Begrippen Flashcards

1
Q

Credibility ( waarheidsgetrouw)

A

In kwalitatief gaat het erom dat de interpretaties die de onderzoeker van zijn data maakt, overeenstemmen met de gegevens die hij heeft verzameld. Deze interpretaties zijn geloofwaardig als deze herkenbaar of betekenisvol zijn voor de bestudeerden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Transferability (toepasbaarheid)

A

Bij kwalitatief onderzoek gaat het hier niet over of steekproef resultaten generaliseerbaar zijn voor een populatie, maar of de resultaten toepasbaar/overdraagbaar zijn naar andere contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dependability (consistent)

A

In kwalitatief onderzoek gaat het hier niet over de repliceerbaarheid van het onderzoek, maar om de vraag of de context van het onderzoek goed is weergegeven in de data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Confirmability (neutraal)

A

Volgen de bevindingen logisch uit de data (niet uit veronderstellingen)? En kan dit aangetoond worden? Dit betekent niet dat kwalitatief onderzoek neutraal zegt te zijn, maar wel moet de onderzoeker bewust zijn van zijn rol in het onderzoek en kritisch op zijn rol kunnen reflecteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peer debriefing

A

het raadplegen van vakgenoten en experts. Interpretatie voorleggen en kijken of de opvattingen overeen komen. Hiermee identificeer je aannames en vooroordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zelfreflectie

A

een figuurlijke spiegel voor jezelf houden om jezelf bewust te worden van de handelingen die je uitvoert. Je kijkt naar jezelf en overdenkt je eigen handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Audit-trial (controlespoor)

A

een procedure om herhaaldelijkheid te garanderen. De stappen die uitgevoerd zijn in een bepaalde volgorde, worden vastgelegd net als in een logboek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Triangulatie

A

het gebruiken van meerdere bronnen of middelen om meer begrip te krijgen in hetgeen wat je onderzoekt. Hierdoor krijg je meer diepgang en details. Zoals bijvoorbeeld het vergelijken en gebruiken van verschillende bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Member check

A

De onderzoeker gaat na zijn analyse terug naar de setting of de bevraagde respondenten en legt hen de resultaten van het onderzoek voor. Op die manier kan hij nagaan of zijn resultaten door de ogen van de betrokkenen zelf als geloofwaardig beoordeeld worden. Dit geeft respondenten betrokkenheid, maar respondente kunnen ook nog aanvullingen geven als ze terugkoppeling geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thick description

A

Bij een thick description gaat het erom om de juiste diepgang te creëren in je gegevens. Het gaat hierbij niet om het onderzoeksvoorwerp enkel te beschrijven, maar ook in een bredere context te plaatsen. Het is dus van belang dat je een scherpe observatie hebt van de achterliggende belevingswereld van mensen. Een contextschetsing is essentieel voor de overdraagbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deviant cases

A

Zijn cases die speciaal of anders zijn dan de norm, ze ondermijnen of spreken je analyse tegen. Door middel van deviant cases krijg je de volledige scope, het bereik, in kaart, waardoor je de variatie in soorten cases kan uitleggen. Hierdoor worden je resultaten sterker en versterk je ook de geloofwaardigheid van het eindresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly