ATLS Flashcards
A. Airway + c-spine
Look, Listen, Feel, Monitor, Interventies, AO
Catastrophic bleeding !
- Look
i. AVPU
ii. Letsel aangezicht
iii. Inspectie mondholte - Listen
i. Bijgeluiden/stridor/heesheid - Interventies
i. Immobilisatie van C-spine
ii. Vrijmaken ademweg
1. Uitzuigen/orale elementen verwijderen
2. Jaw-thrust (of evt. chinlift)
3. Mayo tube
4. Ballon-masker beademing
5. Intubatie (zeker bij EMV <9) (check D vóór intubatie/anesthesie)
6. O2 suppletie
B. Breathing
Look, Listen, Feel, Monitor, Interventies, AO
- Look
i. Cyanose
ii. Ademnood/intrekkingen
iii. Thoraxexcursies + symmetrie
iv. Hematomen/wonden thorax - Listen
i. Auscultatie
ii. Percussie - Feel
i. Tracheadeviatie
ii. Subcutaan emfyseem
iii. Thoraxcompressie - Monitor
i. Ademfrequentie
ii. Saturatie - Interventies
i. Zuurstofsuppletie –> 15L non-rebreather
ii. Thoraxdecompressie + drain - Aanvullend onderzoek
i. Arterieel bloedgas
ii. X-thorax
C. Circulation
Look, Listen, Feel, Monitor, Interventies, AO
- Look
i. Klam/bleek/zweten
ii. Gestuwde halsvenen - Listen
i. (Cortonen) - Feel
i. Bloeding (5B’s)
ii. Capillary refill
iii. Perifere warmte
iv. Pols - Monitor
i. Bloeddruk
ii. Polsfrequentie
iii. IV toegang (2x) - Interventies
i. Stop the bleeding
ii. Fluidchallenge (250-500ml in 10-15min)
iii. Bekken –> Bekkenring + x-bekken
iv. Femurfractuur –> Tractie + spalk
v. Tranexaminezuur - Aanvullend onderzoek
i. FAST
ii. X-bekken/benen
iii. ECG
D. Disability
Look, Listen, Feel, Monitor, Interventies, AO
Look
* Tekenen van schedebasisfractuur
i. Battle sing
ii. Brilhematoom
iii. Rinorroe/otorroe
Feel
* Pupillen
* Lateralisatie
* Meningeale prikkeling
* GCS
i. E4 M6 V5
ii. Pijnprikkel: supraorbitaal/trapezius/nagelbed
AO
* Glucose
* Bloed/urine onderzoek tav toxines
E. Environment/exposure
- Temperatuur –> koelen/warmen
Redenen van achteruitgang bij geïntubeerde patiënten
D –> dislodgement
O –> obstruction
P –> pneumothorax
E –> equipment failure
MIST
M –> mechanism of injury
I –> injuries found and suspected
S –> symptoms and signs
T –> treatment initiated
Airway management
Wat doe je bij binnenkomst?
Zuurstof op 15L non-rebreather
Zeker C-spine
AVPU (bij P of U zeker je de luchtweg)
Airway management
Wat te doen bij:
1. Duidelijke stem
2. Geen duidelijke stem
3. Geen reactie en wel spontane ademhaling
4. Geen reactie en geen spontane ademhaling
Airway management
1. Duidelijke stem
i. mondinspectie
ii. zuurstofsuppletie
- Geen duidelijke stem
i. Brandwond: intubatie
ii. Laryngeaal trauma: intubatie - Geen reactie en wel spontane ademhaling
i. Chinlift/jawthrust
ii. Mondinspectie
iii. Orofaryngeale ademweg (mayo/intubatie/larynxmaker) - Geen reactie en geen spontane ademhaling
i. Ballonmasker indien oxygenatie lukt, daarna intubatie
ii. Chirurgische ademweg indien oxygenatie niet lukt
Airway management
Hoe bepaald je de grootte van een mayo?
Mondhoek tot oorlel
Airway management
Wat zijn aanwijzingen voor een obstructie van de ademweg?
Agitatie, veranderingen van ademgeruis, heesheid, stridor, tracheadeviatie, verminderd bewustzijn
Airway management
Wat te doen als de patiënt heeft overgegeven?
i. Mond/keelholte uitzuigen
ii. Logroll zodat patiënt stabiel in zijwaartse positie ligt
Airway management
Wat zijn aanwijzingen voor een larygeaal trauma?
i. Heesheid
ii. Subcutaan emfyseem
iii. Palpabele fracturen
Airway management
LEMON
L Look externally: externe aanwijzingen voor moeilijke intubatie
E Evaluate: evaluatie van 3-3-2 regel (3 vingers tussen scheurtanden? 3 vingers tussen hyoid-mentaal (kin en hals)? 2 vingers tussen mond en thyroïd?
M Mallampati
O Obstruction/obesity: BMI
N Neck mobility: mobiliteit van de nek
Airway management
Intubatie juist?
i. Auscultatie (maag, beide longen)
ii. Capnografie
iii. X-thorax
Airway management
Wanneer kies je voor een chirurgische ademweg?
i. Oedeem van de glottis
ii. Larynx fracuur
iii. Ernstige orofarygeale bloeding
iv. Onmogelijkheid tot intubatie
Airway management
Verschil cricothyroidotomie en tracheotomie
Een cricothyroidotomie gebeurd tussen het carticago thyroid en het cartilago cricoid.
Een tracheotomie is door de trachea, dus lager.
De voorkeur gaat uit naar de cricothyroidotomie.
Breathing
Noem de big 5 en hun behandeling.
i. Spanningspneumothorax: thoraxdecompressie (eerst naald)
ii. Open pneumothorax: thorax seal of occlusie met thoraxdrain
iii. Massale hemothorax: thoraxdrain
iv. Harttamponnade: thoracotomie
v. Tracheo-broncheale letsel: chirurgisch consult
Breathing
Waar denk je aan bij:
i. AF <10/min
ii. AF >28/min
i. intracranieel letsel, toxiciteit
ii. kritieke patiënt, gebrek O2
Breathing
Wanneer is een pulsoximeter minder betrouwbaar?
i. Ernstige vasoconstrictie
ii. Koolstofmonoxidevergiftiging
iii. Diepe anemie (<5)
iv. Hypothermie (<30)
Breathing
Wat zijn tekenen van een spanningspneumothorax?
i. Acute ademnood
ii. Subcutaan emfyseem
iii. Afwezige unilaterale ademgeluiden
iv. Hypersonore percussie
v. Tracheale shift
vi. Gestuwde halsvenen
vii. Verheven hemithorax zonder beweging
Circulation
Shock
Een inadequate orgaanperfusie en weefsel oxygenatie door een afwijking in het circulatoire systeem
Circulation
Wat zie je bij shock in een bloedgas?
Door shock ontstaat er hypoxie, waardoor een een anaeroob metabolisme krijgt. Bij anaroob metabolisme ontstaat er lactaat, wat lijdt tot een metabole acidose.
Circulation
Wat te doen?
i. Hypovolemie
ii. Cardiogeen
iii. Obstructief
iv. Distrubitief
(v. Spetisch)
Hypovolemie: stop bloeding, start infusie/transfusie, geef tranexamine zuur. Bij transient/non-responder –> chirurgie
Cardiogeen: ECG, monitoring, troponine
Obstructief: spanningspneumothorax, harttamponnade, decompressie, thoracotomie
Distributief:
i. Neurogeen: infusie en vasopressine (noradrenaline)
ii. Anafylaxie: medicatie