ba1 Flashcards

1
Q

Wat is de DD?
1,5 jaar
acuut
dyspnoe en tachypneu

A

Bovenste luchtweg infectie
acute bronchitis & bronchiolitis
aspiratie corpus alienum
pneumonie
bronchiale hyperreactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen van een bovenste luchtweginfectie

A

koorts/verkoudheid/hoesten/heesheid
keelpijn
oorpijn
dyspnoe
respiratoire stridor (door obstructie van de luchtweg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor wordt bovenste luchtweg infectie bij kinderen in het eerste levensjaar vaak veroorzaakt?

A

Het RS virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de diagnose ‘bovenste luchtweginfectie gesteld?

A

anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de behandeling van bovenste luchtweg infectie?

A

eventueel pijnstillers, hoestdrank of neusspray

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoelang duurt een bovenste luchtweginfectie?

A

een of twee weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn complicaties van bovenste luchtweginfectie?

A

acute broncitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is acute bronchitis/bronchiolitis?

A

ontsteking van de lage luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van acute bronchitis/bronchiolitis?

A

hoesten
slijm ophoesten
kortademigheid
koorts
thoracale pijn
piepende ademhaling
algehele malaise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer komt acute bronchitis/bronchiolitis het vaakst voor?

A

in de herfst/winter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is meestal de oorzaak van acute bronchitis/bronchiolitis?

A

Het RS-virus / bovenste luchtweginfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de diagnose acute bronchitis/bronchiolitis gesteld?

A

anamnese, meer dan gebruikelijk hoesten en slijm ophoesten zijn voorwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoelang duurt acute bronchitis/bronchiolitis?

A

3 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn symptomen van aspiratie corpus alienum?

A

plotseling heftig hoesten
stridor
benauwdheid
cyanose
braken
klachten kunnen afnemen en terug komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt de diagnose aspiratie van een corpus alienum gesteld?

A

rontgen foto/bronchoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een pneumonie?

A

een ontsteking van het long parenchym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waardoor wordt een pneumonie veroorzaakt?

A

een infectie of bacterie (90%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van een pneumonie?

A

inademing van toxische stoffen
blootstelling aan extreme hitte
kinderen en ouderen
verzwakt immuunsysteem
niet kunnen hoesten
reizen en zieke dieren
aspiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn symptomen van een pneumonie?

A

koorts
kortademigheid
hoesten evt met slijm of bloed
pijn bij inademing (pleuritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat merk je bij lichamelijk onderzoek bij een pneumonie?

A

eenzijdige crepitaties en een matte percussie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is op een X-thorax te zien bij een pneumonie?

A

een witte waas/ consolidatie (doordat een ontstoken long gevuld is met vocht)
soms silouete sign (hart verdwijnt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zie je op lab bij een pneumonie?

A

serum ureum verhoogd
CRP verhoogd
PH verlaag
witte bloedcellen verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de behandeling van een pneumonie?

A

antibiotica (bij bacterieel) en evt zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de gouden standaard voor het maken van onderscheid tussen een pneumonie en bronchitis?

A

een X-thorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is bronchiale hyperreactiviteit?
Het overmatig reageren van de lagere luchtwegen uitgelokt door allergie of virale infectie zelfde symptomen als astma (geen astma diagnose bij jonge kinderen)
26
Wat is de dd? man van 64 toenemende kortademigheid hoesten sinds 1 jaar
COPD idiopatische pulmonale fibrose andere intersitiele longziekten (EAA) hartfalen longembolie long carcinoom
27
Wat zijn de symptomen van COPD? en lo?
kortademigheid bij inspanning en steeds meer in rust productieve hoest ton thorax pulmonale hypertensie lagere luchtweg infecties afvallen crepitaties piepende ademhaling (stridor) verlengd experium
28
Wat is COPD?
chronisch inflamatoir procces emfyseem; dilatatie van de luchtruimten door destructie van de alveolaire septa chronische bronchitis; meer mucus secreterende cellen en minder trilharen
29
Wat zijn risicofactoren voor COPD?
roken schadelijke stofen > 40 genetisch infecties op kinderleeftijd astma
30
Hoe wordt de diagnose COPD gesteld?
anamnese en spirometrie
31
Wat zie je op een spirometrie bij iemand met COPD?
normaal/verhoogd TLC verlaagde FEV1 FEV1/FVC < -1,64 SD of <70% van predicted
32
Wat is gold 1?
FEV1 > 80% van voorspeld; milde COPD
33
Wat is gold 2?
FEV1 50-80% van voorspeld; matige COPD
34
Wat is gold 3?
FEV1 30-50% van voorspeld; ernstig/heftige COPD
35
Wat is gold 4?
FEV1 < 30% van voorspeld; zeer ernstige COPD
36
Wat is de mMRC dyspnoe schaal?
0 is kortademigheid bij zware inspanning, bij 4 kan een patient niet meer zelfstandig zijn huis uit goede voorspeller van mortaliteits risico
37
Wat is de zijn behandel opties van COPD?
leefstijl, medicatie en operatie
38
Welke medicatie is beschikbaar voor COPD?
b agonisten; saba (salbutamol) & LABA M-receptor antagonisten; SAMA (ipratroprium) & LAMA (eerst kortwerkend dan pas langwerkend) inhalatie corticosteroiden tegen ontsteking biologicals evt zuurstof
39
Wat voor leefstijl interventies bij COPD?
beweging voor behoud spierkracht en stoppen met roken
40
Wat zie je op een X-thorax bij idiopatische longfibrose?
- kerley-lijnen, witte lijnen in het longweefsel als gevolg van een verhoogde hydrostatische druk in het longweefsel - afname van het longvolume - witkleuring door fibrose
41
Wat zijn risicofactoren voor idiopatische longfibrose?
>60 roken medicatie genetisch (10%) en blootstelling aan schadelijke stoffen
42
Hoe ontstaat idiopatische longfibrose?
Malfunctie van type II alveolaire epitheel cellen leidt tot mislukte vorming van surfactant in het ER hierdoor gaat de cel in apoptose en ontstaat fibrose, samentrekken van myofibroblasten zorgt voor meer fibrose.
43
Wat zie je bij idiopatische longfibrose tijdens lichamelijk onderzoek?
clubbing en basale crepitaties
44
Welke klachten bij idiopatische longfibrose?
progresieve kortademigheid droge hoest pob gewichtsverlies/vermoeidheid
45
Wat is de DD? 8 jaar hoest sinds 3 dagen
Bovenste luchtweg infectie acute bronchitis astma
46
Wat hoor je bij bovenste luchtweg infectie tijdens lichamelijk onderzoek?
ronchi of creptaties
47
Wat is de behandeling van bovenste luchtweg infectie?
antibiotica bij een bacteriele oorzaak luchtwegverwijders bij ernstige dyspneu
48
Wat is astma?
Een chronische ontsteking van de lagere luchtwegen
49
Wat zijn de symptomen van astma?
hoesten kortademigheid piepende ademhaling wisselende klachten voorals s'nachts en s'ochtends
50
Wat zijn risicofactoren voor astma?
ezeem op jonge leeftijd hooikoorts pos familieanamnese voor allergieën of astma
51
Wat wordt bij een pneumothorax bij lichamelijk onderzoek gevonden?
aangedane zijde; in inspiratie stand verminderde ademexcursies verminderd ademgeruis hypersonore percussie
52
Hoe wordt de diagnose pneumothorax gesteld?
X-thorax (liefst staand tijdens inspiratie)
53
Wat zie je op een x-thorax bij een pneumonie?
het pleura visceralis een homogene zone zonder bronchovasculaire structuren
54
Wat is de behandeling voor een pneumothorax?
afwachtend beleid met evt zuurstof drain pleurodeuse (talkpoeder tussen pleurabladen) video assisted thoracoscopic surgery pleurectomie
55
Wat zijn risicofactoren voor een pneumothorax?
roken lang en dun (leptosome bouw), jong, man opperatie/trauma drukverschillen genetisch emfyseem of bullae
56
Hoe stel je de diagnose idiopatische longfibrose?
X-thorax, bloedonderzoek of longfunctie testen
57
Wat is de behandeling van idiopatische longfibrose?
corticosteroiden, fibrose remmens en transplantatie
58
Wat is de prognose voor idiopatische longfibrose?
3-5 jaar overleving
59
Wat is centriacinair emfyseem?
schade aan de proximale acinus
60
Wat is panacinair emfyseem?
schade aan de alveoli
61
wat zijn risicofactoren voor gastro oesophagale reflux?
overgewicht roken hernia diafragmatica medicatie (nsaid's
62
wat zijn de klachten bij oesophagale reflux?
zuur branden hoest dyspneu/ orthopneu
63
Wat zijn complicaties van oesofagale reflux?
