Arteries v/h voorbeen Flashcards

1
Q

A. axillaris

A
  • aftakking van de a. subclavia na passage van de 1e rib en nadat deze onder de m. scalenus ventralis tevoorschijn komt. –> op deze plek is de arterie injecteerbaar
  • loopt in de buighoeken van de gewrichten. hierdoor moet deze over skeletonderdelen lopen. Op deze plekken is de arterie gevoelig, voelbaar en palpeerbaar
  • loopt mediaal van het schoudergewricht
  • loopt boogvormig naar het ellebooggewricht
  • craniaal : n. musculocutaneus
  • caudaal : n. ulnaris en n. medianus
  • verandert in de loop van het onderbeen van naam:
    1) A. brachialis
    2) A. mediana
    3) Aa. profundae
  • bevat enkele aftakkingen:
    1) A. Suprascapularis
    2) Ramus deltoideus
    3) A. thoracica externa
    ==> deze kunnen bij sommige species uit een andere arterie ontstaan
    4) A. thoracica lateralis
    ==> deze is bij sommige species afwezig
    5) A. Subscapularis
  • A. thoracodorsalis
  • A. circumflexa humeri caudalis
  • A. circumflexa scapulae
    6) A. circumflexa humeri cranialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ramus deltoideus

A
  • aftakking van de a. axillaris
  • loopt in de zijdelingse borstgroeve die gevormd wordt door de m. pectoralis descendens en de m. sternocephalicus
  • bevloeit de m. pectoralis descendens en de m. sternocephalocus
  • diersoortverschillen:
    1) Eq:
  • afwezig
    2) Rund
  • ontstaat uit de a. thoracica externa
    3) Kleine herkauwers
  • ontstaat uit de a. cervicalis superficialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a. thoracica externa

A
  • ontstaat uit de a. axillaris thv de 1e rib
  • caudoventraal verloop
  • vertakt in de mm. pectorales
  • bevloeit de mm. pectorales
  • diersoortverschillen:
    1) Eq –> ontspringt uit de a. subclavia thv de binnenzijde van de 1e rib
    2) Ru –> geeft soms af:
  • ramus deltoideus
  • a. suprascapularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

a. suprascapularis

A
  • aftakking aan de dorsale zijde van de a. axillaris thv de mediale eindpees van de m. supraspinatus
  • bevloeit:
    1) M. supraspinatus
    2) M. subscapularis
    3) plexus brachialis
    4) schoudergewricht
  • diersoortverschillen:
    1) kRu en carn –> aftakking van de a. cervicalis superficialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

A. thoracica lateralis

A
  • ontstaat uit de a. axillaris
  • loopt langs de bovenkant van de m. pectoralis ascendens samen met de n. thoracicus lateralis
  • bevloeit:
    1) Mm. pectorales
    2) oksel lymfeknopen
    3) thoracale melkklieren
    4) m. cutaneus trunci
    5) gedeelte van de m. serratus ventralis
  • diersoortverschillen:
    bij diersoorten zonder thoracale melkklieren is deze verzwakt of afwezig:
    1) Eq
  • verzwakt
  • ontstaat uit de a. thoracica externa
    2) Ru
  • afwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

A. subscapularis

A
  • zwaarste aftakking van de a. axillaris
  • loopt in de ruimte tussen de m. teres major en de m. subscapularis
  • loopt verder aan de achterrand van de scapula
  • geeft thv schoudergewricht enkele takken af:
  • A. thoracodorsalis
  • A. circumflexa humeri caudalis
  • A. circumflexa scapulae
  • bevloeit het gebied caudaal van schoudergewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

A. thoracodorsalis

A
  • aftakking van de a. subscapularis
  • opp
  • kruist de mediale vlakte van de m. teres major en de m. lattissimus dorsi
  • begeleidt de n. thoracodorsalis
  • bevloeit:
    1) m. teres major
    2) m. lattissimus dorsi
    3) m. serratus ventralis
    4) m. triceps brachii
    5) m. tensor fascia AB
    6) oksel lymfeknopen
    7) m. cutaneus trunci
    8) m. pectoralis ascendens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

