auditief systeem Flashcards
welke prikkel ontvangt het auditief systeem
geluid wat bestaat uit verschillende frequenties
wat kan je doen met een fourieranalyse
je kan geluid wat uit meerdere frequenties bestaat de frequenties onderscheiden van elkaar
welk orgaan doet aan fourieranalyse
cochlea (slakkenhuis)
welke twee gegevens heeft het orgaan nodig om fourieranalyse uit te voeren (kan ook andersom)
- identificatie geluidsbron
- lokalisatie geluidsbron
benoem de organen die betrokken zijn bij het auditief systeem
- oorschelp
- gehoorgang
- trommelvlies
- drie gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel)
- cochlea
waar bevindt zich de Corti
de Corti bevindt zich in de middelste gang van de drie gangen van de cochlea.
benoem de belangrijkste structuren van de corti en zijn functies
1.basilair membraan: laag binnenste cellen en 3 rijen buitenste cellen (door hele cochlea)
2. tectoriaal membraan: rust op de stereocilia
4. afferente vezels: maakt contact met binnenste en buitenste cellen
wat zijn stereocilia
wekken receptorpotentiaal op, zitten op haarcellen
wat is endolymfe
vloeistof wat zich bevindt in de cochlea, bevat veel kalium
verklaar hoe de bouw van het basilair membraan te maken heeft met fourieranalyse
basilair membraan is smal, strak, weinig massa aan basis (hogefreq) en breder, slapper, veel massa aan apex (lagefreq)
leg tonotopie uit adv van het basilair membraan
waar het basilair membraan trilt is afhankelijk aan de frequentie. haarcellen komen in beweging
welke transductie proces vindt plaats
akoestisch stimuli -> elektrochemisch stimuli
wat is de functie van de binnenste haarcellen
sensorische transducer, zet signaal van mechanisch naar elektrochemisch
wat zijn de twee functies van de buitenste haarcellen
- mechanisch -> elektrochemisch
- elektrochemisch -> mechanisch
hoe wordt mechanish signaal omgezet in elektrochemisch signaal
bij bewegen basilair membraan, haarcellen + stereocilia worden gedrukt tegen tectoriaal membraan.
door tiplinks gaan kaliumkanalen open, depolarisatie receptorpotentiaal (afbuiging rechts)
afbuiging stereocilia links, hyperpolarisatie (links)
wat zijn tiplinks en waar liggen deze
tiplinks zitten vast aan kanalen in membraan, zorgen voor opentrekken kaliumkanaal
waar ligt de scala media (veel na of k)
dat is de middelste gang waar corti ligt, endolymfe (veel k)
waar liggen de scala vestibuli en tympani
zijn de andere 2 gangen, perilymfe (veel na)
wat regelt de hoge k concentratie in de scala media
stria vascularis pompt k naar binnen
hoezo is er een inlfux kalium ipv natrium wanneer de poortjes worden opengetrokken
omdat scala media veel kalium
omdat groot potentiaalverschil tussen scala media en haarcel
wat is de functie van ac component
stereocilia oscileren op stimulusfrequentie
bij lage freq makkelijk te onderscheiden, bij hoge verdwijnt t
wat is de functie van dc component
dit is een verschuiving tov rustmembraanpotentiaal
bij hoge frequenties te zien, bij lage niet
wat is cochleare versterker
elektrochemsiche energie -> mechanische energie
wat vormt de auditieve zenuw
spirale ganglioncellen (bipolair) en haarcellen
leg uit hoe de cochleare versterker werkt
bij depolarisatie gaat basilair membraan omhoog, hierdoor trekt prestine samen in buitenste haarcel. dit versterkt de trilling op het basilair membraan
welke cellen regelen een actiepotentiaal
de spirale ganglioncellen
wat coderen de actiepotentialen
frequentie, intensiteit, tuning curves
wat is een tuning curve
welke input is nodig om een output criterium te bereiken
wat is een place code
dit bepaalt de karakteristieke frequentie. als vezel dichtbij is geplaatst, dan beter reageren op hoge freq
wat is phase locking
vezel heeft altijd op een bepaalde fase van sinusgold een actiepotentiaal (alleen bij lage freq doordat geen ac potentiaal)
wat is intensiteitcodering
vuurfrequentie en aantal neuronen die worden gevuurd
welkegebieden in de hersenen zijn betrokken
cochleare nucleus (medulla)
superior olivary nucleus (hersenstam)
inferior colliculus (middenehersenen)
medial geniculate nucleus (thalamus)
auditieve cortex (temporaalkwab)
functie cochleare nucleus
tonotopie
bifurcatie gehoorzenuw
ipsilaterale input
bevat allen tonale samenvatting
olivary nucleus
lokalisatie
bestaat uit MNTB, LSO en MSO
functie MSO
detecteert interaurale tijdsverschillen dmv faseverschil
phase locking -> lage tonen
coincidentie detectie -> cellen, wanneer geluid van linker en rechter oor tegelijkertijd aankomen op 1 cel, dan weet het oor waat het geluid vadnaan komt
functie LSO
detecteert interaurale intensiteitverschillen
bepaalt dus hoe intens geluid is en via welk oor meest intens is
schaduwwerking: hoge frequenties geen LSO
mechanisme LSO
excitatoire activatie van geluid ipsilaterale oor en inhibitoire activatie contralaterale oor
als geluid ipsilaterale oor en epsp groter is dan ipsp, dan memraanpotentiaal
aan contralaterale oor LSO en MNTB, levert ipsp
auditieve cortex: verwerking is…
gelateraliseerd (muzeik rechts, spraak links)
conductief gehoorverlies
schade in trommelvlies/gehoorbeentjes
perceptief gehoorverlies
in haarcellen, ouderdom
presbyacusis
hogere freq minder goed horen door ouderdom
bij perceptief gehoorverlies, …. haarcellen
buitenste haarcellen (cochleare versterker