barret's oesofagitis barret's syndroom (metaplasie van slokdarm epitheel) verhoogde kans op een oesophages adenocarcinoom
64
Wat is de behandeling van oesofagale reflux?
protonpompremmer of histamine antagonist
65
Wat is de DD? man 73 jaar drukkend gevoel op de borst duizeligheid sinds enkele weken
acuut coronair syndroom stabiele angina pectoris aortaklep stenose anemie
66
Wat is aortaklepstenose?
verkalking van de aortaklep
67
Wat zijn de gevolgen van aortaklepstenose?
drukbelasting van de linker ventrikel verdikking van de hartspier concentrische verdikking > relatieve ischemie
68
Welke symptomen bij aortaklep stenose?
duizeligheid angina pectoris flauwvallen hartfalen plotse dood
69
Wat merk je tijdens lichamelijk onderzoek bij aortaklepstenose?
systolisch ejectiegeruis tussen eerst een tweede harttoon
70
Wat zie je op een echo bij aortaklep stenose?
een dikke, witte aortaklep
71
Wat is de behandeling van aortaklep stenose?
percutane interventie met ballondilatatie aortaklep vervanging aortaklepplastiek
72
Wat is de diagnostiek van aortaklepstenose?
lichamelijk onderzoek en echo
73
Wat is anemie?
te laag hemoglobinegehalte
74
Wat zijn risicofactoren voor en anemie?
vrouw, 15-50 jaar
75
Wat zijn de symptomen van een anemie?
bleekheid vermoeidheid hartkloppingen duizeligheid pob kortademigheid
76
Wat is het mean corpuscular vollume (MCV)?
gemiddelde volume van rode bloedcellen normaal; 80-100 ft
77
Welke diagnostiek bij een anemie?
Hb-gehalte meten MCV reticulocyten (jonge bloedcellen) ferritine
78
Wat zijn tekenen van een hemolytische anemie?
lactaat dehydrogenase waarde verhoogd bilirubine verhoogd haptoglobine verlaagd
79
Wat duidt op een auto-imuun hemolitische anemie?
een positieve directe antiglobuline test (DAT)
80
Welke diagnostiek bij stabiele AP?
inspannings ECG
81
Wat zie je op een ECG van iemand met stabiele AP?
ST-depressie (geen elevatie of verhoogde troponine I waarde)
82
Wat is de behandeling van stabiele AP?
leefstijladviezen medicatie meestal niet (nauwelijkse verbetering overleving); percutane coronaire interventie coronaire bypass operatie (CABG)
83
Welke medicatie voor stabiele AP?
betablokkers calcium anatgonisten nitraten preventief; trombocyten agregatie remmers statines ACE remmers
84
Wat is een indicatie voor CABG ipv PCI ?
ernstig drievats lijden een laesie in de hoofdstam een hooggradige laesie in de linker anterior descending (LAD)
85
Hoe ontstaat acuutcoronair syndroom (hartinfarct)?
plaque ruptuur > stolling
86
wat zie je bij lab bij NSTEMI of STEMI?
verhoogd troponine T en troponine I
87
Welke 3 vormen van acuut coronair syndroom zijn er?
instabiele angina pectoris STEMI; volledige afsluiting NSTEMI; onvolledige afsluiting
88
Wat is het verschil tussen stemi en nstemi op de ECG?
STEMI; st-elevaties
89
Wat zijn risicofactoren voor acuut coronair syndroom?
roken positieve famillie geschiedenis hoog cholesterol man hoge leeftijd overgewicht diabetes hoge bloeddruk
90
Wat zijn de symptomen van acuut coronair syndroom?
pob uitstraling naar kaak of schouder kortademig hartkloppingen zweten grauw
91
Wat zie je bij lichamelijk onderzoek bij een patient met acuut coronair syndroom?
tekenen van shock hartruis
92
Wat is de behandeling voor STEMI of NSTEMI?
revascularisatie (spoed bij hemodynamisch instabiel, grace score, of stemi) leefstijl medicatie
93
Welke medicatie bij en na een hartinfarct?
antiplaatjes therapie pijnstillers zuurstof (<90%) nitraten na hartinfarct - ace - aspirine - beta blocker - statine - p2y12 remmer
94
Wat is de DD? 68 jaar vrouw pijn in rechter kuit bij wandelen
perifieer arterieel vaatlijden diep veneuze trombose veneuze insuficientie
95
Wat zijn risico factoren voor arterieel perifieer vaatlijden?
man DVT zwangerschap roken DM hyperlipidemie hypertensie
96
Wat zijn symptomen van arterieel perifeer vaatlijden?
claudicatio intermittens (binnen 10 min verdwenen) koud gevoel bleek been doofheid ulcera necrose
97
Wat zijn complicaties van arterieel perifeer vaatlijden?
kans op vaatlijden elders in het lichaam is vergroot
98
Wat is de diagnostiek van perifeer arterieel vaatlijden?
enkel arm index bevestigd bij <0,8 of bij 3 bepalingen gemiddeld <0.9 uitgesloten bij > 1,1 bij een bepaling of >1,0 bij 3 na diagnose echo duplex CT angiografie MR angriografie conventionele angiografie
99
Wat is fontaine I?
geen claudicatie klachten
100
Wat is fontaine IIa?
geen invaliderende claudicatie klachten
101
Wat is fontaine klasse IIb?
invaliderende claudicatie klachten
102
Wat is fontaine klasse III?
rustpijn
103
Wat is fontaine klasse IV?
wonden en weefselverlies
104
Wat is de behandeling van perifeer arterieel vaatlijden?
looptraining bij III of IV; percutane transluminale angioplastiek (dotteren) endarteriectomie bypass amputatie
105
Wat zijn risicofactoren voor diep veneuze trombose?
vrouw hoge leeftijd stase vaatwand beschadiging veranderde bloedsamenstelling
