begrippen Hinduisme Flashcards

1
Q

Advaita

A

‘Niet-tweeheid’. (filosofisch of klassiek hindoeïsme) de atman en de brahman zijn wezensidentiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Animisme

A

Verering van lokale goden in bijvoorbeeld de vorm van heilige bomen, heilige slangen, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artha

A

Welvaart, één van de doelen van de mens (volgens klassiek of filosofisch hindoeïsme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Arya Samaj

A

‘Genootschap der edelen’, in 1875 gesticht door Sarasvati (1824-1883) en behoorde tot de brahmanen. Hij zag onderdrukking door Brits kolonialisme en pleitte voor terugkeer naar de waarden en normen van de Veda’s en de Oepanisjaden. Tegen bijgeloof, weduweverbranding, kinderhuwelijken en kastensysteem. En tegen chr. zending.
Kenmerken: wekelijkse erediensten in de tempel, brengen thuis vuuroffers, propageren studie van de heilige geschriften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Asjrama’s

A

4 fasen die hindoes uit hogere standen doorlopen:

1) leven als leerling
2) leven als getrouwd man
3) leven na pensioen: ascetisch leven
4) leven als onthechte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atman

A

Diepste kern of wezen van de mens. Wat overblijft na weghalen van lichaam, emoties, gevoelens, gedachten en wil. Atman is wezenidentiek aan Brahman (volgens klassiek of filosofisch hindoeïsme) Gelovige streeft naar eenheid tussen brahman en atman door onthechting van de wereld en alles wat daarin positief en negatief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Avatar

A
  • Bekend in het volkshindoeïsme
  • Incarnaties van vishnu
  • Zijn er om de mensheid op dat moment te redden of te behoeden voor een teloorgang van de beschaving
  • Worden ook vereerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bhagavadgita

A

‘lied van de gezegende’: Belangrijkste boek waarin Krisjna een antwoord geeft op ethische vraagstukken. Onderdeel van Mahabharata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bhakti

A

Spirituele liefdesdaad of toewijding van de bhakta (of gelovige) aan zijn of haar persoonlijk God. Niet alleen loyaal zijn en dienen, maar ook liefhebben tussen god en mens. Meest voorkomende praktijk.

  • Mystiek-geestelijk aspect: emotioneel en niet verstandelijk. De god geeft zegeningen door mystieke ervaringen.
  • Extatische ervaringen tijdens zingen. Als het ware bezeten door godheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brahma Samaj

A

Nieuwe beweging in de 19de eeuw: vereren van één God, afwijzen van godenbeelden en priesters. Beïnvloed door Westers denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Brahman

A

De atman is hier een fragmentje van. Ultieme, onderveranderlijke werkelijkheid, die uit het zuiver zijn en bewustzijn bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Brahmanen

A

Hoogste kaste, namelijk die van de priesters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dalits

A

De onraakbaren: zij behoren tot geen enkele kaste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dharma

A
  • De leer; één van de 4 doelen van de mens (volgens klassiek of filosofisch hindoeïsme) namelijk het leven volgens de eigen kaste of stand
  • de eeuwige kracht die de hele schepping bij elkaar houdt en die de gehele mensheid en al het geschapene samenhoudt en voortstuwt naar een hoger bestaansniveau.
  • Het geritualiseerde leven volgens normen en regels
    o Een wet-religie zonder gecodificeerde wet
    o Verschillende dharma’s, gebaseerd op geslacht, leeftijd en oorsprong
    o Iedereen die volgens zijn dharma handelt mag uitgaan van een betere reincanatie
  • Relatieve term dat naar specieke omstandigheden verwijst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Divali

A

Lichtfeest ter ere van Laksmi, godin van voorspoed en licht. Centraal staat overwinning van het goede op het kwade. Verschillende gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gangga nahan

A

gewijd aan de rivier de Ganges; ritueel bad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Goeroeïsme

