Baby- en peuterleeftijd: fysieke ontwikkeling Flashcards

1
Q

Is de lichaamsgroei een continue of discontinue ontwikkeling?

A

Continue: lichaamsgroei verloopt gradueel, zelf bij groeispurten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk gender heeft een voorsprong op ontwikkeling tot aan de adolescentie?

A

Meisjes lopen 4-6 weken voorop jongens bij geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de term voor groeien van boven naar beneden?

A

Cephalocaudaal: De bovenste helft van het lichaam ontwikkelt sneller dan het onderste deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de term voor groeien van binnen naar buiten?

A

Proximodistaal: De uiteinden van het lichaam groeien later dan hoofd en borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zaken beïnvloeden de lichaamsgroei?

A

Erfelijkheid: lengte, gewicht en snelheid van groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is programmed cell death?

A

Het afsterven van het overschot aan neuronen (20 à 80%) na de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is synaptisch snoeien?

A

Het terug beschikbaar maken van neuronen door de ongebruikte connecties tussen neuronen te verbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is experience-expectant brain growth?

A

De noodzakelijke basisstimulatie die door het brein wordt verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is experience-dependent brain growth?

A

De individuele ervaringen die voor interindividuele verschillen zorgen in hersenontwikkeling; synaptisch snoeien is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is stimulatie noodzakelijk voor hersenontwikkeling?

A

1) gestimuleerde neuronen vormen verbindingen en synapsen
2) synaptisch snoeien
nuance: overstimulatie kan schade toebrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is myelinisatie?

A

Schacht van myeline rond axonen zorgt voor snellere informatieoverdracht waardoor het volume en gewicht hersenen toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat weet je over de cortex?

A

1) eerste ontwikkeling in visuele, auditieve en motorische gebieden
2) later taal en frontale cortex (hogere-orde denken)
3) initieel hoge mate van plasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lateralisatie?

A

2 hemisferen vd hersenen krijgen aparte set functies
Links: verbaal, sequentieel denken, positieve emoties
Rechts: spatiaal, parallel en holistisch denken, negatieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat weet je over het slaappatroon bij baby’s?

A

1) slaappatroon verschuift naar dag-nacht tijdens het 1e levensjaar
2) behoefte aan slaap daalt van 18 tot 12 uur/dag tegen 2e levensjaar
3) meer REM-slaap dan volwassenen: hersenen willen zichzelf prikkelen tijdens slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is habituatie?

A

De graduele afname van de sterkte van een respons na herhaaldelijke blootstelling van een stimulus. Hierdoor verschuift de aandacht en neemt men nieuwe informatie op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is herstel (recovery) van habituatie?

A

Een terugkeer van hogere responsiviteit na het toedienen van een nieuwe stimulus

16
Q

Hoe kan men het kortetermijngeheugen van baby’s testen?

A

Novelty preference: de hernieuwde aandacht bij een nieuwe stimulus na habituatie

17
Q

Hoe kan men het langetermijngeheugen van baby’s testen?

A

Familiarity preference: Hernieuwde aandacht bij gekende stimulus na onderbreking tussen de habituatie en de gekende stimulus

18
Q

Wat gebeurt er wanneer de testfase onmiddellijk na de habituatie volgt?

A

Recovery: hernieuwde aandacht na het toedienen van nieuwe stimulus na habituatie

19
Q

Wat gebeurt er wanneer de testfase veel later na de habituatie volgt?

A

De aandacht is meer gefocust

20
Q

Hoe werkt imitatie bij baby’s?

A

1) Al vanaf 2 dagen oud
2) Deels aangeboren (nature)
3) Spiegelneuronen in de hersenen

21
Q

Wat houdt de ruwe motorische ontwikkeling in?

A

Het verwerven van controle over acties waarmee men de omgeving beter kan verkennen, bv kruipen en wandelen
Proximodistale trend

22
Q

Wat houdt fijne motorische ontwikkeling in?

A

Het verwerven van controle over kleinere handelingen, bv grijpen en reiken
Cephalocaudale trend

23
Q

Wat is de dynamische systeemtheorie?

A

Het verwerven van een gradueel complexer actiesysteem door het aanleren van nieuwe motorische vaardigheden, bv fietsen = trappen, sturen, zitten

24
Hoe loopt de sequentie van motorische ontwikkeling?
Uniform, in tegenstelling tot de snelheid van de vooruitgang welke verschillend is per individu
25
Welke factoren spelen een rol bij het ontwikkelen van een nieuwe vaardigheid?
1) ontwikkeling centraal zenuwstelsel 2) beweeglijkheid van het lichaam 3) doelen van het kind 4) ondersteuning door omgeving
26
Wat zijn kenmerken van de pre-reiken fase?
1) tot 3 maanden 2) slecht gecoördineerde zwaaibeweging naar object 3) geen controle over arm reiken voor grijpen = proximodistaal
27
Wat zijn de kenmerken van de vrijwillig reiken fase?
1) vanaf 3 maanden 2) neemt toe in efficiëntie en snelheid
28
Wat is dualisme wat betreft de zintuigelijke ontwikkeling?
Het niet goed kunnen onderscheiden van subjectieve zelf en buitenwereld
29
Wat is adualisme wat betreft de zintuigelijke ontwikkeling?
overdonderd zijn door wisselende indrukken; stroom van wisselende sensaties
30
Wat zijn de kenmerken van tastzin bij baby's?
1) handpalmen, voetzolen en gelaat meest gevoelig 2) voorkeur voor matige temperaturen 3) voorkeur huidcontact met verzorger
31
Wat zijn de kenmerken van reuk en smaak bij baby's?
1) goed ontwikkeld 2) voorkeur voor zoete smaken; aversief voor zuur en bitter 3) door geur kan men hechtingsfiguur herkennen
32
Wat zijn de kenmerken van gehoor bij baby's?
4-7 maanden: gevoel voor muzikale frasering 6-8 maanden: gevoeligheid voor geluiden uit eigen taal en vreemde taal 7-9 maanden: herkennen van vertrouwde woorden en gesprekseenheden uit eigen taal
33
wat zijn de kenmerken van zicht bij baby's?
1) onderontwikkeld in vergelijking met andere zintuigen 2) ontwikkelt onder impuls van hersenontwikkeling
34
Wat zijn de kenmerken van de ontwikkeling van het dieptezicht?
1) ontwikkelt zich goed rond 6-7 maanden 2) bevorderd door kruipen 3) opnieuw aangeleerd bij elke nieuwe positie 4) draagt bij tot herinneren locaties
35
Hoe ontwikkelt contrastsensitiviteit zich?
1) ontwikkelt zich op 2 maanden 2) baby's verkiezen het meer contrasterende patroon wanneer ze deze kunnen herkennen
36
Hoe ontwikkelt gezichtsperceptie zicht?
1) < 1 maand: voorkeur voor eenvoudige gezichtspatronen 2) 2-4 maanden: voorkeur voor complexere elementen onderscheid bekende & onbekende gezichten voorkeur gezicht hechtingsfiguur vs vreemd gezicht 3) 5-12 maanden: waarnemen emotionele uitdrukkingen
37
Wat is intermodale perceptie?
Integratie van informatie verschillende zintuigen Vermogen om amodale (multizintuigelijke) kenmerken waar te nemen neemt toe tijdens eerste levensjaar
38
Wat is de differentiatietheorie van zintuigelijke ontwikkeling?
Kinderen zoeken naar niet-veranderlijke kenmerken in de omgeving en stellen stabiele relaties vast tussen stimuli; perceptie wordt meer geraffineerd en sensitief