aantekeningen tot en met slokdarm Flashcards
wat is prevalentie?
het aantal zieken per 100.000 mensen
wat is ondervoeding
een acute of chronische toestand waarbinnen tekort of disbalans van energie, eiwit en voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op de lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten.
hoe wordt een diagnose ondervoeding gesteld?
er wordt eerst gescreend met een erkend screeningsinstrument (zoals SNAQ of MUST) en dan wordt er doorverwezen naar een diëtist om een diagnose te stellen.
wat kan er uit een screening voor ondervoeding komen?
geen risico op ondervoeding, wel risico op ondervoeding of ernstig risico op ondervoeding (maar dus niet een diagnose)
wat is er nodig voor een ondervoeding diagnose?
ten minste 1 fenotypische en 1 etiologische factor
wat zijn fenotypische factoren?
factoren die te maken hebben met de waarneembare eigenschappen van een mechanisme
wat zijn etiologische factoren?
factoren die te maken hebben met de oorzaak
wat zijn mogelijke fenotypische factoren voor (normale) ondervoeding?
- onbedoeld gewichtsverlies (>5% in de afgelopen 6 maanden of >10% in >6 maanden)
- BMI (<20 bij mensen <70, <22 bij mensen van 70 of ouder, <18,5 bij aziatische mensen <70 en <20 bij aziatische mensen van 70 of ouder)
- verminderde spiermassa op basis van een gevalideerde methode OF op basis van lichamelijk onderzoek OF antropometrische metingen EN evt op basis van ondersteunende metingen
wat zijn mogelijke etiologische factoren voor (normale) ondervoeding?
- verminderde voedingsinname of -opname (>1 week 50% of minder van de behoefte OF >2 weken verminderde inname of opname (ongeacht vermindering) OF chronische maag-darmaandoening die inname op opname negatief beïnvloedt met gastro-intestinale symptomen als ondersteunende indicatoren)
- ziektelast/inflammatie (acute ziekte/trauma of chronische aan ziekte gerelateerde inflammatie; ondersteunende metingen hierbij zijn CRP, albumine, pre-albumine)
wat zijn mogelijke fenotypische factoren voor ernstige ondervoeding?
- onbedoeld gewichtsverlies (>10% in de afgelopen 6 maanden of >20% in >6 maanden)
- BMI (<18,5 bij mensen <70, <20 bij mensen van 70 of ouder, <18,5 bij aziatische mensen <70 en <20 bij aziatische mensen van 70 of ouder HETZELFDE)
- ernstig verminderde spiermassa op basis van een gevalideerde methode
waarom hebben oudere een hogere BMI ondergrens?
Vanwege een hoger risico op sarcopenie. Als je ouder bent heb je meer vet nodig om je spierweefsel te beschermen.
wat zijn gevalideerde metingen van spiermassa?
DEXA, BIA, echografie, CT-scan of MRI-scan
wat zijn voorbeelden van antropometrische metingen bij ondervoeding?
armomtrek, kuitomtrek, huidplooimeting
wat is een mogelijke ondersteunende meting voor spiermassa?
het meten van spierkacht met bijvoorbeeld handknijpkracht
noem 4 soorten factoren in de oorzaak van ondervoeding
- somatische factoren
- functionele factoren
- psychische factoren
- sociale factoren
wat zijn somatische factoren bij ondervoeding?
factoren die te maken hebben met het lichaam zoals:
1. ziektetoestand (inflammatie/opvlamming)
2. symptomen als: slikproblemen, reuk- en smaakproblemen, overgeven en misselijkheid, ontstekingen in de mond, verstoorde opname, problemen met vertering
noem 3 typen ondervoeding
- ziektegerelateerd met inflammatie
- ziektegerelateerd zonder inflammatie (verslechterde inname en/of opname)
- zonder ziekte
hoe kan ondervoeding voorkomen als dit ziekte gerelateerd is met inflammatie?
dit kan acute ziekte zijn (zoals IC-patiënten of patiënten met veel trauma of patiënten in de exacerbatiefase van inflammatoire ziekten)
dit kunnen oncologische patiënten zijn
dit kunnen patiënten zijn in de chronische fase van inflammatoire ziekten
hoe kan ondervoeding voorkomen als dit ziekte gerelateerd is zonder inflammatie?
dit kan komen door fysiologische problemen (bijvoorbeeld geen maag meer hebben) of neurologische problemen (bijvoorbeeld slikproblemen of anorexia nervosa)
noem 5 ziektebeelden zonder inflammatie die kunnen zorgen vor ondervoeding
- Dysfagie
- ALS
- Ziekte van Parkinson
- CVA
- Anorexia Nervosa
noem 7 redenen waarom iemand zonder ziekte ondervoed zou kunnen zijn
armoede, eenzaamheid, verwaarlozing, rouw, hongerstaking, hongersnood, vasten
is er inflammatie bij mensen met acute ziekte (behalve kanker)?
ja: CRP > 50 g/l of andere inflammatoire parameters
is er inflammatie bij mensen met chronische ziekte of kanker?
ja: CRP 10-50 g/l en mogelijk andere parameters maar dat hoeft niet
wat zijn 5 mogelijke inflammatoire parameters?
CRP, albumine, pre-albumine, BSE, leukocyten
is er inflammatie bij mensen met ondervoeding zonder ziekte?
nee
is er insulineresistentie bij mensen met acute ziekte (behalve kanker)?
ja
is er verminderde functionaliteit bij mensen met acute ziekte (behalve kanker)?
ja
is er insulineresistentie bij mensen met chronische ziekte of kanker?
ja
is er insulineresistentie bij mensen met ondervoeding bij ziekte zonder inflammatie?
nee
is er verminderde functionaliteit bij mensen met chronische ziekte of kanker?
ja
is er insulineresistentie bij mensen met ondervoeding zonder ziekte?
nee
is er verminderde functionaliteit bij mensen met ondervoeding bij ziekte zonder inflammatie?
ja
is er verminderde functionaliteit bij mensen met ondervoeding zonder ziekte?
ja
wat is exacerbatie?
opvlamming van inflammatoire ziekten
bij welke risicogroepen komt ondervoeding het meest voor?
YOPI
waar staat YOPI voor?
Young (<5 jaar), Old (65+ jaar), Pregnant, Immuno-compromised
noem 9 voorbeelden van Immuno-compromised. Patienten met …
- infectieziekten
- maligniteit
- Gastro-Intestinale aandoeningen
- nierziekten
- longziekten
- co-morbiditeit
- complexe operaties
- brandwonden
- transplantaties
noem 2 voorbeelden van ondervoeding met gekke namen
Marasmus en Kwashiorkor
wat is marasmus ?
ondervoeding die ontstaat bij een tekort aan energie en eiwit. dit ontwikkelt zich chronisch. Alles blijft in homeostase dus vetmassa en vetvrije massa allebei heel laag. hierdoor weinig oedeem en alle bloedwaarden lijken relatief normaal te zijn.
wat is kwashiorkor ?
ondervoeding die ontstaat wanneer er niet per se een tekort is aan energie, maar vooral aan eiwitten. hierdoor ontstaat niet veel verlies aan vetmassa en vetvrije massa, maar wel oedeem. ook ontstaan er verkleuringen en veranderingen in het haar van mensen.
noem 2 situaties waarin kwashiorkor zou kunnen voorkomen
- in socio-economische situaties waarin bijvoorbeeld koolhydraten wel beschikbaar zijn, maar eiwitrijke voeding niet.
- bij ziekenhuispatienten die lange tijd alleen met een wateroplossing met glucose worden gevoed.
hoe zit het met gewicht, vetmassa en spiermassa bij kwashiorkor en marasmus?
bij marasmus daalt het gewicht, de vetmassa en de spiermassa. bij kwashiorkor blijft het gewicht relatief normaal, heb je niet of weinig afname van vetmassa en ook geen groot verlies van spiermassa.
hoe zit het met oedeem bij kwashiorkor en marasmus.
marasmus geen oedeem, kwashiorkor wel oedeem
hoe zit het met serum eiwitten bij kwashiorkor en marasmus
kwashiorkor serum eiwitten zeer laag, marasmus serum eiwitten relatief normaal
wat zijn serum eiwitten
eiwitten die in de bloedbaan circuleren en zich in het vloeibare deel van het bloed, het serum, bevinden. Deze eiwitten spelen belangrijke rollen bij verschillende lichaamsfuncties en kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën op basis van hun functie en eigenschappen.
noem 5 soorten serum eiwitten
- Albumine: Albumine is het meest voorkomende serumeiwit en is verantwoordelijk voor het handhaven van de osmotische druk van het bloed. Het helpt vocht in de bloedvaten te houden en voorkomt dat het uit de bloedbaan lekt in omliggende weefsels.
- Globulinen: Globulinen omvatten verschillende soorten eiwitten, waaronder antilichamen (immunoglobulinen) die betrokken zijn bij het immuunsysteem en transporteiwitten zoals het ijzerbindende eiwit transferrine.
- Fibrinogeen: Fibrinogeen is een eiwit dat betrokken is bij het stollingsproces van het bloed. Het wordt omgezet in fibrine, dat een netwerk vormt om bloedstolsels te vormen en bloedingen te stoppen.
- C-reactief proteïne (CRP): CRP is een eiwit dat wordt geproduceerd in reactie op ontsteking in het lichaam. Het is een marker voor ontstekingsreacties en kan worden gemeten om ontstekingsziekten te diagnosticeren en te volgen.
- Complement-eiwitten: Deze eiwitten maken deel uit van het complement-systeem, een groep eiwitten die betrokken is bij het immuunsysteem en de verdediging tegen infecties. Ze helpen bij het opsporen en vernietigen van ziekteverwekkers.
hoeveel verandert het basaalmetabolisme na 3 dagen vasten ?
10% lager
hoeveel verandert het basaalmetabolisme na 14-21 dagen vasten ?
