Begrippen Hoofdstuk 2 Flashcards
Bezinken
Het scheiden bij suspensies en emulsies, waarbij de component met grotere dichtheid naar beneden zakt. De methode berust op verschil in dichtheid.
Destilleren
Destilleren is een scheidingsmethode waarbij je een oplossing van een vaste stof of een mengsel van vloeistoffen kookt. De methode berust op verschil in kookpunt.
Destillaat
De vloeistof met het laagste kookpunt (hoort bij destilleren).
Residu
Het mengsel van stoffen dat achterblijft in de destillatiekolf (hoort bij destilleren).
Emulsie
Een troebel mengsel van twee vloeistoffen. Er vormt zich na enige tijd een tweelagensysteem.
Emulgator
Een hulpstof die ervoor zorgt dat een emulsie langer blijft gemengd.
Extraheren
De scheidingsmethode waarbij één stof van een mengsel wel oplost in een vloeistof en de andere niet.
Extractiemiddel
De vloeistof die je bij extraheren gebruikt.
Filtreren
Een scheidingsmethode voor suspensies, waarbij het mengsel een filter passeert. De methode berust op verschil in oplosbaarheid.
Filtraat
De vloeistof die bij filtreren het filter passeert.
Residu (filtreren)
De stof die bij filtreren op het filter achterblijft.
Indampen
De scheidingsmethode om een opgeloste stof van de vloeistof te scheiden. De methode berust op verschil in kookpunt.
Oplosbaarheid
Oplosbaarheid van een stof is het aantal gram stof dat in 1 L vloeistof maximaal kan oplossen.
Oplossing
Een helder mengsel van een stof en een vloeistof waarbij de opgeloste deeltjes zo klein zijn dat ze licht doorlaten.
Rendement
De verhouding van de praktische opbrengst en de theoretische opbrengst. Rendement = praktische opbrengst : theoretische opbrengst x 100%