Begrippen Hoofdstuk 1 Ak Klas 2 Flashcards

1
Q

Afzetmarkt

A

Gebied waar je een product kunt verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Agglomeratie-effect

A

Het effect dat bedrijven voordeel hebben van elkaars diensten en producten en daarom bij elkaar willen zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Baliefunctie

A

Kenmerk van een bedrijf waar klanten zelf naartoe moeten om gebruik te maken van de producten of diensten van dat bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biodiversiteit

A

De variatie van soorten planten en dieren in een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Commerciële dienst

A

Bedrijven die winst moeten maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Niet-commerciële diensten

A

Bedrijven die geen winsten hoeven te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorziening

A

Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of een dienst te halen, die je nodig hebt om prettig te kunnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dagelijkse voorziening

A

Voorziening waarvan je de dienst of producten vrijwel dagelijks nodig hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gespecialiseerde voorziening

A

Voorziening waarvan je de diensten of producten maar ene enkele keer nodig hebt, of waarvan maar enkele mensen gebruik maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vestigingsplaatsfactor

A

Reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Industriële inertie

A

Het verschijnsel dat bedrijven niet verhuizen als de oorspronkelijke vestiginpsglaatsfactoren niet meer gelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Massagoed

A

Goederen die los in het ruim van een vervoersmiddel worden gestort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stukgoed

A

Apart verpakte goederen, die in een grote hoeveelheden meest in containers worden vervoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mechanisatie

A

Als het werk in de Industrie voor een deel is overgenomen door machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Multinational

A

Een bedrijf met vestigingen over de hele wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Overslag

A

Het herladen van goederen van het ene op het ander vervoersmiddel

17
Q

Reikwijdte

A

De afstand die klanten bereid zijn om voor een dienst of product af te leggen

18
Q

Schaalvergroting

A

Het steeds groter worden van een bedrijven en machines zodat de productiekosten per eenheid product steeds lager worden

19
Q

Seizoensarbeid

A

Werk dat gebonden is aan een seizoen, bijvoorbeeld in de landbouw of het toerisme

20
Q

Specialisatie

A

Zich steeds meer gaan richten op een product of een stap in het productieproces

21
Q

Veeteelt

A

Vorm van landbouw waarbij dieren worden gehouden voor bijvoorbeeld vlees, melk of wol

22
Q

Verzorgingsgebied

A

Het gebied waar de klanten van een bedrijf of een voorziening wonen