Begrippen hoofdstuk 4

Question 1

Constante kosten

Answer 1

Deze kosten veranderen niet als de omvang van de verkopen of de producten verandert. Deze kosten noem je ook wel vaste kosten

Question 2

Directe kosten

Answer 2

Kosten waarvan duidelijk is bij welk product of welke afdeling ze horen

Question 3

Indirecte kosten

Answer 3

Kosten waarbij je geen rechtstreeks verband kunt leggen met het artikel of de afdeling waarvoor ze gemaakt zijn

Question 4

Kosten

Answer 4

de in geld uitgedrukte waarden van datgene wat een onderneming opoffert om te kunnen werken

Question 5

Kostensoorten

Answer 5

Indeling van de kosten naar het doel waarvoor je de kosten maakt

Question 6

Kostenverdeelstaat

Answer 6

Is een schematisch overzicht dat aangeeft met verdeelsleutels hoe de totale kosten worden toegerekend aan de eindproducten of diensten

Question 7

Lekkage

Answer 7

Derving waarvan de oorzaak niet is te achterhalen omdat deze niet is genoteerd

Question 8

Omrekenfactor

Answer 8

Het getal waarmee je de inkoopprijs vermenigvuldigt om de consumentenverkoopprijs te bepalen

Question 9

Opslagpercentage

Answer 9

Percentage waarmee je de directe kosten verhoogt om de indirecte kosten aan een product toe te rekenen

Question 10

Primitieve opslagmethode

Answer 10

Methode waarbij je met slecht een opslagpercentage de indirecte kosten aan een product toerekend

Question 11

Variabele kosten

Answer 11

Deze kosten veranderen met de omvang van de verkopen of de productie

Question 12

Vaste opslagmethode

Answer 12

Methode waarmee je de verkoopprijs bepaalt door de inkoopprijs te verhogen met een vast percentage

Question 13

Verfijnde opslagmethode

Answer 13

Methode waarbij je met minimaal twee opslagpercentages de indirecte kosten aan een product toerekent

Question 14

Verspilling

Answer 14

Niet noodzakelijke kosten