BBE H1 Ondernemingen en hun functie in de economie Flashcards

1
Q

Welke sectoren horen tot de non-profitsector?

A

Overheidssector en Particuliere sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de overheidssector?

A

Deze bestaat uit het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen. De overheid levert vooral collectieve goederen en diensten, deze zijn voor de bevolking in het geheel. Deze maken gebruik van het budgetmechanisme: overheid heft gedwongen belastingen en stelt een budget beschikbaar voor collectieve goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Privatisering algemene voorzieningen

A

Voorzieningen die los worden gemaakt van de overheid en op de markt hun bestaat moeten bewijzen, zoals OV, telefonie, postbezorging en energielevering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Particuliere non-profitsector

A

Organisaties als amateursportverenigingen en goede doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillen tussen profit en non-profit:

A

Het doel om maatschappelijk van belang geachte voorzieningen tot stand te brengen.

Non-profit kan normaliter niet voortbestaan door zakelijke markttransacties uit te voeren en zijn dus niet economisch zelfstandig.

Beoordeling van effectiviteit is bij non-profit veel moeilijker, kan niet gebaseerd worden op winstcijfers maar bijvoorbeeld door wachttijden in kaart te brengen en enquetes te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke rechtsvormen zijn er?

A

Geen rechtspersoon: eenmanszaak, vennootschap onder firma of maatschap
Rechtspersoon: nv, bv of coöperatie
Non-profit: stichting en vereniging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschil maatschap en vof

A

MAatschap is bij samenwerkingsverbanden van beoefenaren van vrije beroepen zoals artsen, advocaten, accountants etc. terwijl VOF bij handels of productieactiviteiten is. Bij een maatschap zijn de maten niet hoofdelijke aansprakelijk voor een schuld maar voor gelijke delen, bij een VOF kan elke vennoot hoofdelijk aansprakelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil vof en cv

A

Bij een cv zijn er stille vennoten die niet aansprakelijk gesteld worden voor de ondernemingsschulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschillen bv en nv

A

Bv’s kennen alleen aandelen op naam, in statuten van een bv kan de blokkeringsclausule opgenomen worden die beperking oplegt aan de aandeelhouder bij verkoop van zijn aandelen, bij oprichting nv is minimum beginkapitaal van 45000 vereist bij de bv geen minimum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly