Begrippen 3.5-3.9 Flashcards

1
Q

Biologische verwering

A

Verwering waarbij het gesteente uit elkaar valt doordat wortels van planten en bomen de spleten van het gesteente binnentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Chemische verwering

A

Verwering waarbij het gesteente oplost door inwerking van water, zuren en zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fysische verwering

A

Mechanische verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mechanische verwering

A

Verwering waarbij het gesteente verbrokkelt door het bevriezen van water, temp wisselingen of de werking van wortels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verwering

A

Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vorst verwering

A

Verwering waarbij het gesteente uit elkaar valt doordat water in de spleten van het gesteente bevriest en spleten groter worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aardverschuiving

A

Een vorm van een massabeweging waarbij een stuk helling begint te schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Erosie

A

Een uitschurende werking van water, wind of ijs dat in beweging is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Massabeweging

A

Het langs een helling naar beneden bewegen van verwrringsmateriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Morene

A

Materiaal dat door een gletsjer wordt neerglegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Puinhelling

A

De ophoping van gesteenten die door massabewegingen langs de helling naar beneden zijn gekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Puinwaaier

A

De kegelvormige ophoping van verweringsmateriaal die ontstaat zodra de stroomsnelheid van een rivier plotseling snel afneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rivierstelsel

A

De hoofdrivier met al haar zijrivieren en zijtakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stroomgebied

A

Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via één hoofdrivier wordt meegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Transport

A

Het vervoer van verweringsmateriaal door ijs, water en wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afzettingsmilieu

A

De omstandigheden (zoals klimaat, type en snelheid van transport) waaronder sediment wordt afgezet

17
Q

Delta

A

Nieuw land in zee dat ontstaat op een plaats waar een rivier in zee uitmondt en sediment ophoopt

18
Q

Estuarium

A

Een trechtervormige riviermonding die ontstaat bij grote verschillen tussen eb en vloed

19
Q

Kalksteen

A

Sedimentgesteente dat ontstaat door het samenpersen van schelpen eb kalkskeletten

20
Q

Schalie

A

Sedimentgesteente dat ontstaat door het samenpersen van lagen klei

21
Q

Sedimentatie

A

Het ophopen van sediment op plaatsen waar de snelheid van water of wind afneemt

22
Q

Zandsteen

A

Sedimentgesteente dat ontstaat door het samenpersen van lagen zand

23
Q

Endogeen process

A

Process dat van binnenuit op de aardkorst inwerkt, zoals een aardbeving, vulkanisme, platentektoniek en gebergtevorming

24
Q

Exogeen proces

A

Proces dat van buitenaf op de aardkorst inwerkt, zoals verwering, erosie en sedimentatie

25
Hydrologische kringloop
De kringloop van het water
26
Schild
De kern van het continent waar de oudste gesteenten voorkomen
27
Dieptegesteente
Stollingsgesteente dat ontstaat wanneer magma ondergronds afkoelt en stolt
28
Gesteentekringloop
De doorgaande omvorming van stollingsgesteente naar sedimentgesteente naar metamorf gesteente
29
Intrusie
Strijdend magma dat vast gesteente binnendringt, afkoelt en stolt
30
Leisteen
Metamorf gesteente dat ontstaat uit schalie
31
Marmer
Metamorf gesteente dat ontstaat uit kalksteen
32
Metamorf gesteente
Gesteente dat ontstaat doordat bestaand gesteente onder invloed van hoge temp en grote druk langzaam wordt vervormd
33
Stollingsgesteente
Gesteente dat ontstaat door vloeibare lava of vloeibare magma stolt
34
Uitvloeiingsgesteente
Stollingsgesteente dat ontstaat wanneer lava aan het aardoppervlak afkoelt en stolt