Asking For Directions Flashcards
1
Q
Waar ligt de supermarkt?
A
Where is the grocery store?
2
Q
Je moet rechtdoor lopen.
A
You have to walk straight ahead.
3
Q
Je moet links afslaan.
A
You have to turn left.
4
Q
Je moet rechts afslaan.
A
You have to turn right.
5
Q
Rotonde
A
Roundabout
6
Q
Het is achter dat gebouw.
A
It’s behind that building.
7
Q
Het ligt vijf straten verderop.
A
It’s five streets away.
8
Q
Dit is een doodlopende weg.
A
This is a dead end. (Road)
9
Q
Je moet terug gaan.
A
You have to go back.