Begrippen Flashcards

1
Q

CDG

A

Congenital disorder of glycosylation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functie hyaluronzuur

A

Belangrijkste structuurpolymeer in

  • Glasachtig lichaam (oog)
  • Navelstreng
  • Gewrichtsvloeistof (smerend effect)
  • Vormt onderdeel van kraakbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verzadigd vetzuur met 22C

A

Behenaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk virus treedt een cel binnen door binding aan siaalzuurresidus?

A

Influenzavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vanaf hoeveel AZ spreekt men van een polypeptide?

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de neutrale evolutiehypothese

A

Neutrale evolutiehypothese: aantal veranderingen tussen orthologen van dezelfde eiwitsoort een constante is maal de evolutietijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is DPG een sterkere inhibitor in HBB?

A

In HBG is een positief AZ vervangen door een neutraal -> DPG laat sneller los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderdeel van FAD

A

Isoalloxazine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Myxoedeem

A

Pafferig gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Exoftalmie

A

Uitpuilende ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cretinisme

A

Zware achteruitgang CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ochronose

A

Zwartverkleuring oorschelpen, handen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly