begrippen informatiemap Flashcards
Adjuvant
Ondersteunende therapie bijvoorbeeld na een operatie.
Agitatie
Agitatie is een toestand van opwinding, onrust of spanning. Het kan worden veroorzaakt door angst, boosheid, onzekerheid of fysieke ongemakken. Agitatie kan zich uiten in lichamelijke symptomen, zoals rusteloosheid, trillen, zweten of een versnelde hartslag, maar kan ook leiden tot verbaal of fysiek agressief gedrag.
Anemie
Bloedarmoede – Een te laag aantal rode bloedcellen (erytrocyten) en/of een te laag gehalte aan hemoglobine (Hb).
Anorexie
Een gebrek aan eetlust
Asthenie
Algehele lichaamszwakte, veroorzaakt door ernstige ziekte. Hierbij kan men denken aan de terminale fase van kanker of aan een persisterende infectieziekte (aids, tbc of hepatitis).
Barrett-slokdarm
Een gezonde slokdarm is bedekt met wit, parelmoerkleurig slijmvlies. Dit heet plaveiselepitheel. Bij een Barrett-slokdarm zijn de cellen van dit slijmvlies veranderd en zalmkleurig geworden. Dit slijmvlies lijkt op maagslijmvlies en kan beter tegen maagzuur. Het is alsof het slijmvlies van de maag omhoog is gegroeid in de slokdarm. Daarin kunnen onrustige cellen ontstaan. Dit heet dysplasie en is een voorstadium van slokdarmkanker. De kans op slokdarmkanker is dan groter maar nog steeds klein: minder dan 5% van de mensen met een barret-slokdarm krijgt slokdarmkanker.
Basaal metabolisme
De stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren die noodzakelijk is om de primaire levensprocessen uit te kunnen voeren.
Cachexie
Extreme magerheid door metabole reactie van een ziekte. Kan dus niet alleen bestreden worden met een voedingsinterventie. Eigenlijk moet dan eerst medicatie voorgeschreven worden en gekeken of dat effect heeft. Bij chemo kan je dus beter eerst medicatie geven tegen misselijkheid.
Een sterk verslechterde lichamelijke gesteldheid die zich kenmerkt door extreme vermagering en spieratrofie (+ anemie, bruingele huid en asthenie)
Colitis ulcerosa
Een ontsteking die ononderbroken aanwezig is in de binnenste laag van de darmwand (het slijmvlies). Deze ontsteking kan aanleiding geven tot zweertjes (‘erosies’), grote zweren (‘ulcera’) en/of bloedingen van de darmwand.
Co-morbiditeit
Een medische term die wordt gebruikt om de aanwezigheid van twee of meer gelijktijdige medische aandoeningen of ziekten in een individu te beschrijven. Deze aandoeningen kunnen gelijktijdig voorkomen, maar zijn niet noodzakelijk rechtstreeks aan elkaar gerelateerd. Co-morbiditeit kan betrekking hebben op fysieke gezondheidsproblemen, psychische stoornissen, verslavingen of een combinatie daarvan.
Crohn
Een chronische ontsteking van het spijsverteringskanaal die zich kan uitbreiden tot diep in de darmwand
Curatief
Een medische behandeling met het doel om iemand te genezen.
Cytokinen
Eiwitten die een rol spelen bij de immuunafweer en het activeren van bepaalde receptoren. Het zijn als het ware ‘de boodschappers’ van het lichaam.
Decubitus
Doorligplekken; kunnen heel groot en diep zijn (soms vuistgrootte plekken in de bil bijvoorbeeld) en je verliest dan heel veel spiermassa die je niet meer terugkrijgt.
Dumping
Dumping is een verzamelnaam voor klachten die optreden wanneer voedsel vanuit de maag te snel wordt aangeboden aan de darm. Je hebt vroege dumping (klachten ongeveer een halfuur na de maaltijd) en late dumping (klachten 1,5-2 uur na de maaltijd). Het dumpingsyndroom is vrijwel altijd het gevolg van een operatie, waarbij (een deel van) de maag is verwijderd. Soms ontstaan de klachten als gevolg van een beschadiging van een zenuw die de maag aanstuurt: de nervus vagus.
Dysfagie
De medische benaming voor moeite met slikken (en kauwen).
Dysfagiescore
Een ernstschaal om dysfagie op weer te geven, van 0 tot 5. 5 is geen dysfagie en 0 is zeer ernstige dysfagie waarbij slikken eigenlijk helemaal niet meer mogelijk is.
Dysplasie
Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen, wat hen onderscheidt van de normale cellen wat betreft hun grootte, vorm en organisatie in de weefsels. Dit is vaak een voorstadium van kanker. (bijna altijd)
Endoscopische
Medische procedures en technieken die gebruikmaken van een instrument genaamd een endoscoop. Een endoscoop is een lang, dun, flexibel of star instrument met aan het uiteinde een camera en vaak ook chirurgische instrumenten. Hiermee kunnen artsen en medische professionals inwendige lichaamsstructuren en organen van patiënten visualiseren en soms zelfs behandelen zonder de noodzaak van grote incisies of operaties.
Endoscopische submucosale dissectie
Een alternatieve behandeling voor traditionele chirurgie om tumoren uit het maag-darmkanaal te halen. De afwijking door middel van een endoscoop en instrumenten op het uiteinde daarvan voorzichtig uit het slijmvlies gesneden en weggehaald.
Enterale voeding
Het rechtstreeks in de maag of de dunne darm inbrengen van voedingsstoffen en andere stoffen. Oftewel: sondevoeding.
Fagocyt
Wit bloedlichaampje dat bacteriën en micro-organismen omringt en vernietigt, dat vreemde stoffen absorbeert, dat oude of beschadigde cellen verwijdert en dat bijdraagt aan de stimulatie van het immuunsysteem.