106
Wat is een complicatie van diep veneuze trombose?
longembolie
107
Wat zijn symptomen van diep veneuze trombose?
pijn zwelling roodheid glans warmte jeuk ulcera varices exzeem
108
Wat is de diagnostiek van diep veneuze trombose?
klinische kansschating; > 2 compressie ultrasonografie < 2 eerst D-dimeer
109
Wat betekent de uitkomst van de D-dimeer?
< 0,5; normaal > 0,5; afwijkend (bij oa zwangerschap, maligniteit en diep veneuze trombose)
110
Wat is de behandeling van diep veneuze trombose?
steunkous 5 dagen LMWH daarna dabigatran of edoxaban of rivaroxeban/apixaban
111
Wat is chronische veneuze insufficiëntie?
landurige afvloed stoornis door insufficientie van de veneuze kleppen
112
Wat zijn mogelijke oorzaken van chronische veneuze insufficiëntie?
diep veneuze trombose en tromboflebitis (ader ontsteking)
113
Wat zijn risicofactoren voor chronische veneuze insufficiëntie?
vrouwen (door oestrogeen) zwangerschap obesitas
114
Wat zijn de symptomen van chronische veneuze insufficiëntie?
pitting oedeem exeem pigmentaties bloeduitstortingen kramp/vermoeidheid/onrustig gevoel in de benen
115
Wat is de behandeling voor chronische veneuze insufficiëntie?
elevatie en steunkousen
116
Wat is de diagnostiek van chronische veneuze insufficiëntie?
echodoppler en flebrografisch onderzoek
117
Wat is een EAA?
een granulomateuze longaandoening die ontstaat door het inademen van allergenen
118
Wat zijn de symptomen van een EAA?
dyspneu, hoesten en koorts
119
Wat is de behandeling van een EAA?
vermijden contact met allergenen prednison bij chronische EAA
120
Wanneer wordt een EAA chronisch?
6 maanden
121
Wat is de diagnostiek van een acute EAA?
op high resolution ct; onstekingsachtige centrilobulaire noduli met airtrapping
122
Wat is de diagnostiek van een chronische EAA?
high resolution ct; fibrose igG- antistoffen BAL; lymfocyten >20 (<5 is normaal)
123
Wat zie je bij een acute EAA bij lichamelijk onderzoek?
squeeks en verscherpt ademgeruis
124
Wat zie je bij een chronische EAA bij lichamelijk onderzoek?
clubbing/trommelstok vinger crepetaties
125
Wat is atrium fibrileren?
boezems worden continu geprikkeld door de sinusknoop waardoor de ventrikels zich sneller en irregulair gaan samentrekken
126
Wat zijn de symptomen van atrium fibrileren?
kortademigheid, hartkloppignen, duizelijgheid, pob
127
Wat is de diagnostiek van atrium fibrileren?
met een stethoscoop naar polsslag luisteren verschil tussen polsslagen en auscultaties; polsdeficit ECG
128
Wat zijn oorzaken van hypothyreoidie?
jodiumdeeficientie cangenitaal spontaan verworven (thyrioditis) iatrogeen verworven (radiotherapie/chirurgie) secundair (oorzaak in de hypothalamus, zeldzaam)
129
Wat zijn de symptomen van hypothyreoidie?
koude intolerantie, brachycardie, obstipatie, beperkte inspanningstollerantie, vermoeidheid heesheid spierpijn tintelingen koude droge huid gewichtstoename cognitieve achteruitgang oedeem in gelaat en oogleden trage spraak
130
Wat is de behandeling voor hypothyreoidie?
jodium rijk voedsel levothyroxine
131
Wat is een normale bloeddruk?
120/80 mmhg
132
Wat is de belangrijkste complicatie van hypertensie?
nierfalen
133
Wanneer heb je hypotensie?
(<90/<60)
134
wat zijn oorzaken van hypotensie?
bloedddruk verlagende medicatie uitdroging hartaanval infectie bloedverlies allergische reactie
135
Welke diagnostiek bij lage bloeddruk?
ECG voor hartritme stoornissen
136
Wat is de behandeling voor hypotensie?
zout water bloeddruk verhogende medicijnen fludrocortison
137
Wat is hypertensie?
(>130/>80)
138
Waardoor wordt hypertensie veroorzaakt?
overgewicht, onvoldoende beweging, roken, zout, alcohol, koffie, vet eten medicijnen primair hyper aldosteronisme feochromocytoom
139
Wat zijn de symptomen van hypertensie?
hoofdpijn pob neusbloedingen palpitaties moeilijk ademen misselijk wazig zicht opgejaagd en gespannen gevoel
140
Wat is een andere naam voor primair hyperaldosteronnisme?
syndroom van conn
141
Wat is het gevolg van primair hyperadosteronisme?
hypertensie verlaagd renine hypokaliemie
142
Wat is de oorzaak van primair hyper aldosteronnisme?
aldosteron producerend adenoom (66%) bilaterale bijnierhyperplasie (32%)
143
Wat is de diagnostiek van primair hyper aldosteronnisme?
plasma alsosteron renine activiteit ratio zoutbelasting kalium, aldosteron en 18-hydrocortisol in 24 uur uring ct/mri bilaterale bijnier sampling
144
Wat is de behandeling van primair hyperaldosteronnisme?
verwijdering can de bijnieren mineraal corticoidreceptor antagonisten
145
Wat is een frochromocytoom?
een tumor in het bijniermerg dat leidt tot overproductie van (nor)adrenaline en dopamine
146
Wat zijn de symptomen van een feochromocytoom?
hypertensie hoofdpijn palpitaties transpiratie
147
Wat zijn risicofactoren voor primair hyperaldosteronisme?
vrouw
148
Wat is een risicofactor voor een feochromocytoom?
>60
149
Welke diagnostiek voor een feochromocytoom?
plasmaconcentratie noradrenaline/normetaferine ct/mri I-MIBG scan GEEN punctie (sterke bloeddruk stijging)
150
Wat is de behandeling voor een feochromocytoom?
verwijderen bijnieren a-blockers en calcium antagonisten
151
Wat is een andere naam voor hypercortisolisme?
syndroom van Cushing
152
Wat is een risicofactor voor hypercortisolisme?
vrouw
153
Wat is de oorzaak van ACTH afhankelijk hypercortisolisme (syndroom van cushing)?
een hypofyse adenoom (ziekte van cushing) een neurocriene tumor die ectopisch ACTH maakt
154
Wat is de oorzaak van ACTH onafhankelijk hypercortisolisme?
bijnierschorsadenomen/carcinomen bilaterale bijnier hyperplasie
155
Wat zijn symptomen van hypercortisolisme?
hypertensie diabetes vermoeidheid centrale adipositas dyslipidemie spier en huid atrodie osteoporose hypothyreoidie hypogonadisme acne en haargroei (bij vrouwen) depressie vergeetachtigheid veneuze tombose en longembolien
156
Welke diagnostiek bij hypercortisolisme?
2-3 24 uur cortisol in urine 1 mg dexamethason supressie test middernacht speeksel bilaterale sinus pertrosus inferior sampling bij ACTH afhankelijk
157
Welke behandeling voor hypercortisolisme?
adrenalectomie a-blokkers calciumantagoniste
158
Wat is de DD? vrouw 55 drie maanden pob bij inspanning
stabiele AP acuut coronair syndroom aortaklep stenose skelet en spierpijn anemie
159
Wat zijn risicofactoren voor atrium fibrileren?
hart en vaatziekten DM hypertensie
160
Wat is de belangrijkste complicatie van atriumfibrileren?
een cva
161
Wat is de CHA2DS2-VASc score voor?
CVA risico bij atrium fibrileren
162
Wat is de HAS bled score?
risico op een ernstige bloeding bij antistolling
163
Wat is de behandeling van atrium fibrileren?
antistolling rythm control; - medicijnen cardioversie ablatie van de pulmonaal venen rate control; medicijnen ablatie van de bundel van his
164
Wat zie je op de ECG bij atrium fibrileren?
afwezigheid van p-toppen onregelmatige golfjes ipv basislijn onregelmatige r-r intervallen
165
Wanneer ontstaat instabiele AP?
bij een stenose van >70%
166
Wat is de behandeling van instabiele AP?
5 mg isosorbidedinitraat sublinguaal
167
Wat is een symptoom van syndroom van Tietze?
zwelling tussen het sternum en de ribben
168
Wat is het syndroom van Tietze?
een chronische ontsteking van het kraakbeen
169
Hoe wordt de diagnose van het syndroom van Tietze gesteld?
X-thorax
170
Wat is de DD? man 80 pob bij inspanning sinds 3 maanden
stabiele AP acuut coronair syndroom aortaklepstenose skelet en spierpijn anemie pericarditis longembolie angst of paniekstoornis herpes zoster
171
Wat zijn risicofactoren voor pericarditis?
griep verkoudheid myocardinfarct trauma auto-immuun aandoening bacteriele infectie
172
Wat zijn de symptomen van pericarditis?
scherpe pijn op de borst die afneemt met voorover leunen uitstraling naar linker schouder koorts kortademigheid angst
173
wat zie je bij pericarditis tijdens lichamelijk onderzoek?
pericardwrijven
174
Wat zie je bij pericarditis op een ECG?
ST-elevaties op alle afleidingen
175
Wat zie je bij een echo bij pericarditis?
pericarddefussie
176
Wat is de behandeling van pericarditis?
pijnstillers ontstekingsremmers antibiotica (bij bacterieel)
177
Wat zijn risicofactoren voor diabetes type 2?
obesitas overgewicht erfelijkheid ouderdom
178
Welke symptomen bij diabetes type?
veel driken veel plassen glucosurie
179
Hoe wordt de diagnose diabetes type 2 gesteld?
nuchter plasma glucose > 7 mmol/L niet nuchter plasmaglucose >11,1 mmol/L een Hb1Ac >6,5 %/ >48 mmol/mol 2 metingen bij geen klachten
180
Wat voor complicaties bij diabetes?
neuropathie hart en vaatziekten nefropathie retinopathie
181
Wat is de behandeling van diabetes type 2?
leefstijl metformine (geen risico op hypoglycemieen, liever niet gebruiken bij hvz, hart/nier falen) sulfonylureum derivaten insuline injecties
182
Wanneer is buikpijn acuut?
als het niet is ontstaan door een trauma en minder dan 5 dagen bestaat
183
Wat zijn risicofactoren voor een galsteen?
fat female forty
184
Wat zijn symptomen van galstenen?
koliekpijn 30 min - 12 uur uitgelokt door vet eten cholangitis
185
Wat zijn symptomen van cholangitis?
icterus koorts pijn in rechter bovenbuik
186
welke diagnostiek voor galstenen?
echo (niet voor choledocholithiasis) verhoogde leverenzymen (fosfatase, transferase, transaminase) verhoogd bilirubine lichamelijk onderzoek EUS MRCP (niet invasief)
187
Wat is de behandeling van cholecystolitiasis?
pijnstilling en cholecystectomie (verwijderen galblaas)
188
Wat is de behandeling van choledocholitiasis
ERCP cholecystectomie
189
Wat is een complicatie van een ERCP?
pancreatitis
190
Wat zijn symptomen van een niersteen?
koliekpijn (flank of buik) misselijkheid
191
bij welk geslacht komt een niersteen vaker voor?
mannen
192
Wat is de meest voorkomende steen?
calcium oxolaat
193
Wat is de behandeling van een niersteen?
afwachten of verwijderen van de steen
194
Wat is een complicatie van een niersteen?
sepsis, nierinsuficientie
195
Wat is de behandeling van sepsis?
antibiotica, drainage, bloeddruk ondersteuning en verwijdering van de steen
196
Wat zijn adviezen die gegeven worden ter preventie van een niersteen?
voldoende drinken en gezonde voeding
197
Wat zijn symptomen van een pancreatitis?
pijn in midden bovenbuik uitstraling naar rug of linkerzij misselijkheid geelzien
198
Wat zijn oorzaken van pancreatitis?
choledocholitiasis alcoholabuses medicatie trauma infectie ERCP
199
welke diagnostiek bij pancreatitis?
serum amylase of lipase >3x upper limit of normal
200
Wat is de behandeling van pancreatitis?
wegnemen onderliggende oorzaak
201
Wat zijn symptomen van een blinde darmontsteking?
buikpijn (eerst in bovenbuik daarna rechtsonder) misselijkheid pijn bij hoesten en reispijn
202
Welke behandeling voor blinde darmontsteking?
appendectomie
203
Bij welke GFR beginnen klachten van nierinsufficientie?
30 ml/ min
204
Waarmee wordt en e-gfr meestal berekend?
CKD-EPI
205
Wanneer kan de nierfunctie niet worden bepaald?
als er geen sprake is van een steady state (plasma creatinine)
206
Wat is post renale nier insufficientie?
obstructie van de urine flow
207
Wat is pre renale nier insufficientie?
te lage bloed toevoer
208
Wat is renale nier insuficientie?
cel schade
209
Welke klachten van chronische nierinsufficientie?
moeheid dikke voeten jeuk misselijkheid hoofdpijn
210
wat merk je bij lo van nier insufficientie?
gepigmenteerde huid hypertensie groot hart pericard wrijven
211
Wanneer heb je eindstadium nierfalen?
gfr <15
212
Wat zie je bij nierinsufficientie aan bloedonderzoek?
hoog kalium hoog urinezuur hoog creat hoog PTH laag calcium hoog fosfaat laag Hb (en EPO) hoog ureum
213
Wat is de therapie van nierinsufficientie?
hemodialyse peritoneaal dialyse transplantatie zout en vocht beperking EPO aanvulling fosfaat binders vit D kalium binders antihypertensiva bicarbonaat
214
Hoeveel procent van de hypertensie is secundair?
5-10%
215
Wat zijn oorzaken van nierarterie stenose?
atherosclerose fibromusculaire dysplasie arteritis
216
Wanneer moet je aan een renovasculaire hypertensie denken?
jonge vrouw negatieve familie anamnese atherosclerose ace remmers
217
Wat is een complicatie van nier arterie stenose?
reno vasculaire hypertensie
218
Wanneer presenteert autosomaal dominante polycysteuze nierziekte zich meestal?
tussen 30-40 jaar
219
Wat zijn symptomen van prikkelbaar darmsyndroom?
buikpijn beinvloed door ontlasting veranderd ontlastingspatroon misselijkheid moeheid
220
wanneer diagnose prikkelbaar darmsyndroom?
6 maanden klachten of > 3 dagen per maand gedurende 3 maanden
221
risicofactoren PDS?
vrouw <65
222
risicofactoren inflamatory bowel disease
<30 maar 2e piek rond 60
223
diagnostiek voor IBD
hoog calprotectine (ook bij bacteriele ontsteking)
224
Welke behandeling voor beide vormen van IBD?
mesalazine corticostroiden immuun modulators biologicals operatie (curatief bij colitis ulcerosa)
225
Wat is morbus crohn?
transmurale inflamatie skip lesions vaak ileum en colon maar niet rectum
226
Wat zijn symptomen van morbus crohn?
buikpijn diaree (met bloedverlies) gewichtsverlies vermoeidheid fistelvorming extra intestinale symptomen zoals artritis en aften
227
Wat is colitis ulcerosa?
ontsteking van terminale deel van de darm continu oppervlakig
228
symptomen van colitis ulcerosa?
diarree bloed bij de ontlasting defecatiedrang koorts vermagering pijnlijke darmkrampen
229
oorzaken van galstenen?
te veel cholesterol te veel bilirubine te weinig galzouten
230
Wat merk je bij lo van een galsteen?
palpabele galblaas drukpijn
231
welke labwaarde bij galstenen?
verhoogd alkalische fosfatase verhoogd gamma glutamyl transferase verhoogd bilirubine verhoogde alat en asat
232
tot welke laag dringt een peptisch ulcus door?
de submucosa
233
welke soort peptische ulcera zijn er ?
ulcus duodeni en ulcus ventriculi
234
Wat is meestal de oorzaak van een peptisch ulcus?
helicobacter pylori
235
wat is de behandeling van een peptisch ulcus?
zuurremmers staken NSAID's h pylori 2 typen antibiotica protonpomp remmer
236
wat is de diagnostiek van een peptisch ulcus?
biopt/gastroscopie C13 ureum ademtest/biopt/feces voor helicobacter pylori
237
hoe ontstaat een peptisch ulcus?
helicobacter pylori; meer gastrine > meer maagzuur
238
Wat zijn risicofactoren voor een peptisch ulcus
man > 25 NSAID gebruik roken eerder peptisch ulcus
239
Waarom vergroten nsaid's de kans op een peptisch ulcus?
tast de mucus laag aan
240
wat zijn complicaties van een peptisch ulcus?
maagkanker maagbloeding maagperforatie
241
Wat zijn symptomen van een peptisch ulcus?
misselijkhuid zuurbranden buikpijn melena (teerachtige ontlasting)
242
Hoe ontstaat diabetes type 1?
autoimuun reactie tegen de betacellen in de pancreas
243
Wat zijn symptomen van diabetes type 1?
veel drinken en plassen polyphagie gewichtsverlies moeheid wazig zien jeuk
