Begrippen 5.0 Flashcards
Open coderen
De verzamelde gegevens worden opgedeeld in kleinere stukken. Deze kleine stukken krijgen dan een naam/label (code) die bij ze past. De code geeft per stuk tekst het hoofdthema van dat stuk tekst. Er worden dus aparte groepen gemaakt van de data, elke groep heeft een aparte code
Axiaal coderen
Die namen die je hebt gegeven aan de groepen bij open coderen moeten met elkaar in relatie gebracht worden. Veel labels kunnen namelijk dubbel voorkomen. Bepaalde namen horen bij elkaar en deze krijgen dan een overkoepelende naam/code.
Selectief coderen
Het verbinden van de de concepten met elkaar. Hier wordt de theorie gevormd en uitgewerkt.
Codeboom
Een soort mindmap waarin je de codes ordent
Inductieve analyse
Bij een inductieve analyse wordt er data verzameld en deze wordt vervolgens geanalyseerd. Hierna komt de onderzoeker tot een eerste veralgemenisering en daarna worden er nieuwe observaties gedaan. Dit proces wordt herhaald totdat er theoretische saturatie bereikt is.
Deductieve analyse
Er is een bepaalde theorie waar vanuit een hypothese wordt afgeleid. Deze wordt getest met behulp van data. Deze gevonden data zorgt er dus voor dat de hypothese wordt bevestigd of verworpen
Framework analyse
Een inhoudsanalysemethode waarbij gegevens binnen een thematisch kader worden samengevat en geclassificeerd. In tegenstelling tot het bijhouden van onbewerkte gegevens, wordt er gebruik gemaakt van tabellen met alleen samenvattingen van gegevens, zodat de onderzoeker het gegevensbereik voor thema’s gemakkelijk kan zien. Thema’s zijn al bekend.
Thematische inhoudsanalyse
Data-analysetechniek die bij onderzoek wordt gebruikt om kwalitatieve data te analyseren. Methode wordt meestal toegepast op een reeks teksten, zoals interviewtranscripten. Onderzoeker analyseert hierbij de gegevens nauwkeurig om gemeenschappelijke of overkoepelende thema’s, ideeën en patronen te identificeren. Thema’s worden tijdens onderzoek geïdentificeerd.