Begrippen Hoofdstuk 19 Flashcards

1
Q

Agencytheorie

A

Theorie uit de bedrijfseconomie die de belangentegenstellingen tussen belanghebbenden (principalen) en hun vertegenwoordigers (agenten) binnen een organisatie beschrijft en strategieën voorstelt om deze conflicten te beheersen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werknemerscommissaris

A

Commissaris in de rvc die door de ondernemingsraad voor benoeming was voorgedragen. Voor maximaal een derde van de commissarissen heeft de OR een versterkt voordrachtsrecht. De benoemde persoon wordt (onterecht) werknemerscommissaris genoemd, hoewel ook deze commissaris geen deelbelangen mag vertegenwoordigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vennootschappelijk belang

A

Belang dat de vennootschap heeft bij haar eigen gezonde bestaan, uitgroei en voortbestaan met het oog op het door haar te behalen doel. Geen enkele commissaris of bestuurder mag zich volgens de wet daarbij opstellen als behartiger van een deelbelang, of dat nu de aandeelhouder, werknemer of andere belanghebbende is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Decharge

A

Goedkeuring van aandeelhouders voor het door de directie en commissarissen gevoerde beleid in het afgelopen jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zorgvuldigheidsbeginsel

A

Beginsel dat het bestuur van een rechtspersoon zijn beslissingen grondig voorbereid en goed gemotiveerd dient te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Duurzaamheidsverslaggeving

A

Proces waarbij organisaties publiekelijk rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties en -maatregelen aan belanghebbenden in het jaarverslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Autoriteit Financiële Markten

A

Zelfstandig bestuursorgaan dat belast is met het toezicht op het adequaat functioneren van de financiële markten en op het gedrag van partijen die actief zijn op het gebied van sparen, beleggen, verzekeren en lenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Loyaliteitsbeginsel

A

Beginsel dat is gebaseerd op de bepaling in het Burgerlijk Wetboek dat bestuurders en commissarissen zich dienen te richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gedragscode

A

Governancecode waaraan ondernemingen zich vrijwillig onderwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly