (1912-1956) is een Amerikaanse schilder die wordt gerekend tot de action painters. Hij bracht zijn verf vaak op in slierten en spetters die hij druipend op het doek aanbracht (dat meestal op de grond lag). Daarom is zijn bijnaam: “Jack the Dripper”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Action painting

A

Amerikaanse en Europese stroming in de schilderkunst, ontstaan na WO II. Het gaat bij deze stroming niet om de voorstelling, maar om de handeling van het schilderen, de actie. De beweging van de handen/armen van de schilder worden zichtbaar gemaakt met verf. Vaak hebben deze werken een groot formaat en zijn ze abstract.
Voorbeelden van schilders uit deze stroming: Jackson Pollock, Willem de Kooning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op-art

A

Op-art is een stroming in de schilderkunst die ontstond in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. De naam is afgeleid van het Engelse begrip “optical art”. Op-art speelt een spel met verschillende optische illusies. Meestal worden de oogzenuw van de toeschouwer overprikkeld waardoor het werk bijvoorbeeld beweging suggereert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stijl

A

Een bepaalde manier van werken: realistisch, geabstraheerd of abstract.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stroming

A

Een groep kunstenaars die in hun werk ongeveer dezelfde stijl toepassen: kubisme, futurisme, expressionisme, action painting, op-art.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly