Basisstructuur van het recht Flashcards

1
Q

basisstructuur van het recht

A

recht is het totaal aan rechtsregels (ordenen de samenleving en het leven van het individu binnen de samenleving). het nakomen van deze regels kan worden afgedwongen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechtsregels zijn te herkennen aan

A
  • Normen stellen (vaak met gebod of verbod)
  • Uitsluitend menselijk en uitwendig gedrag regelen
  • algemeen en onpersoonlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Objectief recht

A

Totaal van alle rechtsregels (geschreven en ongeschreven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Subjectieve recht

A

de rechten en/of plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeelden Juridische Sanctie

A
  • Iets doen
  • Betalen van schadevergoeding
  • Het ondergaan van straffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rechtsobject

A

Datgene wat voorwerp is van jouw rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doel van objectief Recht

A

De samenleving ordenen en richting geven aan het handelen van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functies van de overheid

A
  • Wetgeving
  • Bestuur
  • Rechtspraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtsgelijkheid

A

De rechtsregel moet in dezelfde situatie op dezelfde manier worden toegepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly