Begrippen Flashcards
metafysica
bestudeert de aard en de structuur van de wereld, het wezen van de werkelijkheid en wat daarachter zit.
epistemologie
kennisleer; bestudeert aard, structuur en mogelijkheid van kennis
normatieve universum
verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen, geboden en verboden; kunnen opgesplitst worden in ethische, juridische en esthetische.
algemene wetenschapsfilosofie
fundamentele filosofische kwesties die verband houden met de wetenschap
toegepaste wetenschapsfilosofie
filosofische vragen met betrekking op specifieke wetenschappen.
sciëntisme
overtuiging dat natuurwetenschappen enige bron zijn van echte kennis over eender welk onderwerp
intellectuele bescheidenheid
geloof legt grenzen op aan het weten; sommige waarheden zijn ‘van bovennatuurlijke origine’, en kunnen niet door menselijk verstand begrepen worden, ze moeten worden aanvaard.
doeloorzaak
een oorzaak die in de toekomst ligt; oorzaak die tegelijk dienst doet als doel; alles in de werkelijkheid streeft ernaar doel te vervullen
mechanische oorzaken
oorzaken die eigen zijn aan een bepaald voorwerp en die vooraf gaan aan beweging
scholastiek
zien werkelijkheid als bezield geheel waarin alles eigen natuurlijke plaats heeft en die bezieling houdt werkelijkheid in beweging.
principe van oorzakelijkheid
alles heeft oorzaak en die oorzaak moet minstens even groot zijn als het gevolg.
rationalisme
gaat uit van het verwerven van kennis door het gebruik van verstand
empirisme
- gaat uit van het verwerven van kennis door zintuigelijke waarnemingen.
- zintuigen van groot belang om tot waarheid te komen; zintuigen tonen de wereld zoals ze is.
mechanisering van het wereldbeeld
vervangen van doeloorzaken door mechanische oorzaken.
dualisme
opvatting dat hersenen en lichaam ( fysisch spul ) en mentale toestanden ( geestesspul ) fundamenteel van elkaar verschillen.
wet van Lavoisier
fysische wereld is gesloten systeem, waarin totale hoeveelheid massa en energie constant blijft; causale processen binnen dat systeem zijn mogelijk, maar niet van niet-fysische aard.
- wet van behoud van de massa
materialisme volgens Mettrie
- geest en hersenen zijn identiek
- lichaam is een machine, en elk onderdeel aangedreven door kracht die inherent is aan dat onderdeel
- denken = simpelweg eigenschap van de materie
naturalisten ( context fysicalisme )
overtuiging dta mensen en hun mentale vermogens onderdeel uitmaken van de natuurlijke wereld beschreven door natuurwetenschappen.
eliminativistisch fysicalisme
= eliminativisme
- mentale toestanden bestaan gewoon niet
- men basseert zich enkel op natuurwetenschappenb ( als hersenwetenschappen ) en fysica
- inspo : flongiston-theorie
reductionistisch fysicalisme
= reductionisme
- mentale fenomenen bestaan, maar vallen samen met en zijn te herleiden tot fysische processen en beschrijvingen
- psychologische opvattingen, theorieën en waarnemingen worden gereduceerd tot een fysische variant
niet-reductionistisch fysicalisme
= eigenschapsdualisme
- guldenmiddenweg tussen dualisme en fysicalisme
- psychologische beschrijvingen en verklaringen zijn correct, ook al zijn fysische beschrijvingen en verklaringen fundamenteler
- kijken naar waar we geïnteresseerd zijn -> wereld op verschillende manieren bekijken.
qualia
subjectieve aspecten van bepaalde mentale toestanden; niet-fysisch feit
-> vb: hoe het voelt om jeuk te hebben?
zintuigelijke wereld
wereld die toegankelijk is met zintuigen; wereld waarin we geboren worden, leven => tijdelijk en veranderlijk
ideeënwereld
wereld die essentie, sjablonen bevat van de zintuigelijke wereld => eeuwig en onveranderlijk.
toegankelijk voor mensen die afstand kunnen doen van zintuigelijke wereld.
psychologisch essentialisme
universeel menselijke neiging om automatisch essentie, gelijkenis toe te kennen aan verzameling levende wezens.
ressentiment
een reactieve psychologische toestand
=> emotie die ontstaat als reactie op een bepaalde stand van zaken die onaangenaam is en die desondanks niet op eigenhoutje opgelost kan worden.
-> men creëert waarden en overtuigingen die negatieve en onvermijdelijke toestanden minimaliseren
sofisten
groepje rondtrekkende leerkrachten ten tijde van Plato die onderwezen in ethiek, logica en retorica
-> oneens met misprijzen van meningen en zintuigen
realisme
werkelijkheid is onafhankelijk van ons denken en spreken, onverbloemde weergave van werkelijkheid ( onaangename en negatieve kant )
dionysische
verwijst naar Griekse god Dionysus.
->wanorde en chaos
apollonische
verwijst naar Griekse god Apollo
-> orde en harmonie
genealogie
methode of manier om onstaansgeschiedenis van begrip, theorie, overtuiging te achterhalen; vooral zoektocht naar niet-rationele elementen; soort ontmaskering
übermensch
concept van hoogst mogelijke ontwikkelde mens. vaardig in alles, intellectueel, maar ook lichamelijk. Mens die volledig vrij en onafhankelijk is en het leven en universum bevestigd.
- Term van Nietzsche