Begrippen criminaliteit Flashcards

1
Q

Sociobiologische theorie

A

Houdt zich bezig met onderzoek naar de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag bij dieren, inclusief de mens.
Idee: Criminaliteit van mensen hoort bij hun natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aangeleerd – gedragtheorie

A

Crimineel gedrag wordt aangeleerd. Zoals we alles leren van onze omgeving, is dat bij crimineel gedrag ook zo. We zien anderen die crimineel gedrag vertonen, en nemen dat over.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gelegenheidstheorie

A

Ieder individu kiest voor zichzelf de meest gunstige optie. De mens is rationeel denken. Hierdoor zullen wij in een winkel een afweging maken tussen kosten en baten, en in onze ogen de juiste beslissing maken. In sommige situaties is dat dus diefstal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anomietheorie

A

Dit heeft te maken met de positie op de maatschappelijke ladder. Mensen met een lage positie accepteren dat ze niet hoger komen, waardoor ze delicten plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Etiketteringstheorie

A

Bepaalde groepen worden standaard als crimineel aangewezen, en die groepen accepteren dat, waardoor ze ook inderdaad aan criminaliteit doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bindings- of integratietheorie

A

Mensen gedragen zich goed omdat ze niemand om hun heen kwijt willen raken. Op het moment dat die mensen om hun heen er niet meer zijn, is diegene eerder geneigd tot criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Socialecontroletheorie

A

Des te minder contact en invloed er is met ouders en overheid, des te meer kans op criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de doelen en de betekenissen van rechtsregels?

A
  • Rechtszekerheid
  • Orde aanbrengen
  • Onafhankelijke rechtspraak
  • Conflicten vreedzaam kunnen oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de grondbeginselen van de rechtstaat

A
  • Er is sprake van scheiding van de machten
  • De grond- of vrijheidsrechten worden gewaarborgd
  • De overheid is vanwege het legaliteitsbeginsel zelf ook gebonden aan regels en wetten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaraan moet een rechtsgang voldoen

A
  • Eerlijk proces
  • Onschuldspresumptie
  • Dwangmaatregelen zijn gebonden aan wettelijke grenzen
  • Iedereen heeft recht op adequate verdediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor kan klassenjustitie ontstaan

A
  • Verdachten met een betere maatschappelijke positie zijn zich beter in staat te verdedigen
  • Door vooroordelen een stereotyperingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn dé drie onderdelen van het integrale veiligheidsbeleid

A
  • De nadruk ligt op het voorkomen van onveiligheid
  • Bij zware criminaliteit en georganiseerde misdaad speelt het strafrecht een primaire rol. Bij veelvoorkomende criminaliteit is het strafrecht ondergeschikt, dat wil zeggen dat strafmaatregelen pas worden toegepast als preventie niet of onvoldoende blijkt te werken.
  • Er is een belangrijke rol weggelegd voor samenwerking tussen verschilde maatschappelijke instanties. Maar ook roept de overheid burgers nadrukkelijk op om te helpen bij opsporing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor preventieve maatregelen kunnen helpen bij veelvoorkomende criminaliteit?

A

-Meet (sociale) controle
-voorlichting
-Zorgen voor een veilige omgeving
Structurele maatregelen zoals: investeren in scholing en werkgelegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor repressieve maatregelen kunnen helpen bij veelvoorkomende criminaliteit?

A
  • Opsporing
  • Vervolging
  • Gevangenisbeleid
  • Nieuwe wetgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de taken van de politie?

A
  • Handhaving van de openbare orde
  • Hulpverlening
  • Opsporing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat mag de politie zonder toestemming?

A
  • Een verdachte staande houden
  • Een verdachte arrestteren
  • Fouilleren
  • In beslag nemen
  • Iemand voor maximaal zes uur vasthouden
17
Q

Waar heeft de politie toestemming voor nodig?

A
  • Huiszoeking
  • Inzetten van infiltranten
  • Inkijkoperaties
  • Gecontroleerde doorvoer
  • Informaten geld betalen
  • Preventief fouilleren
18
Q

Welke drie keuzes heeft het OM in een zaak?

A
  • Seponeren
  • Schikken
  • Vervolgen
19
Q

Wanneer seponeert het OM een zaak?

A
  • Als veroordeling niet haalbaar lijkt
  • Als de verdachte al op een andere manier gestraft is
  • Als veroordeling niet in het algemeen belang is
20
Q

Wat doet een kantonrechter?

A

Een kantonrechter behandelt voor zaken binnen het burgerlijkrecht vooral huur- en arbeidsgeschillen

21
Q

Wat doet een politierechter?

A

Een politierechter houd zich bezig met lichte misdrijven en mag maximaal een jaar gevangenisstraf opleggen.

22
Q

Hoe verloopt een rechtszaak

A
  • Opening
  • Aanklacht
  • Onderzoek
  • Verhoor van de verdachte
  • Requisitoir
  • Pleidooi
  • Laatste woord
  • Vonnis
23
Q

Welke vier inhoudelijke vragen moeten worden gesteld om te zeggen of iemand wel of niet schuldig is .

A
  • Is het feit geheel bewezen
  • Levert het bewezen feit een strafbaar feit op
  • Is de dader strafbaar (ontoerekeningsvatbaar?)
  • Welke straf moet worden opgelegd
24
Q

Wat zijn de reden om iemand te straffen?

A
  • Vergelding
  • Generale preventie (Afschrikkend effect)
  • Speciale preventie (Dat een specifieke dader in de toekomst in herhaling valt)
  • Beveiliging van de samenleving
  • Handhaving van de rechtsorde
  • Genoegdoening aan het slachtoffer
25
Q

Welke omstandigheden neemt de rechter ook mee bij het bepalen van een straf

A
  • De kosten

- Een mogelijk cellentekort

26
Q

Wat zijn de taken van de reclassering?

A
  • Hulp aan verdachten en gevangen
  • Adviseren van rechters en het OM
  • Toezicht houden bij schorsing van een voorlopige hechtenis of bij voorwaardelijke invrijheidsstelling
  • Toezicht bij werkstraffen
  • Re-integratie
27
Q

Wat zijn de taken van het OM?

A
  • Opsprongstaak
  • Vervolgingstaak
  • Berechtingstaak
  • Strafuitvoerende taak