Begrippen Flashcards

1
Q

Akkerbouw

A

Het telen van gewassen op grote akkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Arbeidsmarkt

A

De vraag en aanbod van werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Arbeidsproductiviteit

A

De gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Arbeidsproductiviteit

A

De gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Automatisering

A

Het vervangen van een stukje mensen werk door computers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bosbouw

A

Het aanleggen en onderhouden van bos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Culturele dimensie

A

Het bestuderen van verschijnselen in de relatie tot taal religie en gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Economische dimensie

A

Het bestuderen van verschijnselen in relatie tot zaken als welvaart werkgelegenheid productie en handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Export

A

Het verkopen van grondstoffen producten en diensten aan het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gemengde landbouw

A

Boeren combineren meerdere soorten landbouw in hun bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genetische modificatie

A

Door het veranderen van de erfelijke eigenschappen van planten probeert men betere plantenrassen te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Groene revolutie

A

*De enorme productieverhoging in de landbouw in
(ontwikkelingslanden door de invoering van kunstmest,
chemische bestrijdingsmiddelen en verbeterde
plantenrassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Halffabrikaat

A

Een tussenproduct van de industrie dat nog verder bewerkt moet worden tot een product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Import

A

Het invoeren van grondstoffen producten en diensten uit het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Infrastructuur

A

Alle bovengrondse en ondergrondse verbindingen zoals wegen havens spoorlijnen pijpleidingen en kabels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Innovatie

A

De ontwikkeling van de nieuwe of verbeterde producten en diensten

17
Q

Intensivering

A

De verhoging van de opbrengst per hectare of per dier

18
Q

Irrigatie

A

Kunstmatige bevloeiing van landbouwgrond

19
Q

Lichte industrie

A

Fabrieken die halffabrikaten verwerken tot producten die aan consumenten verkocht kunnen worden

20
Q

Mechanisatie

A

Het vervangen van een stukje mensen werk door het gebruiken van machines

21
Q

Multinational

A

Onderneming die vestigingen in verschillende landen heeft

22
Q

Natuurlijke dimensie

A

Het bestuderen van verschijnselen in relatie tot de natuurlijke omgeving

23
Q

Natuurlijke hulpbronnen

A

Alle voor de mens bruikbare producten uit de natuur

24
Q

Politieke dimensie

A

Het bestuderen van verschijnselen in relatie tot conflicten de overheid of grenzen

25
Q

Productiefactoren

A

De middelen die nodig zijn om goederen of diensten te produceren natuur arbeid en kapitaal

26
Q

Robotisering

A

Het verschijnsel dat steeds meer werkzaamheden worden uitgevoerd door robots in plaats van door mensen

27
Q

Ruilvoet

A

De verhouding tussen de prijs van de geëxporteerde goederen en de prijs van de geïmporteerde goederen van een land

28
Q

Schaalvergroting

A

Uitbreiding van een bedrijf om efficiënter te kunnen werken en de kosten per productie te verlagen

29
Q

speciale Economische Zone

.

A

Gebied waar buitenlandse bedrijven zich teen gunstige

worwaarden kunnen vestigen

30
Q

specialisatie

A

Boeren richten zich op één soort landbouw.

31
Q

tuinbouw

A

Het telen van groenten, fruit en bloemen op akkers of in

kassen.

32
Q

veeteelt

A

Het houden en fokken van vee.

33
Q

vestigingsfactoren

A

Redenen waarom en bedrijf voor en bepaalde plaats kiest.

34
Q

Zware industrie

A

Fabrieken waarin grote hoeveelheden (vaak zware) grond-
stoffen worden verwerkt. Meestal maken deze fabrieken
halffabricaten: een sort tussenproducten.