Begrippen Bij H9 Flashcards
1
Q
Pathogenen
A
Ziekte verwekkers
2
Q
Antigen
A
Alle lichaamsvreemde stoffen
(Niet ziek, vb = pollen)
3
Q
Afweersysteem
Immuunsysteem
A
Micro-organismen / lichaamsvreemde stoffen elimineren
4
Q
Niet specifieke afweer
A
Tegen alle mogelijke indringers
5
Q
Fagocytose
A
Insnoeren v vloeistofdeeltjes
6
Q
Celperforatie
A
Perforines met chemische stof
7
Q
Interferonen
A
Geactiveerde signaalstoffen (activeren macrofagen + natuurlijke killercellen)
8
Q
Antistoffen
A
Antilichamen
Immunoglobulinen (Ig)
9
Q
Resistent
A
Immuun
10
Q
T-herlperlymfocyten
A
Signaalstoffen
11
Q
T-suppressorlymfocyten
A
Onderdrukken reacties vh afweersysteem
12
Q
Humorale immuniteit
A
Stoffen die door bloed stromen
13
Q
B-lymfocyten
A
Maken specifieke antistoffen humorale immuniteit aan
14
Q
Natuurlijke immuniteit
A
Zonder iets te doen
15
Q
Passieve immuniteit
A
Via placenta + moederkoek