244
Wat is de behandeling voor diabetes melitus?
leefstijl insuline
245
Welke soort insuline zijn er
kortwerkend, middelangwerkend en langwerkend
246
wat zijn voorbeelden van kortwerkend insuline?
apart, lispro en humaan kortwerkend insuline
247
noem een voorbeeld van middelangwerkend insuline?
NPH-insuline
248
Welk soort insuline wordt het meest gebruikt?
langwerkend insuline
249
Wat zijn voorbeelden van langwerkend insuline?
insuline glargine & insuline detemir
250
Wat is het voordeel van een insuline pomp?
nauwkeurige regulatie van de bloedsuiker
251
wat is een hyperosmolair hyperglycemisch syndroom?
een langdurige hyperglycemie
252
wat zijn de gevolgen van een hyperosmolair hyperglycemisch syndroom?
dehydratatie zonder ketonenproductie
253
Waardoor kan een hypoglycemie ontstaan?
alcoholgebruik sporten zonder extra te eten/ insuline aan te passen te veel insuline inspuiten
254
Wanneer onstaat diabetische nefropathie meestal?
10/15 jaar na diagnose
255
Wanneer ontstaat diabetiche retinopathie meestal?
5 jaar na diagnose
256
hoeveel diabetes patienten ontwikkelen na 20 jaar background retinopathie?
100%
257
Wat is diabetes insipidus?
nieren produceren meer urine dan normaal hele zeldzame ziekte
258
Wat is de oorzaak van diabetes insipidus?
tekort aan antidiuretisch hormoon soms ligt de oorzaak ook bij de nieren
259
Wat is thyrotoxicose?
er is teveel schildklierhormoon in het bloed
260
Welke klachten bij thyrotoxicose?
vermoeidheid warmte intolerantie hartkloppingen overmatig transpireren warme en vochtige huid gewichtsverlies snelle onregelmatige pols kortademigheid bij inspanning snelle darmpassage nervositeit tremor van de vingers
261
Welke diagnostiek bij thyreotoxicose?
eerst TSH daarna vrij T4
262
Wat zijn oorzaken van thyreotoxicose?
ziekte van graves thyreoiditis hete nodus (toxisch adenoom) multinodulair struma
263
Waarmee wordt de ziekte van graves aangetoond?
TSH-receptor antistoffen
264
Welke symptomen bij de ziekte van graves?
thyreotoxicose struma dermopathie orbitopathie (uitpuilende ogen)
265
hoe ontstaat graves orbitopathie
fibroblasten in het oogweefsel hebben ook TSH-receptoren die gebonden worden door antistoffen. hierdoor ontstaat proliferatie van de fibroblasten. hierbij kan de nervus opticus verdrukt worden
266
Wat zijn risicofactoren voor de ziekte van graves?
vrouw boven 30
267
Wat is de behandeling van de ziekte van graves?
thyreostatica radioactief jodiumm thyreoidectomie
268
Wat zijn bijwerkingen van thyreostatica?
leverfalen en agranulocytose
269
Welke diagnostiek voor agranulocytose?
leukocyten bepalen
270
Wat zijn de symptomen van agranulocytose?
koorts en keelpijn
271
Op welke manieren kunnen thyrostatica worden gegeven?
block and replace therapie titratie therapie
272
Wat zijn indicaties voor titratie therapie?
zwangerschap, borstvoeding en ouderen met een toxische multinodulair struma
273
welke diagnostiek bij thyrotoxicose maar geen TSH-receptor antistoffen?
123-I sinctigrafie
274
Wat is de betekenis van de 123-I sinctigrafie?
warm/volledige aankleuring > graves of normale schildklier geen opname > thyreoiditis of teveel jodium vlekkenpatrroon > multinodulair struma een vlek > autonome toxische/hete nodus
275
hoe is het verloop van een thyreoditis?
thyreotoxische fase > euthyreote fase > hypothyreote fase > euthyreote fase
276
wat is de behandeling van een thyreoditis?
expectatief evt betablocker evt levothyroxine in hypothyreote fase en controle voor hypothyreodie
277
Noem voorbeelden van thyreostatica
eerste keus strumazol (thiamazol) prpulthiouracil (PTU)
278
Wat is de mortaliteit van agranulocytose?
4-10 %
279
wat is een nadeel van behandeling van hyperthyreoidie met jodium?
het effect is traag
280
Wat zijn complicaties van een thyreoidectomie?
hypoparathyreoidie nervus recurrens verlamming hypothyreoidie
281
Wat is de behandeling voor een hete nodus?
radioactief jodium
282
Hoe ontstaat een thyreoiditis meestal?
na een virale infectie of postpartum
283
Wat zijn de symptomen van een thyreoidits?
pijnlijke schildkliervergroting koorts hoog CRP
284
Wat is de behandeling voor een hartritmestoornis?
ICD medicatie ablatie pacemaker
285
Wat zijn symptomen van een paniekstoornis?
hertkloppingen versnelde ademhaling toename van transpiratie beven duizeligheid misselijkheid braken diarree meestal gedurende enkele minuten
286
Wat is de behandeling voor een paniek stoornis?
gesprekken met huisarts, POH-GGZ, psycholoog of psychotherapeut
287
Wat zijn symptomen van osteoporose?
acute en chronische pijn kyfose lengteverlies afname van de bewegelijkheid
288
Welke remmers van de botafbraak bestaan er?
oestrogenen raloxifene bifosfanaten antilichamen tegen RANKL (denosumab)
289
Welke stimulanten van de botaanmaak bestaan er?
teriparatide romosuzubab
290
Wat is de eerste keus medicatie bij osteoporose?
alendroninezuur risedroninezuur
291
Welke vormen van colitis ulcerosa zijn er?
