B1-Zenuwstelsel 1a Motoriek Flashcards

1
Q

kenmerken aandoeningen van perifeer motorische neuronen

A

Geven altijd een verminderde of afwezige spierkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken aandoeningen centraal motorische neuronen

A

Zorgen voor een verminderde/afwezige aansturing van de motorische voorhoorncellen.
Reflexen en terugtrekreacties zijn normaal/verhoogd. Er ontstaat dus hyperreflexie en hyperkinetie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken uitval voorhoorncel

A
  • krachtsverlies
  • spieratrofie
  • Fasciculaties
  • verlaagde reflexen
  • ongestoorde sensibiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken uitval wortel/wortelleasie/plexusleasie

A
  • Krachtsverlies
  • langzaam spieratrofie
  • motoriel ventraal aangedaan
  • sensorisch dorsaal aangedaan
  • soms verlaagde reflexen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken uitval perifere zenuw

A
  • heet neuropathie

- combinatie van motorische en sensibele neurologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat staat er op de voorgrond bij axonale polyneuropathie

A

sensibele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat staat er op de voorgrond bij demyeliniserende polyneuropathie

A

Motorische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken uitval neuromusculaire overgang

A

-Progressieve afname van spierkracht tijdens inspanning, herstelt in rust, -Meestal geen atrofie
reflexen blijven normaal opwekbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken uitval spieren

A
  • Krachtsverlies
  • myotonie (vetraagde spierspanning
  • normale reflexen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken Pyramidebaanleasie

A
  • Hyperreflexie
  • Spasticiteit (knipmes-fenomeen)
  • Verhoogde spiertonus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken stoornissen cerebellum

A
  • Breed gangspoor
  • Ataxie
  • draaierigheid
  • nystagmus
  • hypermetrie/Hypometrie: het voorbij schieten of te vroeg stoppen van doelgerichte beweging)
  • Intentietremor
  • Dysdiadochokinesie( snel alternerende bewegingen worden langzaam en schokkerig uitgevoerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken probleem basale kernen

A
  • Hypokinesie
  • Bradykinesie
  • Akinesie (niet kunnen starten met een beweging)
  • Rigiditeit
  • Rusttremor
  • Chorea
  • Hemibalisme
  • Dystonie
  • Tics
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chorea

A

Onregelmatige snelle niet-doelgerichte sierlijke bewegingen. Wordt erger bij spanning en emotie.
Voornamelijk te zien als de nucleu caudatus is aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hemiballisme

A

onregelmatige plotselinge grove onwillekeurige bewegingen van de proximale schouder- en bekken gordelspieren die zich maar aan een lichaamsheldt voordoet.
Leasie bevind zich in de nucleus subthalamicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dystonie

A

Abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus waardoor er duidelijke afwijkingen zichtbaar zijn. Tegelijkertijd aanspannen van agonisten en antagonisten. dit leidt tot standsafwijkingen van bijvoorbeeld de armen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Probleem in de cortex

A

Hogere corticale functies aangedaan (frontaalkwab)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Probleem in de witte stof

A

Spasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Probleem in Basale ganglia

A

Hyper-of hypokinetisch syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Probleem in Cerebellum

20
Q

Probleem in Hersenstam

A

Hersenzenuwuitval

21
Q

Probleem in Ruggenmerg

A

Symptomen onder de leasie

22
Q

Aandoeningen motore voorhoorncel

A
  • Erfelijke proximale spinale spieratrofie
  • Postpoliosyndroom
  • Amyotrofische laterale sclerose (ALS)
23
Q

Er zijn 4 soorten erfelijke proximale spinale spieratrofie welke zijn dat?

A
  • Werdnog-Hoffman (type I)
  • Spinale spieratrofie type II
  • Kugelberg-Welander (type III)
  • Spinale spieratrofie type IV
24
Q

Werdnog-Hoffman spieratrofie type I

A
  • Hypotonie
  • Geen motorische ontwikkeling
  • Leren nooit om te zitten
  • Kikkerstand benen
  • overleven 7 maanden
25
Spinale spieratrofie type II
- komt later opzetten - kinderen kunnen wel zitten maar niet lopen - bereiken vaak wel volwadden leeftijd
26
Kugel-Welander of spinale spieratrofie type II
- Leren lopen maar raken de motorsiche vaardigheid weer kwijt door progressief functieverlies en toenemende spierzwakte in de benen. - Normale levensverwachting
27
Spinale spieratrofie type IV
normale levensverwachting
28
Postpoliosyndroom
>15 jaar geleden een acute paralytische poliomyelitisinfectie hebben doorgemaakt. -Toenemende of nieuwe spierzwakte in ledematen die waren aangedaan door polio.
29
Amyotrofische laterale sclerose (ALS)
- eerste zwakte en atrofie van de handspieren, begin in extremiteiten kan assymetrisch zijn. - Vaak onrustige spieren en spierkrampen - Babinski reflex positief - dysartrie (spraakprobleem door aantasting perifeer zenuwstelsel) - later degeneratie pyramidebaan en frontaalkwab
30
Wat geef je om de progressie van ALS te verminderen
Riluzol
31
Aandoeningen van de spier
- Spierdystrofie van duchenne en Becker - Facioscapulohumerale spierdystrofie - Congenitale spierziekten - Myotone dystrofie
32
Spierdystrofie van Duchenne
Het eiwit dystrofine dat een belangrijke rol speelt bij de functie van spiervezels is niet tot nauwelijks aanwezig. - Progressieve zwakte van de ledematen. - Afhankelijk van de plaats van de mutatie van het gen kan er ook metale retardatie voorkomen. - waggelgang en holle rug. - dforse kuiten. - omhoog duwen op benen en handen bij opstaan.
33
Diagnostiek spierdystrofie van Duchenne
- creatinekinase is 10-100 x zo hoog | - Spierbiopt
34
Facioscapuluhumerale spierdystrofie
- Gelaat, schouders en de bovenarmen - vasculaire retinopathie en doofheid - 20% word uiteindelijk afhankelijk van een rolstoel
35
Myotone dystrofie
- Vertraagde relaxatie van de spieren - Spierstijfheid die de beweging beperkt - autosomaal dominant - 'boos' kijken - zwakte in het gelaat - slikproblemen
36
Myasthena gravis
verzamelnaal voor alle ziekten met abnormale vermoeibaarheid van spieren door een stoornis van neuromusculaire transmissie.
37
Behandeling myasthenie
Cholinesterase remmers.
38
Symptomen Myasthenie
- Spierzwakte die ontstaat na inspanning en die verbetert door rust - begint vaak met dubbelzien, ptosis, dysartrie, slikstoornissen - later ook spierzwakte in extremiteiten
39
Myastheen syndroom van Lambert-Eaton (LEMS)
Antistoffen tegen presynapstisch VGCC die het vrijkomen van ACh voorkomen. Zwakte van bovenbenen die naar craniaal uitbreid Droge mond, droge ogen impotentie en constipatie
40
Ziekte van parkinson
Word veroorzaakt door verlies van dopaminerge neuronen in de substantia nigra in de hersenstam.
41
Parkinsonismen
andere aandoeningen waarbij een dopamine gebrek in de basale ganglia ontstaat. Heeft een slechtere prognose.
42
Welke symptomen uit de anamnese kan duiden op een parkinsonisme
- balansstoornissen en vallen in de eerste jaren van de ziekte - Cognitieve stoornissen in de eerste jaren van de ziekte - tekenen van autoname dysfunctie: duizeligheid bij opstaan, koude handen en voeten, erectiestoornissen, incontinentie - zeer snelle progressie
43
Wat zijn ziektebeelden die bij parkinsonisme horen
- MSA : multisysteematrofie - Progressieve supranucleaire paralyse (PSP - Corticobasaal syndroom - Vasculair parkinsonisme
44
Ziekte van Huntington
Degeneratie voornamelijk nucleus caudatus. een autosomaal dominante erfelijke aandoening die gepaard gaat met chorea, persoonlijkheidsveranderingen,psychiatrische stoornissen gedragsstoornissen en dementie. Autosomaal dominant. CAG-repeatziekte.
45
Myoklonieen
korte abrupte schrokken in een enkele spiergroep of in meerdere.