Begrippen H1 t/m H3 Flashcards

1
Q

opeenvolging van stappen of fasen

A

de cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

in het begin

A

aanvankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

testproject

A

het pilotproject

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit elkaar halen (2)

A

1) de demontage
2) ontmantelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het geheel van erfelijke informatie in een cel

A

het genoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

goedkeuren, het ergens mee eens zijn

A

onderschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

commentaar, kritische opmerking

A

de kanttekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aanpassen, andere vorm geven

A

modificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarschijnlijk

A

vermoedelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van genen op moleculair niveau

A

de moleculaire genetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

moreel verantwoord, over goed en kwaad

A

ethisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

reageerbuisbevruchting

A

de ivf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vergisting

A

de fermentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mogelijkheid, dat wat iemand kan

A

de potentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kritisch zijn bij het uitkiezen

A

selectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

krachtige invloed, effect

A

de impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

onderzoek om te achterhalen of iemand schuldig is aan een misdrijf

A

het strafrechtelijk onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

door meerdere onderdelen bepaald

A

multifactorieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

(vaak eenmalig) samenwerkingsverband tussen bedrijven

A

het consortium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

regelen, in orde brengen

A

reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

merkteken, vooroordeel

A

het stigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

genoemd, als voorbeeld gebruikt

A

aanhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

kort verhaal met een boodschap

A

de parabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

gericht op het maken van winst

A

commercieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

onbetaald

A

onbezoldigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

1) als iets uit jezelf komt
2) wezenlijk, belangrijk

A

intrinsiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

plaats waar iets is ontstaan, daar waar de oorsprong ligt

A

de bakermat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

1) lijst met gegevens
2) (taalkunde) aan de situatie gebonden taalgebruik

A

het register

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

(muziek) notering van een compositie

A

de partituur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

uitstekend, uitmuntend, vooraanstaand

A

eminent

31
Q

onderwijzend, alles wat het leren stimuleert

A

didactisch

32
Q

het naar hoger niveau brengen

A

de verheffing

33
Q

geniaal

A

virtuoos

34
Q

denkbeeldig

A

fictief

35
Q

kleinerend, op een kwetsende vernederende manier

A

denigrerend

36
Q

nieuw woord dat voor het eerst in een taal wordt gebruikt

A

de nieuwvorming

37
Q

een woord dat is ontstaan uit het proberen een geluid na te bootsen (2)

A

1) klanknabootsing
2) onomatopee

38
Q

weergeven van de inhoud in eigen woorden

A

parafrase

39
Q

zich verzetten tegen

A

weerstand bieden aan

40
Q

met een eigen, afwijkend karakter

A

idiosyncratisch

41
Q

opvallend

A

saillant

42
Q

aan elkaar koppelen, met elkaar in verband brengen

A

associatie

43
Q

dwingen

A

nopen

44
Q

bemiddelaar

A

intermediair

45
Q

ontcijferen

A

decoderen

46
Q

stilstaand

A

statisch

47
Q

bewegend

A

dynamisch

48
Q

apparaat om tonen te regelen, hier: gelijkmaker

A

equalizer

49
Q

iets beeldend voorstellen

A

visualiseren

50
Q

dwars, eigenzinnig, koppig

A

weerspannig

51
Q

opvallend goede kunstzinnige prestatie

A

het artistieke hoogstandje

52
Q

behoefte

A

gading

53
Q

gebruiken, afspraken

A

de conventie

54
Q

samenhang

A

de cohesie

55
Q

inhoudelijke samenhang

A

de coherentie

56
Q

1) ontleden van het lichaam
2) uiteenrafelen

A

dissecteren

57
Q

gelood in het bestaan van één god

A

monotheïstisch

58
Q

genetisch identieke nakomeling van één ander wezen

A

de kloon

59
Q

massale vernietiging, systematische vervolging en uitroeiing van Joden door de nazi’s voor en tijdens WW2

A

de holocaust

60
Q

eerste

A

primair

61
Q

rondgaand

A

circulair

62
Q

eerste product, bedoeld om te testen voordat er meer van gemaakt worden

A

het prototype

63
Q

logisch gevolg

A

de consequentie

64
Q

manier waarop in een bedrijf winst wordt gemaakt

A

het verdienmodel

65
Q

gezichtspunt, oogpunt

A

het perspectief

66
Q

verwijderen van bepaalde zaken uit teksten of films omdat ze verboden zijn

A

censureren

67
Q

de benaming van de dingen in een bepaald vak

A

de teminologie

68
Q

materialen die uit de aarde worden gewonnen voor de productie van goederen

A

de primaire grondstof

69
Q

het uitkiezen van een embryo alvorens het terug te plaatsen in de baarmoeder

A

de embryoselectie

70
Q

nabootsing van de werkelijkheid

A

de simulatie

71
Q

eiwit

A

het enzym

72
Q

rijsmiddel, een eencellig organisme

A

de gist

73
Q

vernieuwing

A

de innovatie