proctitis (ontsteking alleen in het rectum) linkszijdige colitis pancolitis
292
Wat zijn risicofactoren voor een coloncarcinoom?
man genetisch roken alcohol ongezonde leefstijl
293
Wat zijn symptomen van een colon carcinoom?
veranderd defecatie patroon rectaal bloedverlies buikpijn gewichtsverlies bloedarmoede aandrang
294
Hoe ontstaat een colon carcinoom?
uit poliepen in de dikke darm
295
Welke diagnostiek bij colon carcinoom?
lichamelijk onderzoek colonoscopie met biopt bloedonderzoek
296
Wat merk je bij een coloncarcinoom tijdens lichamelijk onderzoek?
palpabele massa in het abdomen rectaal bloedverlies
297
Waarvoor doe je een CT of X-thorax bij een colon carcinoom?
om te kijken naar lymfenklieren en levermetastasen
298
Welk bloedonderzoek voor coloncarcinoom?
CEA MCV Hb
299
Wat zijn aanbeien?
gezwollen bloedvaten aanwijzing voor slecht functioneren van de lever
300
Hoe ontstaat reflux?
overmatige zuurproductie icm verminderde werking van de LES
301
Wat merk je bij galstenen tijdens lichamelijk onderzoek?
drukpijn en voelbare galblaas
302
Wat is een complicatie van veneuze insufficientie?
ulcus cruris
303
Wat zijn bijwerkingen van mesalazine?
hoofdpijn misselijkheid uitslag pancreatitis interstitiele nefritis
304
Wat is het voordeel van budesonide boven prednison voor ibd?
het heeft een 90% lokale werking en heeft dus minder bijwerkingen
305
Wat zijn immuunmodulators?
thiopurines (-ine, voor IBD, prodrug) methotrexaat (voor crohn) onderhoudsmedicatie inwerktijd van 3 maanden
306
Welke thiopurine heeft de minste bijwerkingen?
tioguanine
307
Welk enzym is belangrijk voor de activering van thiopurine?
TPMT, mutaties kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen
308
Wat zijn biologicals?
onderdrukken het immuun systeem (gebruikt voor IBD) -ab
309
uit welke bestandsdelen bestaat gal?
cholesterol, fosforlipiden en galzouten
310
Wat is de mortaliteit van pancreatitis?
9%
311
Wat zijn oorzaken van hepatitis?
autoimmuun leververvetting alcohol gebruik niet-alcoholische hepatitis medicatie virussen
312
Wat zijn symptomen van hepatitis?
spierpijn buikpijn ontkleurde ontlasting donkere urine ichterus koorts jeuk/pruritis
313
hoe bepaal je de schade bij hepatitis?
ASAT, ALAT, GGT, totaal bilirubine
314
Wat is de behandeling voor hepatitis?
acuut viraal gaat vanzelf over auto immuun > immuun supressiva alcoholische hepatitis kan overgaan als iemand stopt met drinken
315
Waarvoor is bilirubine een maat?
levermetabollisme en gal excretie
316
Wat is een normaal totaal bilirubine in het bloed?
<17 umol/L
317
Wat is een normaal geconjugeerd bilirubine in het bloed?
<5 umol/L
318
Waarvoor zijn ASAT en ALAT een maat?
leverschade
319
Wat is een normaal ASAT in het bloed?
mannen; <45 U/L vrouwen; <35 U/L
320
Wat is een normaal ALAT in het bloed?
mannen; <50 U/L vrouwen; <40 U/L
321
Waarvoor zijn alkalische fosfatase en GGT een maat?
galstuwing
322
Wat is een normaal alkalische fosfatase?
< 125 U/L
323
Wat is een normaal GGT?
mannen; <45 U/L vrouwen; <35 U/L
324
Wat is een normale protrombine tijd?
1,0
325
Waarvoor is protrombine tijd een maat?
syntese voor de stolling
326
Waarvoor is albumine een maat?
synthese
327
Wat is een normaal albumine?
35-55 g/L
328
Waarvoor is ammonium een maat?
proteolyse en ureum synthese
329
Wat is een normaal ammonium?
10-45 umol/L
330
Wat is de oorzaak van microcytaire anemie?
ijzergebrek of chronische ziektes
331
Hoe onstaat een ijzergebrek anemie?
mestruatie verminderde ijzerinname/ vegetarisch dieet malabsorbtie ulcera of carcinomen in de darm
332
Wanneer is er sprake van microcytaire anemie?
MCV <80
333
Welke medicatie bij ijzergebrek anemie?
ferrofumeraat (ijzersupletie)
334
Hoe ontstaat anemie bij een chronische ziekte?
hoge concentraties hepcidine > verlaagde ijzeropname en meer opname van ijzer door macrofagen en levercellen
335
Wat zie je op lab bij anemie door een chronische ziekte?
verlaagd ijzer verlaagde reticulocyten
336
Wat is Hb pathie/ thalalssemie?
a en b keten disbalans > hemolyse vooral in azie
337
Wanneer is sprake van normocytaire anemie?
MCV 80-100
338
Wat zijn oorzaken van een normocytaire anemie?
verlaagde reticulocyten nierziekte beenmerg maligniteit chronische ziekte normale reticulocyten bloeding verhoogde reticulocyten sikkelcel anemie
339
Waar komt sikkelcelanemie veel voor?
afrika
340
Wanneer is sprake van macrocytaire anemie?
MCV > 100
341
Wat kunnen oorzaken zijn van een macrocytaire anemie?
verlaagde reticulocyten vitamine B12 foliumzuur tekort alcohol hypothyreoidie
342
Waarin zit vit B12?
vlees, eieren en zuivel
343
Wat is nodig voor de opname van vit B12?
IF
344
Waar zit foliumzuur in?
bladgroenten, noten en bonen
345
Welke medicatie kan malabsorbtie veroorzaken?
metformine en protonpomp remmers
346
Wat is normaal HB voor mannen?
8,5-10,5 mmol/L
347
Wat is normaal HB voor vrouwen?
7,5-9,5 mmol/L
348
Wat is normaal HB voor zwangere?
>6.5 mmol/L