begrippen H3

Question 1

domein

Answer 1

landgoed dat wordt beheerd via het hofstelsel

Question 2

feodaal

Answer 2

betrekking hebbend op de band die ontstaat wanneer iemand een persoonlijke eed van trouw aflegt aan een ander in ruil voor een leen (in het Latijn feodum)

Question 3

geestelijke

Answer 3

iemand die als priester of monnik verbonden is aan de Kerk

Question 4

hofmeier

Answer 4

beheerder van de domeinen van de koning

Question 5

hofstelsel

Answer 5

systeem waarbij het ene deel van een domein direct door de heer wordt gebruikt en het andere deel wordt verpacht aan horige boeren

Question 6

horige

Answer 6

iemand die is gebonden aan de grond die hij bewerkt

Question 7

jihad

Answer 7

inspanning voor (de verspreiding van) de islam. soms uitgelegd als heilige oorlog

Question 8

krijgsheer

Answer 8

legeraanvoerder die zijn militaire gezag gebruikt om ook politieke macht uit te oefenen

Question 9

leen

Answer 9

gebied of ambt dat een leenman van de leenheer in gebruik krijgt wanneer hij de leeneed aflegt

Question 10

leenheer

Answer 10

vorst of edelman die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman

Question 10

leenheer

Answer 10

vorst of edelman die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman

Question 11

leenman

Answer 11

de ontvanger van een leen. in ruil voor het leen verricht hij militaire of bestuurlijke diensten voor de leenheer

Question 12

missionaris

Answer 12

iemand die onder niet-christenen het christelijk geloof verspreid

Question 13

pachtboer

Answer 13

boer die niet de eigenaar is van het grond die hij bewerk, maar pacht(huur) betaalt aan de eigenaar

Question 14

vazal

Answer 14

aanvankelijk iemand die deel uitmaakte van het gevolg van een vorst en zich door een eed van trouw aan hem had verbonden. later min of meer een synoniem voor leenman

Question 15

vroonland

Answer 15

het deel van het domein dat direct wordt gebruikt door de heer