A. circumflexa humeri caudalis

A
  • aftakking van de a. subscapularis
  • gaat naar lateraal tussen de m. teres major en de m. subscapularis
  • anastomeseert met de a. circumflexa humeri cranialis
  • bevloeit:
    1) schoudergewricht
    2) ellebooggewricht
    3) m. teres major
    4) m. teres minor
    5) m. deltoideus
    6) m. extensor carpi radialis
    7) m. tensor fascia AB
    8) m. anconeus
    9) m. cleidobrachialis
    10) m. brachialis
    11) m. infraspinatus
    12) m. triceps brachii
  • bevat 2 aftakkingen:
    1) Proximale tak
  • loopt onder de m. deltoideus
    2) Distale tak
  • = a. collateralis lateralis
  • loopt tussen de m. cleidobrachialis en m. brachialis
  • begeleidt n. radialis en geeft takjes naar de omliggende spieren
  • loopt tussen de m. brachialis en de m. extensor carpi radialis
  • heeft nog 2 takken:
    A) a. nutritia humeri
    B) a. collateralis media
  • diersoortverschillen:
    1) Eq
  • a. collateralis lateralis ontstaat uit de a. profunda AB
    2) Rund
  • bevat nog een 3e aftakking : a. antebrachialis superficialis cranialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

a. circumflexa scapulae

A
  • aftakking van de a. subscapularis
  • loopt rond het collum scapulae
  • aftakkingen:
    1) Laterale tak
    2) Mediale tak
    ==> deze gaan anastomeseren met de a. suprascapularis
  • bevloeit het gebied caudaal schoudergewricht en -blad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

A. circumflexa humeri cranialis

A
  • aftakking van de a. axillaris
  • bij GHD –> gaat tussen de 2 delen van de m. coracobrachialis
  • gaat naar de m. biceps brachii met de ramus muscularis proximalis van de n. musculocutaneus
  • gaat anastomeseren met de a. suprascapularis en de a. circumflexa humeri cuadalis.
  • bevloeit:
    1) m. coracobrachialis
    2) humerus
    3) m. biceps brachii
    4) Schoudergewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A. brachialis

A
  • verderzetting van de a. axillaris na afzetting van de a. circumflexa humeri cranialis
  • loopt van de buighoek van het schoudergewricht naar de buighoek van het ellebooggewricht
  • mediaal, maar lateraal van de mm. pectorales
  • craniaal = n. musculocutaneus
  • caudaal = n. ulnaris
  • wordt gekruisd door de n. medianus
  • bij katten –> gaat door foramen supracondylare samen met de n. medianus
  • loopt over de mediale collateraal band van de elleboog
  • kruist de humerus
  • langs deze arterie kan men de pols voelen
  • in deze arterie kan men antigif toedienen
  • bij KHD –> goed bereikbaar , bij GHD –> minder
  • bevat enkele aftakkingen:
    1) A. profunda AB
    2) A. bicipitalis
    3) A. collateralis ulanris
    4) A. transversa cubuti
    5) A. brachialis superficialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

A. profunda brachii

A
  • aftakking aan de achterrand van de a. brachialis, distaal van de eindpees van de m. teres major en de m. lattissimus dorsi
  • gaat tussen het caput longum en caput mediale van m. triceps brachii
  • vertakt in m. triceps brachii
  • bevloeit:
    1) m. triceps brachii
    2) m. teres major
    3) m. lattissimus dorsi
    4) m. anconeus
    5) m. tensor fascia antebrachii
    6) begin van de m. brachialis
  • diersoortverschillen:
    1) Eq:
  • heeft 2 aftakkingen:
    A) a. collateralis radialis
    B) a. collateralis media
    2) Ru:
  • soms afwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A. bicipitalis

A
  • aftakking van de a. brachialis
  • loopt in de m. biceps brachii
  • bevloeit de m. biceps brachii
  • diersoortverschillen:
    1) Ru
  • soms een aftakking van de a. transversa cubuti
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A. collateralis ulnaris

