begrippen hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Afzet

A

Het aantal verkochte artikelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene tarief

A

Btw tarief van 21%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bedrijfsresultaat

A

Bedrag dat je overhoud als je de inkoopwaarde en alle kosten aftrekt van de omzet. Dit is een ander woord voor nettowinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Btw

A

Belasting over de toegevoegde waarde. Belastingbedrag dat een leverancier berekent over zijn producten of dienst en afdraagt vaan de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Brutowinst

A

Omzet minus de inkoopwaarde van de omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Brutowinstmarge of brutomarge

A

Verhoudingsgetal dat aangeeft welk percentage van de omzet er overblijft na aftrek van de inkoopwaarde van de omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Brutowinstopslag

A

Opslag op de inkoopprijs zodat er een marge ontstaat om een brutowinst te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Consumentenomzet

A

Verkoopopbrengsten (omzet) inclusief btw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Consumentenprijs

A

verkoopprijs inclusief btw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Economisch resultaat

A

Nettowinst waarvan een redelijke vergoeding voor de inzet van tijd en geld van de ondernemer is afgehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gewaardeerd loon

A

Bedrag dat de ondernemer zelf minimaal wil ontvangen voor het werk dat hij voor de onderneming doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Incidentele opbrengsten

A

Opbrengsten die niet elk jaar voorkomen en buiten de exploitatie vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Incidentele kosten

A

Kosten die soms voorkomen en buiten de exploitatie vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inkoopfactuurprijs

A

Inkoopprijs inclusief btw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Inkoopwaarde van de omzet (IWO)

A

Totaalbedrag waarvoor de verkochte artikelen zijn ingekocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Inventariseren

A

het tellen en registreren van de voorraad

17
Q

Lage tarief

A

Btw tarief van 9%

18
Q

Nettowinst

A

Brutowinst min alle bedrijfskosten en incidente kosten, inclusief incidentele opbrengsten

19
Q

Omrekenfactor

A

Getal waarmee je de inkoopprijs vermenigvuldigt om de consumentenprijs uit te rekenen

20
Q

Omzet

A

totale verkoopopbrengsten exclusief btw

21
Q

Omzetbelasting

A

Ander woord voor btw de belasting over de toegevoegde waar die die de overheid heft op de verkoop van producten en diensten

22
Q

Rendement op eigen vermogen

A

Nettowinst min het gewaardeerd loon

23
Q

Theoretische consumentenprijs

A

Verkoopprijs die je met vaststaande percentage eenvoudig kunt berekenen

24
Q

Verkoopprijs

A

Inkoopprijs plus een bedrag voor kosten en winst. de verkoopprijs is altijd exclusief btw