Begrippen Flashcards
De donkere eeuwen
- 1200-750
- nadat de Myceense beschaving ten
onder ging, stortte pleis-economie in en werd lineair-B vergeten, Ionische volksverhuizing,
afname bevolking en materiële cultuur, Doriërs vielen gebied binnen en vestdigden zich in
Klein-azië, Kreta en Peloponnesus
ionische volksverhuizing
grieken verhuisden van Griekenland naar westkust klein-Azië
Homerus
schreef de Illias (over Troje) en de Odyssee (over de held Odysseus),de enige
bron die we hebben uit de donkere eeuwen → verteld ons wat over de belangrijke rol van
steden en het sterke competitie-element, grote betekenis voor latere griekse cultuur, veel
overeenkomsten gilgames-epos (mondeling, mythisch en historisch, contact goden en
mensen, heldendaden, vaste stof op scholen
de Trojaanse oorlog
ten tijde van de bloeiperiode van de Myceense cultuur, beschreven door Homerus in de donkere eeuwen
de Archaïsche tijd
± 750-500 begin nieuwe Griekse cultuur, valt samen met
Nieuwassyrische rijk, nieuwbabylonische rijk en perzische rijk. Griekse cultuur bevatte oosterse invloeden vanuit perzische heerschappij en handel met de feniciërs en egyptenaren, materiële cultuur en nederzettingen herstelden zich, monumentalisering gebouwen, elite
profileerde grafcultuur, bevolkingsgroei door verbetering landbouw, groei handel op zee, ontstaan polis, aristocratie, griekenland was echter geen politieke eenheid door verschillen polis en ethnos, wel verbonden door gemeenschappelijke goden, taal en tradities, sterk onder
invloed van feniciërs (door handel), griekse expansie over kust middellandse zee en zwarte zee,
polis
samenlevingseenheid en organiatievorm = stadstaat plus omgeving, streefde naar vrijheid van overheersing door een andere grote mogendheid, en autonomie (zelf wetten mogen maken), polis-leven was meest ideale manier van bestaan.
agora
verzamelplaats van volksvergadering
akropolis
verhoogd terrein ter bescherming
aristocratie
groep grootgrondbezittende edelen die hun voorrechten gebaseerd hadden op
afstamming
oikos
huishouden met gezin en afhankelijke boeren en slaven
ethnos
samenwerkingsverband van aantal kleinere gemeenschappen die vooral op militair terrein gezamenlijk optraden
Griekse kolonisatie
breidde in 8e en 7e eeuw uit over middellandse- en zwarte zee,vanwege uitlaatklep groeiende bevolking, oplossing conflicten binnen elite → bouwen nieuw bestaan op en imiteren van fenicische zeereizen, kolonies waren op vruchtbare grond, vormden weer zelfstandige polei, stimuleerde import, expansiebeweging stopte
uiteindelijk doordat ze op tegenstand van perzen, etruksen (italië) en carthagers
nouveaux riches
mensen die zich konden verrijken door handel of nieuwe landbouwmethoden, terwijl traditionele boeren het moeilijker kregen door erfdeling en steeds meer moesten lenen en in schuldgebondenheid raakten
hoplieten
nieuw soort soldaten met wapenuitrusting (schild), streden in falanx (gesloten
slagorde), solidariteit en saamhorigheid was belangrijk
Hesiodus
schrijver van epos ‘werken en dagen’ over lagere klassen en bestaan boerenleven en ‘theogonie’ over de hiërarchie van goden