Autisme spectrum stoornis Flashcards

1
Q

Van Wiechenschema - vanaf 12 maanden

A
  1. Lacht niet naar anderen, 2. Reageert niet als hij woord aangesproken 3. Brabbelt niet, 4. Is niet geinteresseerd in anderen, 5. Maakt geen gebaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van Wiechenschema - vanaf 18 maanden

A

Maakt geen functioneel gebruik van woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vanaf 24 maanden - van Wiechenschema

A

Maakt geen 2 woord zinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ASS kenmerken

A
  • Problemen met sociale vaardigheden, - Stereotiep of repetitief gedrag, - Sensorische overgevoeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontwikkeling genitalia interna man

A

Testosteron stabiliseert en stimuleert buizen van Wolff, AMH zorgt voor degeneratie van gangen van Muller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkeling genitalia externa man

A

Testosteron zorgt voor indaling testes, dihydrotestosteron zorgt voor ontwikkeling fallus en scrotum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer staat HPG as aan?

A
  • Foetale periode
  • Minipuberteit (2-3 mnd)
  • Puberteit
  • Volwassen leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnostiek DSD

A

Diagnostiek gebaseerd op differentiaal diagnose
- Karyogram
- Echo
- Endocriene labwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Steroidsynthese

A

Cholesterol wordt omgezet in
Cortisol
Aldosteron
Testosteron > dihydrotestosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Adrenogenitaal syndroom (AGS)

A

De bijnieren maken te veel testosteron en te weinig cortisol > meisjes gaat eruit zien als jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer ga je verschil zien tussen een jongen en een meisje

A

tot 11 wkn zijn man en vrouw identiek, vanaf 12 weken wordt de hoek tussen het fallus en het os pubis anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SInus urogenitalis

A

Meestal seperate urethra en vagina, bij AGS heb je een sinus urogenitalis: urethra en vagina lopen samen. Lange sinus urogenitalis > complexere operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel behandeling AGS

A
  • Correctie sinus urogenitalis
  • Clitorisplastiek
  • Labiaplastiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kindermishandeling definitie

A

Elke vorm van geweldadige of dreigende interactie met een minderjarige (psychisch / fysiek / seksueel) in een afhankelijke en onvrije relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Epidemiologie kindermishandeling

A

90.000 - 127.000 kinderen in NL - 3%
Kwart wordt gemeld bij instanties
1:1000 kinderen onder 4j wordt ernstig mishandeld
50 kinderdoden per jaar door mishandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Risicofactoren kindermishandeling - kind

A
  • Gedragsproblemen
  • Verstandelijk beperkt
  • Adoptie/stief kind
  • Prematuur
  • Ongewenst kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Risicofactoren kindermishandeling - ouder

A
  • Psychiatrie
  • Verslaving
  • Te weinig kennis/slechte opvoeding
  • Zelf mishandeld/misbruikt
  • Te hoge verwachtingen van kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fracturen en mishandeling + rode vlaggen

A

Kinderen tussen 6-12j breken sws veel
Val <1m is verdacht

Rode vlaggen
- Epifyse of metafyse breuken
- Aan uiteinde van botten
- Dorsale ribfracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Pediatric condition falsification

A
  • Klachten van kind nabootsen (falsification)
  • Klachten induceren
  • Klachten aanpraten (verbal falsification)
  • Klachten overdrijven (exaggeration)
    Vaak de moeder, leidt in 6% tot mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Skeletstatus, wanneer?

A

Indien kind jonger dan 2 met onverklaarde fractuur - foto van alle botten. Na 2 weken opnieuw in verband met callusvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ten4facesP

A

Torso, ears, neck
jonger dan 4 maanden
frenulum, angle of jaw, cheeks, eyelids, subconjunctivae
Patterns of bruising

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kindermishandeling vallen

A

Bij vallen geen fractuur of hersenbloeding en al helemaal geen subduraal of epidurale bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Grenzen - vroeggeboorte / levensvatbaarheid

A

Vroeg geboren <37 wkn
Extreem vroeg geboren <32 wkn
Levensvatbaarheidsgrens < 24 wkn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vroeggeboorte epidemiologie

A

170.000 geboorten per jaar in NL
2,5% eindigt op NICU
1:10 kinderen te vroeg geboren
Perinatale sterfte: 7.7/1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Neonatale sterfte
Sterfte in de eerste 28 levensdagen
26
TORCHES, welke ziektes?
Toxoplasmose Other (HIV, parvovirus) Rubella Cytomegalovirus Herpes simplex virus Syphilis
27
Verschillende soorten congenitale infecties
Opstijgend (vooral als vliezen gebroken zijn): e. coli, herpes simplex virus, GBS Door baarmoeder: listeria, cytomegalovirus, toxoplasmose
28
Cytomegalovirus epidemiologie
0,2-1% van de pasgeborenen, meeste asymptomatisch, meer in gebieden met slechtere hygiene
29
Cytomegalovirus klinische presentatie
- Prematuritas - SGA - Purpura - Icterus - Neurologische verschijnselen
30
Cytomegalovirus diagnostiek
PCR CMV in urine of speeksel, als het voor 21 levensdagen is, is het bewezen congenitaal
31
Behandeling cytomegalovirus en behandelindicatie
Ganciclovir - 6 weken Chorioretinitis en pneumonie
32
Restverschijnselen cytomegalovirus
90% van de symptomatische kinderen en 10% van de asymptomatische - Gehoorstoornissen - Lager IQ - Leverfalen
33
Herpes simplex virus - transmissie naar het kind
- True primary infection - 50% > sectio - Primary infectie (na HSV 1) > 30% - Recurrent infection - 2%
34
Klinische presentatie herpes simplex virus
huid, brein, pneumonie Gedissemineerde vorm (hoogste mortaliteit) presenteert zich in de eerste week, de andere presenteren zich later. Niet iedereen met herpes heeft een aangedane huid
35
Diagnostiek herpes simplex virus
Tzanck test huidlaesie - multinucleaire reuscellen met intranucleaire insluitsels PCR orophaynx
36
Behandeling congenitaal herpes simplex virus
Acyclovir
37
Conjunctivitis neonatorum verwekkers
Neisseria gonnorea en chlamidya trachomatis
38
Verwekkers sepsis neonaten
Groep B hemolytische streptokokken (GBS), e. coli
39
Groep B hemolytische streptococcen - klinische manifestatie, early onset
0-6 dagen, 90% op de eerste dag Sepsis, meningitis (25%) Van de moeder (verticale overdracht)
40
Groep B hemolytische streptococcen - klinische manifestatie, late onset
6 dagen - 3 maanden, piek 3-4 wkn, sepsis, meningitis (75%), verticale en horizontale overdracht
41
Gevolgen GBS
Mortaliteit > 5-10% Morbiditeit > 50%: meningitis > hydrocephalus, epilepsie
42
GBS risicofactoren
Eerdere kolonisatie Hevige kolonisatie Eerder kind met early onset sepsis
43
Farmacokinetiek
Wat doet het lichaam met het medicament
44
Farmacodynamiek
Wat doet het medicament met het lichaam
45
Absorptie medicament bij neonaten / kinderen, waar op te letten?
Zuurgraad, verlaagd na 12 dagen Darm- en maagpassage vertraagd bij neonaten en versneld bij pubers Minder metaboliserende enzymen First pass effect is vertraagd
46
Distributie medicament neonaat
Vet-waterverdeling is anders; relatief meer water
47
Lokale toediening medicament jonge kinderen
Kinderen hebben relatief gezien een grotere huid > sneller een te grote dosis
48
Metabolisme NB jonge kinderen
- Wateroplosbaar > onveranderd via nieren - Niet-wateroplosbaar > leverenzymen nemen toe met leeftijd
49
Uitscheiding NB jonge kinderen
Wateroplosbare medicatie lager doseren, nierfunctie is na een jaar op volwassen leeftijd
50
Vanaf wanneer kan je een pil doorslikken
6-7 jaar
51
Intra uteriene groei, van wat afhankelijk?
Maternale, placentaire en foetale factoren - Insuline like growth factor I en II, in het begin voornamelijk II
52
Groei in het eerste jaar
Snelle groei, belangrijkste factor = voeding 25 > 75 cm 3 > 10 kg
53
Groei in de puberteit
OIV van GH dat wordt gestimuleerd door geslachtshormonen, bij meiden eerder, maar bij jongens langer
54
Te kleine en te grote lengte
>/< 2 SD in vergelijking met referentiepopulatie op basis van - Geslacht - Leeftijd - Puberteitsstadium Andere curves voor Marokkanen, Turken, Chinezen en Hindoestanen
55
Targeted height
Gebaseerd op gemeten lengte van biologische ouders, range is 1,6 SD groter of kleiner of 9 cm, minder
56
Soorten groeistoornissen
Primair, secundair en idiopathisch
57
Primaire groeistoornissen, wat voor en wat voor mutaties
Zonder dysmorfie: vaak monogenetische afwijkingen, vaak disproportioneel Met dysmorfie: vaak syndromale afwijkingen, zoals Turner of epigenetische afwijkingen - Small for gestational age zonder inhaalslag - Genen die een rol spelen in paracellulaire processen - Genen die verantwoordelijk zijn voor regulatie groeischijf Vaak vroege afbuiging groei die niet wordt ingehaald
58
Secundaire groeistoornissen
Aanvankelijk normale groei gevolgd door afbuiging - Endocriene oorzaken - Malnutritie - Chronische ziekten
59
Idiopathische groeistoornissen
80% van de groeistoornissen Familiair / non-familiair
60
SHOX gerelateerde groeistoornis
Puntmutatie of deletie in pseudo autosomale regio - autosomaal dominant - Kleine armen en benen - Afwijkingen op X-hand - Kinderen zien er heel gespierd uit - Vaak 2-3 SD verschil
61
Turner syndroom
45 XO - Faciale dysmorfien, wijde tepelstand, korte benen - Hart- en nierproblemen - Vergrote kans auto-immuun aandoeningen - Prematuur ovarieen insufficientie - Milde ontwikkelingsproblemen
62
Silver-Russelsyndroom
Genetische afwijkingen Vaak ook ontwikkelingsstoornis (autisme / ADHD) Netchine-Harbinson criteria - Assymetrische groei - Small for gestational age - Relatieve macrocefalie met frontal bossing - Voedingsproblemen - Slechte neoanatale groei
63
GH werkingsmechanisme
Aangestuurd door GRH (hypothalamus) wordt gemaakt door hypofyse GH GH wordt in pieken afgegeven - slaap is belangrijk - Na binding GH aan lever wordt IGF-I aangemaakt
64
Gevolgen GH-deficientie
- Meer vet, minder spier - Kleine lengte, meestal afbuiging na het eerste jaar - Skeletontwikkeling loopt achter
65
Schildklierhormoon is essentieel voor:
- Lengtegroei - Stofwisseling: thermogenese, aminozuur- en vetmetabolisme - Hersenontwikkeling
66
Te veel cortisol > gevolgen
'Cushing syndroom' Afbuigende lengtegroei met toename gewicht > obesitas - Moeheid - Emotioneel - Spierzwakte
67
AO te kleine lengte
- Bij alle kinderen een bloedbeeld (te kort of te veel aan hormonen) - Bij kinderen boven de 10 ook checken voor een IBD - Bij verdenking op een stoornis in de GH/IGF as; GH stimulatie testen met arginine/clonidine - bij jongens boven de 9en meisjes boven de 8 moet je dit primen
68
Marfan
Bindweefsel aandoening Grote lengte, meeste komen er pas achter bij cardiale aandoeningen
69
Epifysiodese
Groeischijven beschadigen zodat je minder groeit, mag bij vrouwen boven de 186 en mannen boven de 206. Bij vrouwen ingrijpen bij een botleeftijd onder de 12,5 en bij mannen onder de 14
70
DE ducti en shunts in de foetale bloedsomloop
Ductus arteriosus - tussen de arteria pulmonalis en de aorta Ductus venosus - tussen de vena umbilicalis en de vena cava inferior Foramen ovale - tussen atria dextra en sinistra
71
Anatomische verschillen - luchtwegen
- Neusademhaling, grote tong - Meer weerstand in luchtwegen - Bronchus - premature cilia, meer kraakbeen, minder glad spierweefsel > vergrote kans collaps en minder mobiliteit van sputum - Longen; premature alveoli > minder gaswisseling. Ribben: meer kraakbeen > compliantie vergroot, horizontale positie > afhankelijk van diafragma bij ademhalen
72
Anatomische verschillen - tr circulatorius
Andere vitale parameters: kan de knijpkracht van het hart niet echt vergroten, maar de frequentie wel. Kan tot 160-180 per minuut worden
73
Opstootpijn
Pijn als je tegen de baarmoeder aanvoelt bij vaginaal toucher - indiceert dat er een probleem zit bij de baarmoeder
74
Slingerpijn
Bij VT heen en weer bewegen, geeft tractie aan de eierstokken -> indiceert dat er iets mis is met de eierstokken
75
Epidemiologie van bloedverlies in de eerste 16 wkn van de zwangerschap
20% van de zwangerschappen, hiervan eindigt 50% in een miskraam
76
EUG: diagnostiek
Vaginaal bloedverlies met een van de volgende symptomen: 1. bedreigde circulatie, 2. afwijkend LO, 3. buikpijn heviger dan bij menstruatie 4. Risicofactoren (PID, OK, eerder EUG)
77
MOLA zwangerschap
Tumoreuze groei van de placenta, diagnose vaak echoscopisch en symptomen vaak later in de zwangerschap - Vaginaal bloedverlies - Hypertensie gravidarum - Mastopathie
78
Emesis gravidarum - epidemiologie
50% van de zwangeren en bij 90% is dit na 4 maanden over
79
Hyperemesis gravidarum
Dreigende dehydratie, en ketonen in de urine > Medicatie en indien ketonen in de urine doorverwezen naar de gynaecoloog
80
Mastitis, wat is dit?
Ontsteking van borst, lokaal en pijnlijk. Komt door stase van melk in melkgangen (dit kan al koorts geven).
81
Mastitis beleid
Frequentie borstvoeding omhoog, warmtecompressie en pijnstilling AB bij nog steeds klachten na 24h goed ledigen, koorts en tepelkloven
82
Non-puerperale mastitis
Niet na zwangerschap, cave mastitis carcinomatosa. Beleid/ AB en bij persisterende klachten naar de mammapoli
83
Terratologie
Agentia die structurele schade kunnen veroorzaken bij de zich nog ontwikkelende foetus
84
Principes van Wilson, terratogeniteit is afhankelijk van:
1. Structuur en werkingsmechanisme van bepaalde stof 2. Dosis en duur 3. Maternale modificatie 4. Kan het het embryo bereiken 5. Embryonaal metabolisme 6. Specifieke periode in embryogenese 7. Genetische gevoeligheid
85
Telecanthus
Vergrote afstand tussen de binnenste hoek van oog
86
Hypertelorisme
Vergrote afstand tussen pupillen
87
Toxoplasmosis, foetale besmetting kan leiden
- Microcephalie - Micropthalmie - Chorioretinitis - Hersenbeschadiging - Multipele andere orgaandysfuncties
88
Toxoplasmosis, periode waarin je het hebt
1e trimester 15-20% ernstige afwijkingen 2e trimester 25-30% ernstige afwijkingen 3e trimester 60% ernstige afwijkingen
89
Congenitale rubella - klinische verschijnselen
- Glaucoom - Cataract - Micropthalmie - Hartafwijkingen - Slechthorendheid - Mentale retardatie
90
Congenitale rubella - 2 pathologische routes
1. Direct door het virus 2. Door immuunresponse
91
Vit A - teratogeen
Al teratogeen bij kleine dosis Specifieke periode is 3-5 week
92
Minor anomalie
Kenmerk dat bij minder dan 4% van de bevolking voorkomt
93
Malformatie
In aanleg fout
94
Dysplasie
Foutieve histiologie (organisatie van cellen naar weefsels) - vaak systemische ziekten
95
Deformatie
Afwijkende vorm als gevolg van mechanische krachten die inwerken op aan vankelijk normale vorm. Als mechanische krachten verdwijnen wordt vorm ook weer normaal
96
Disruptie
Afwijkende vorm als gevolg van extrinsieke krachten. Spontane correctie is niet meer mogelijk
97
Frequentie aangeboren afwijkingen
2,9%, in 2/3 is het geisoleerd
98
Syndroomdiagnostiek
Vermoeden wordt getriggerd door 3 hoofdproblemen - Verstandelijke achterstand - Aangeboren afwijkingen - Groeiachterstand
99
Anticipatie
Syndroom wordt met generatie erger
100
Penetrantie
Percentage individuen dat syndroom tot expressie brengt (meest geringe symptomen tot meest ernstige vorm)
101
Locus of genetische heterogeniteit
Een ziektebeeld dat kan worden veroorzaakt door verschillende gendefecten
102
Allelisch
Een gen kan leiden tot meerdere ziektebeelden
103
Associaties
Vaker dan op basis van toeval in combi optreden van 2 of meer aangeboren afwijkingen. Deze combi vormt zo ver bekend geen sequentie of syndroom
104
VACTERL
Associatie: - Vertebrae defects - Anal atrestie - Cardial defects - Tracheo-esophagal fistula - Renal anomalies and radial defects - non-radial Limb defects
105
MURCS
Associatie - Muller gangen aplasie - Renale aplasie - Cervicothoracic somite dysplasia
106
Sequentie
Combi van aangeboren afwijkingen, welke in een of meerdere cascades voortvloeien uit een aangeboren afwijking of mechanische kracht.
107
Pierre Robin sequentie
Afstand van mond naar kaak heel klein en kaak naar achter. Zacht gehemelte sluit niet goed > U-vormige schisis.