begrippen hoofdstuk 2 Flashcards
Afzet
Het aantal verkochte artikelen
Algemene tarief
Btw tarief van 21%
Bedrijfsresultaat
Bedrag dat je overhoud als je de inkoopwaarde en alle kosten aftrekt van de omzet. Dit is een ander woord voor nettowinst
Btw
Belasting over de toegevoegde waarde. Belastingbedrag dat een leverancier berekent over zijn producten of dienst en afdraagt vaan de staat
Brutowinst
Omzet minus de inkoopwaarde van de omzet
Brutowinstmarge of brutomarge
Verhoudingsgetal dat aangeeft welk percentage van de omzet er overblijft na aftrek van de inkoopwaarde van de omzet
Brutowinstopslag
Opslag op de inkoopprijs zodat er een marge ontstaat om een brutowinst te behalen
Consumentenomzet
Verkoopopbrengsten (omzet) inclusief btw
Consumentenprijs
verkoopprijs inclusief btw
Economisch resultaat
Nettowinst waarvan een redelijke vergoeding voor de inzet van tijd en geld van de ondernemer is afgehaald
Gewaardeerd loon
Bedrag dat de ondernemer zelf minimaal wil ontvangen voor het werk dat hij voor de onderneming doet
Incidentele opbrengsten
Opbrengsten die niet elk jaar voorkomen en buiten de exploitatie vallen
Incidentele kosten
Kosten die soms voorkomen en buiten de exploitatie vallen
Inkoopfactuurprijs
Inkoopprijs inclusief btw
Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
Totaalbedrag waarvoor de verkochte artikelen zijn ingekocht