Begrippen 3.1-3.4 Flashcards

1
Q

Aardkern

A

Het binnenste deel van de aarde waar de warmte ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aardkorst

A

Het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken aardbodem en stukken continent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aardmantel

A

Het deel van de aarde tussen de aardkern en de aardkorst; het bestaat uit de binnenmantel en de buitenmantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aardwetenschap

A

Wetenschap die zich bezighoudt met de processen in en op de aarde (hydrosfeer, atmosfeer) en de gevolgen daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Actualiteitsprincipe

A

Het idee dat processen in het verleden hetzelfde verliepen als processen tegenwoordig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Asthenosfeer

A

Het gedeelte van de mantel dat gedeeltelijk vloeibaar is en waar de lithosfeer overheen beweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Basalt

A

Stolingsgesteente dat ontstaat bij vulkaan uitbarstingen en veel in oceanische korst voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geologische tijdschaal

A

De indeling van de geschiedenis van de aarde in tijdvakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geomorfologie

A

Wetenschap die de vorming van het landschap bestudeert en de processen die daarbij een rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Graniet

A

Stollingsgesteente dat ondergronds stolt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lithosfeer

A

De aardkorst en de bovenste deel van de aardmantel die samen als aardplaten bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Midoceanische rug

A

Een wereldwijd aaneengesloten ‘onderwater gebergte’ op de oceaanbodem ontstaan doordat oceanische korst uit elkaar drijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Trog

A

De diepste plaatsen in de zeebodem die ontstaan waar oceanische korst onder de andere korst wordt geduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Convergente plaatgrenzen

A

De plaatgrenzen waarbij aardplaten naar elkaar bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Divergente plaatgrenzen

A

De plaatgrenzen waarbij aardplaten uit elkaar bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Paleografie

A

Wetenschap die de ligging en beweging van de continenten op aarde door de geologische geschiedenis heen bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Platentektoniek

A

Het bewegen van de aardplaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Subductie

A

Het wegduiken van oceaanbodem in de aardmantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Supercontinent Pangea

A

Het enorme continent dat ongeveer 200 miljoen jaar geleden bestond uit alle huidige continenten samen

20
Q

Transforme plaatgrenzen

A

De plaatgrenzen waarbij aardplaten langs elkaar bewegen

21
Q

Ridge push

A

Kracht die optreedt bij de midoceanische rug waar oceanische lithosfeer door zijn gewicht de rest van de aardplaat zijdelings wegduwt

22
Q

Slab pull

A

Wegzakkende oceanische lithosfeer trekt door zijn gewicht de rest van de aardplaat met zich mee de mantel in

23
Q

Basaltstroom

A

Uitvloeiende lavastroom bij divergente breuken en hotspots die basalt bevat

24
Q

Caldera

A

Een grote cirkelvormige krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ingestort na het snel leeglopen van de magmakamer

25
Effusieve eruptie
Een vulkaanuitbarsting met een rustig verloop
26
Explosieve eruptie
Een explosief verlopende uitbarsting van een vulkaan
27
Hotspot
Plek op aarde waar in de aardmantel pluimen van zeer heet magma omhoogkomen
28
Mantelpruimem
Plek in de mantel waar stijging plaatsvindt van extra hete magma; dit veroorzaakt hotspots aan de oppervlakte
29
Pyroklastica
Al het materiaal dat bij een vulkaanuitbarsting in de lucht wordt geslingerd, zoals lava, as en stenen
30
Schildvulkaan
Een vulkaan die ontstaat doordat de dun vloeibare basaltische lava ‘rustig’ vanuit de krater uitstroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken
31
Stratovulkaan
Kegelvormige vulkaan die bestaat uit een geslaagde opbouw van afwisselend as- en lavalagen
32
Viscositeit
Hoe vloeibaar een vloeistof is; een hoge viscositeiten betekent dat de stof erg stroperig is
33
Bekken
Lagergelegen deel in een landschap waardoor daar zich materiaal kan ophopen
34
Breuk
Scheur in de aardkorst ontstaan als gevolg van rek of druk
35
Gebergtevorming
Het ontstaan van gebergten als gevolg van platentektoniek
36
Horst
Een stuk aardkorst naast een slenk die op oorspronkelijke hoogte is gebleven
37
Magnitude
De sterkte van een aardbeving gemeten aan de hand van de hoeveelheid vrijgekomen energie
38
Momentmagnitudeschaal
Schaal om magnitude van aardbevingen te meten; opvolger van de schaal van Richter
39
Plooien
Gesteente dat door de druk in de aardkorst verbogen wordt
40
Plooiingsgebergte
Gebergte dat instaat door de druk in de aardkorst waarbij gesteente geplooid en opgeheven wordt
41
Puinhelling
De ophoging van stenen die door massabewegingen langs de helling naar beneden zijn gekomen
42
Riftschouder
De rand van een riftvallei die door de druk van de aardmantel hoger is komen te liggen
43
Riftvallei
Langgerekt lagergelegen gebied veroorzaakt door het dunner worden en inzakken van de aardkorst als gevolg van divergentie
44
Sedimentgesteente
Gesteente dat ontstaat door het samenpersen van sedimenten
45
Seismologie
Wetenschap -> trillingsgolven
46
Slenk
Een stuk aardkorst dat langs een breuk naar beneden is gezakt
47
Tsunami
Grote golf die ontstaat door aardbevingen op de bodem van de oceaan