Basiswortzschatz Kapitel 1 - Ferien und Urlaub Flashcards
1
Q
das Abenteuer
A
het avontuur
2
Q
die Aktivität
A
de activiteit
3
Q
das Angebot
A
het aanbod
4
Q
der Ausflug
A
het uitstapje
5
Q
die Broschüre
A
de brochure
6
Q
das Fahhrad
A
de fiets
7
Q
die Fantasie
A
de fantasie
8
Q
die Ferien
A
de vakantie
9
Q
der Ferienpark
A
het vakantiepark
10
Q
das Freibad
A
het openluchtzwembad
11
Q
der Fuẞballplatz
A
het voetbalveld
12
Q
der Golfplatz
A
het golfterrein
13
Q
die Jugend
A
de jeugd
14
Q
das Langlaufen
A
het langlaufen
15
Q
das Pferd
A
het paard
16
Q
der Preis
A
de prijs
17
Q
das Programm
A
het programma
18
Q
die Reitausbildung
A
de paardrijcursus
19
Q
das Reiten
A
het paardrijden
20
Q
die Ruhe
A
de rust
21
Q
die Sauna
A
de sauna
22
Q
das Schwimmbad
A
het zwembad
23
Q
der Sommer
A
de zomer
24
Q
die Sommerferien
A
de zomervakantie
25
der Spaẞ
het plezier
26
der Spielplatz
het sportveld
27
der Sport
de sport
28
die Sporthalle
de sporthal
29
der Urlaub
het verlof
30
das Volleyballfeld
het volleybalveld
31
die Wanderung
de wandeling
32
die Wanderkarte
de wandelkaart
33
der Wanderweg
de wandelweg
34
der Winter
de winter
35
der Wintersport
de wintersport