A

Volgelingen van een mens, die hem aanbidden als een incarnatie van God of als iemand waarin God letterlijk woning heeft gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Holi/Holi-phagwa

A

Lentefeest. Symboliseert ook overwinning van goede op kwade. Planten van holika (een plant) als teken van begin lente en einde winter. Tilak of vlek op het voorhoofd, elkaar besprenkelen met parfum, werpen van rode en gele verfpoeder als teken van vriendschap. Carnavalesk feest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Jnana Marga

A

de weg van kennis. Vooral binnen klassieke of filosofische hindoeïsme. Mensen geëmaneerd uit god en dus zelf god. Men moet tot dit besef komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kama

A

Één van de 4 doelen van de mens (volgens klassiek of filosofisch hindoeïsme), namelijk die van het genot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Karma

A

= Daden en resultaten daarvan, saldo van oorzaak en gevolg.
Bepaalt of je in wat voor situatie je komt in volgend leven.
Ieder mens heeft vrije wil; goed karma kan je zelf opbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Karma Marga

A

weg van de daden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Krisjna

A

Incarnatie van visjnoe (avatar). Toont de verschillende wegen tot verlossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Ksatriya’s

A

Op één na hoogste kaste, namelijk die van de bestuurders, adel en militairen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Maha Shivratri

A

‘ter ere van Sjiva’

26
Q

Mahabharata

A

Langste dichtwerk van de wereldliteratuur. Bekendste onderdeel is de Bhagavadgita. Opgetekend tussen 200 v.Chr en 200 n. Chr
Gaat over de strijd tussen afstammelingen van koning Bharata om de troon.
Hierin toont Krisjna de verschillende wegen tot de verlossing

27
Q

Moksja

A

Één van de vier doelen van de mens (volgens klassiek of filosofische hindoeïsme) en tevens het uiteindelijke doel van ieder mens, namelijk verlossing uit de kringloop van hergeboorten en dan voorgoed opgaan in Brahman. De Jnana marga, karma marga en bhakti marga zijn de drie wegen waarop je moksja bereikt. Deze wegen vullen elkaar aan.

28
Q

Monisme

A

Filosofische school opgericht in de 9de eeuw door Sjankara

29
Q

Navratri

A

negen nachten waarop men negen gestalten van Durga vereert

30
Q

Nirguna bhakti

A

Liefhebben van God omdat hij God is

31
Q

Nirguna Brahman

A

God als onpersoonlijke, kosmische kracht (volgens klassiek of filosofisch hindoeïsme)

32
Q

Oepanisjaden

A

Oepanisjad : neerzitten bij iemand

Boek met verschillende basisprincipes van hindoeïsme, zoals het brahman atman, karma en reïncarnatie

33
Q

Ohm

A

De heilige oerklank, heiligste van alle mantra’s, wordt gebruikt aan het begin en het einde van alle gebeden.

34
Q

Pandits

A

de geestelijke die de families hielpen de godsdienstige rituelen uit te voeren. Brahmanen kregen centrale positie.

35
Q

Pitripaksh

A

periode van vasten en bidden

36
Q

Rakshabandhan

A

pandit gaat langs de huizen als huispriester

37
Q

Ramakrisjna

A

Neo-hindoeïstische stroming : Ramakrisjna (1836-1886) had mystieke ervaringen, ook over Jezus en Mohammed. Alle godsdiensten leiden tot hetzelfde doel, maar hindoeïsme is superieure weg.

38
Q

Ramayana

A

Populair verhaal over Rama. Het is geen religieus werk, maar bevat vele ethische lessen over hoe een hindoe volgens het dharma (plicht) behoort te leven.

39
Q

Ramnavmi

A

de geboortedag van Rama

40
Q

Rishnajanmastami

A

geboortedag van Krisjna

41
Q

Sagoena bhakti

A

Liefhebben van God om jezelf

42
Q

Samsara

A

Kringloop van hergeboorte

43
Q

Samskara’s

A

ceremoniën op scharniermomenten in het leven
• Zijn bedoeld om veilig van de ene in de andere fase te komen.
• Officieel zijn er 16
• Altijd: geboorte, huwelijk en dood (crematie).

44
Q

Sanatana Dharma

A

Eeuwige waarheid of traditie. Zo noemen hindoes hun religie, dat hun sociale, filosofische en godsdienstige denken bepaald

45
Q

Shivaratri

A

een nacht van waken voor god Shiva

46
Q

Sikhs

A

Gesticht door goeroe Nanak (1469-1539). Hij leerde monotheïsme en dat er geen onderscheid is tussen hindoes en moslims. Ze vormen een reactiebeweging tegen kastesysteem, ritualisme, ascetisme van de brahmaanse godsdienst in die dagen. Ze werden noch door hindoes noch moslims geaccepteerd. Varkensvlees mag gegeten worden, haren niet afknippen. Sikhs wonen voornamelijk tussen India en Pakistan. De tempel van de goeroe heet de Amritsar.

47
Q

Sjaktisme

A

Verering van vrouwelijke goden

48
Q

Sjiwaïsme

A

Volgen van de god Sjiwa. Is één van de 4 grote tradities

49
Q

Sjoedra’s

A

Laagste klasse, namelijk die van de arbeiders, boeren, bedienden, laaggeschoolden, en hen die onrein werk verrichten

50
Q

Sjroeti

A

‘het horen’: oudste boeken van legendarische wijzen uit oertijd (Veda’s, Brahmana’s, Aranjaka’s en oudste Oepanisjaden

51
Q

Smirti

A

Religieuze boeken : ‘het gedenken’ : uit latere tijden, ook wel latere Oepanisjaden

52
Q

Tantrisme

A

Vanaf 500 : mantra’s, ascese en meditatie

53
Q

Trimoerti

A

Triade van de Visjnoe (onderhouder), Sjiva (vernietiger of rechter) of Brahma (Schepper). Ze hebben allen verschillende attributes

54
Q

Vaisya’s

A

Op één na laagste klasse, namelijk die van de handelaren en kooplieden)

55
Q

Varna’s

A

Sub kaste:

  • Bepaald aanzien en sociale functie
  • Worden gezien als origine van het kastensysteem
  • Het is het interpreteren van de realiteit tot een bepaald doel
56
Q

Veda

A

Veda = weten. Verzamelingen hymnen, spreuken en strofen die gebruikt worden bij offerrituelen. Ontstaan voor 1000 v. Chr., opgeschreven na 800 v. Chr. Mondeling doorgegeven, Vier verzamelingen. Verschaffen informatie over godsdienst van oude Ariërs, verschillende goden, en vooral over rol van priesters en rituelen in offerdienst. Uitgewerkt en verklaard in latere Brahmana’s.
Vier verzamelingen:
- Rig-Veda: lofzangen en hymnen op en gebeden aan de goden + beschrijvingen offers
- Sama-veda: liederen en spreuken bij offers
- Yajoer-veda: offerformules
- Atharva-veda: spreuken en bezweringen voor ziekte of onheil

57
Q

Visjnoeïsme

A

Neo-hindoeïstische stroming : volgers van Visjnoe

58
Q

Swastika

A

representeert Vishna, wordt geschilderd op huizen om boze geesten af te schrikken

59
Q

linga

A

mannelijk geslachtsorgaan, oorsprong van de schepping, symbool van Sjiva

60
Q

lotusbloem

A

symbool van schoonheid, geluk, eeuwigdurende voorspoed, attribuut van Surya, Vishnu en Lakshmi

61
Q

slang

A

symbool van onsterfelijkheid

62
Q

trishula

A

‘drietand’, symbool voor drie aspecten van de godheid, schepper, behoeder, vernietiger.