20-25% lager
bij welk voorbeeld van ondervoeding is de energieintake heel laag, maar de proteine intake relatief normaal?
anorexia nervosa
hoeveel kcal zit er in een volle glycogeen voorraad?
700 kcal
waar dient de glycogeennvoorraad in principe voor?
om de nacht door te komen
wanneer is de glycogeen voorraad op?
na 12 uur vasten
welke energiebron gebruiken de hersenen het liefst en wat is de tweede keus?
het liefst glucose, evt. ketonlichamen
hoeveel gram glucose gebruiken de hersenen in principe?
120 gram per dag
hoeveel van de energiebehoefte in rust gebruiken de hersenen?
ongeveer 50%
wat is het grootste doel van het lichaam bij acuut vasten (tot 24 uur)? en hoe doet het lichaam dat?
glucose peil goed houden; insulinesecretie gaat omlaag en glucagon secretie gaat omhoog –> hierdoor meer proteolyse, lipolyse en glycogenolyse
welke mensen hebben meer glycogeen voorraad?
gespierde mensen
hoeveel kcal gebruikt het lichaam bij acuut vasten (1-14 dagen)?
1800 kcal/dag (want normaal 2000 kcal nu 10% verminderd)
wordt er in de eerste 24 uur vasten al veel spiermassa afgebroken?
ja, juist.
hoeveel gram stikstofverlies is er in de eerste 14 dagen vasten?
10-12 g per dag
vetzuren worden bij vasten op twee manieren gebruikt, namelijk
als directe energiebron voor spieren hart en nieren en ze worden omgezet tot ketonlichamen die ook gebruikt kunnen worden voor spieren, hart en nieren, maar ook voor zenuwstelsel/hersenen.
waar worden ketonlichamen vooral voor gebruikt bij acuut en langdurig vasten?
in eerste instantie worden de ketonlichamen ook nog veel gebruikt voor de spieren, maar later echt vooral voor de hersenen, omdat er dan minder gluconeogenese plaatsvindt.
wat verandert er metabool bij vasten na 14 dagen? (bij gezonde mensen)
energieverbruik daalt verder naar 1450 kcal.
lichaam probeert spieren te behouden dus gluconeogenese daalt. voor spierafbraak geldt “nog maar” 3-5 gram stikstofverlies per dag.
vetweefsel wordt voornaamste energiebron en zenuwstelsel gaat meer ketonlichamen gebruiken en minder glucose.
hierdoor verzuring in het lichaam, hypoglykemie en hypothermie.
wat is het grootste verschil tussen vasten bij een gezond persoon en vasten bij ernstig trauma?
bij ernstig trauma is de energiebehoefte heel erg verhoogd (2700 kcal) en wordt er dus meer energie vrijgemaakt uit vetweefsel, maar er wordt vooral heel veel meer glucose gehaald uit spierweefsel en dit gaat met name allemaal naar de wondgenezing.
waarom kan de lever vetter worden door trauma?
er ontstaan door de ontsteking in het lichaam ook veel cytokinen in het lichaam en die zorgen dat iemand insuline resistent wordt. insulineresistentie zorgt ook weer voor meer onstekingsfactoren in het lichaam en het zorgt dat de lever vetten minder goed kan verwijderen.
hoeveel stikstof/spier kan iemand verliezen door vasten bij een trauma?
30 g stikstof per dag oftewel 1,5 kilo spier per week.
wat doet verhoging van de lichaamstemperatuur met de energiebehoefte?
per graad verhoging, 10-13% energieverbruik verhoging
wat zijn de 7 belangrijkste gevolgen van ondervoeding?
- vermindering van de conditie
- vertraagde wondgenezing
- verhoogde kans op de ontwikkeling van decubitus
- daling van de weerstand
- verhoogde mortaliteit
- sarcopenie
- toename postoperatieve complicaties en infecties
wat is sarcopenie
verlies van spiermassa
wat gebeurt er met de vochtbehoefte bij trauma?
gaat omhoog en dit hangt bijvoorbeeld af van hoeveel wondvocht iemand verliest maar vaak rond 1,5-4 liter per dag. maar dit moet wel op de juiste manier en in combinatie met mineralen enzo.
hoeveel gaat energieverbruik omhoog bij trauma of sepsis?
10-40% en bij brandwonden zelfs 50-60%
wanneer ontstaat de bloedstolling van een wond en door middel van welke cellen?
in de eerste 24 uur (begint al na 30 seconden) door middel van neutrofielen
waarom is een ontsteking soms juist goed?
het werkt ook genezend
hoeveel tijd heeft een wond bijna altijd nodig om te genezen?
21 dagen
hoeveel eiwit is meestal nodig bij wondgenezing?
1,2-1,5 g/kilo lichaamsgewicht
welke 4 vitaminen zijn nodig bij wondgenezing
vitamine A, vitamine C, vitamine D en vitamine K (nooit tekort aan eigenlijk)
welke 2 mineralen zijn nodig bij wondgenezing? en waarom?
voor de vorming van granulatieweefsel zijn ijzer en zink nodig
hoeveel hoger is de energiebehoefte bij een grote brandwond?
200%