Begrippen Beperkingen A Tm D Flashcards
ADL
Algemene dagelijkse levensverivhting
Bv eten, bewegen, horen, zien dingen die je dagelijks doet
Zelfredzaamheid
Mensen stimuleren om dingen zelf te doen wat ze nog kunnen
Robotica
Robots in zetten bij mensen ondersteunen
Artrose
Aandoening, die pijn en stijfheid geeft aan gewrichten door kraakbeen
Motorische handicaps
stoornissen bij het lopen, het gebruik van de armen of handen of het evenwicht)
Zintuiglijke handicaps
stoornissen in het zien, horen, voelen, proeven en/of ruiken)
Bewustzijnsstoornissen
bijvoorbeeld epilepsie of coma)
Andere functiestoornissen (
misvormingen en brandwonden)
Wat is aangeboren bepering en hoe komt dat
Je wordt er mee geboren
Afwijking in de chromosomen
Erfelijkheid
Ongezonde leefwijze van moeder tijdens zwangerschap
Ziekte van moeder tijdens zwangerschap
Wat betekent verworven beperking en door wat krijg je het
verworven beperking als op latere leeftijd de onstaan.
Vlak na de geboorte door zuurstof te kort
Door een ongeluk
Door ouderdom
Door ziekte
motorische beperking
Stoornis met lopen je armen gebruiken. Je kan je lichaam niet gebruiken bevoorbeeld bij een verlamming
Wat betekent Zintuigelijk beperking en welke twee zijn dat
Je kunt niet goed zien of horen
Visueel beperkt: slechtziend
Auditief beperkt: slechthorend
Hoe krijg je het syndroom van Down
Deze handicap ontstaat doordat er tijdens de zwangerschap iets mis is gegaan in de celdeling. In plaats van 46 chromosomen hebben mensen met het syndroom van Down 47 chromosomen.
Kenmerken van syndroom van down noem der 3
De spleten van de ogen staan aan de buiten kant meer omhoog
De armen en benen zijn korter
De neus is vaak kleiner en het gezicht vlakker
De vingers zijn korter
De omtrek van het hoofd is kleiner
SEH
afkorting van spoedeisende hulp
Brandwond
een beschadiging van de huid door warmte, een chemische stof of elektriciteit
NAH
niet aangeboren hersenletsel.
Decorumverlies
niet meer goed weten hoe het hoort.
Dementie
hersenaandoening waarbij het geheugen wordt aangetast.
Desoriëntatie
niet meer weten hoe de omgangsvormen en fatsoensregels zijn.
Vasculaire dementie
dementie die ontstaat door meerdere herseninfarcten.
Diabetes type 2 waar herken je dat aan noem der 3
vaak dorst en veel plassen
veel moe zijn
last van ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien
slecht genezende wondjes
kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen
infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking
Waar herken je diabetes type 1
veel dorst en veel plassen
afvallen zonder dat daar een reden voor is
ziek en beroerd voelen
veel honger hebben, of juist helemaal niet
wazig zien
misselijk zijn of overgeven
Hyper:
te hoge bloedsuikerspiegel.
Hypo.
te lage bloedsuikerspiegel.