A
  • aftakking uit de achterrand van de a. brachialis
  • volgt de achterrand van het caput mediale van de m. triceps brachi
  • gaat tussen het caput ulnare en het caput humeri van de m. extensor carpi ulnaris, samen met de n. ulnaris
  • bevat 1 aftakking : rete articulare cubuti
  • bevloeit:
    1) m. anconeus
    2) m. triceps brachii
    3) strekkers van de tenen
    4) strekken van de carpus
    5) ellebooggewricht
    6) m. tensor fascia AB
  • diersoortverschillen:
    1) Eq
  • mondt uit in de ramus profundus van de a. mediana, mediaal van het os accessorium
    2) Ru
  • mondt uit in de ramus interosseum, lateraal van het s accessorium
    3) Carn
  • klein
  • mondt uit in de a. ulnaris onder het ellebooggewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A. transversa cubuti

A
  • = a. radialis proximalis
  • aftakking uit de voorrand van de a. brachialis, boven het ellebooggewricht
  • loopt tussen de humerus en de m. biceps brachii
  • loopt onder de strekkers van carpus en tenen, samen met de ramus profundus van de n. radialis
  • loopt van mediaal naar lateraal
  • bevat een tak dat kan doorlopen tot op de carpus, maar deze is afwezig bij carn.
  • bevloeit:
    1) m. biceps brachii
    2) strekkers van carpus en tenen
    3) m. brachialis
    4) m. cleidobrachialis
    5) m. pectorales descendens
    6) ellebooggewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

A. brachialis superficialis

A
  • aftakking uit de voorzijde van de a. brachialis
  • loopt over distale einde van de m. biceps brachii
  • loopt boogvormig om de voorzijde van de m. biceps brachii
  • aftakkingen:
    1) Mediale eindtak
  • splitst in 2 aa. radiales superficiales
  • begeleiden de n. cutaneus antebrachii medialis
  • vertakken in de huid van de onderarm
    2) Laterale eindtak
  • = a. antebrachialis superficialis
  • loopt over de m. extensor carpi radialis
  • splitst in een mediale en laterale eindtak
    a) mediale eindtak –> begeleidt de m. brachioradialis
    b) laterale eindtak
    ° loopt tussen de v. cephalica en de ramus superficialis van de n. radialis
    ° splitst in aa. digitales communis. Deze gaan in de tussenteenspleten verder splitsen in aa. digitales dorsales propriae
  • bevloeit:
    1) m. biceps brachii
    2) m. extensor carpi radialis
    3) dorsale zijde van de ondervoet
17
Q

A. mediana

A
  • verderzetting van de a. brachialis na afzetting van de a. transversa cubiti
  • loopt van de elleboog tot aan de metacarpus
  • ‘satellietarterie van de n. medianus’
  • volgt de mediale rand van de diepe buiger
  • loopt onder de m. pronator teres
  • aftakkingen:
    1) a. interossea communis
  • a. interossea cranialis
  • a. interossea caudalis
  • a. ulnaris (enkel bij carn)
    2) a. profunda AB
    3) a. radialis
18
Q

A. interossea communis

A
  • aftakking uit de achterrand van de a. mediana
  • loopt naar het spatium interosseum AB proximale
  • eindpees vertakt in 2-3 eindtakken (afh van diersoort)
    1) a. interossea cranialis
    2) a. interossea caudalis
    3) a. ulnaris (enkel bij carn)
19
Q

A. interossea cranialis

A
  • aftakking van de a. interossea communis
  • zwak bij eq. en sterk bij ru.
  • gaat naar de craniolaterale vlakte van de radius via het spatium interosseum AB proximale
  • bevat enkele aftakkingen:
    1) A. reccurens interossea
  • mondt uit in de rete articulare cubuti
  • bevloeit het ellebooggewricht
    2) Rami carpei dorsales
  • deze vormt mee de rete carpei dorsales
  • bevloeit de carpus
  • diersoortverschillen:
    1) Eq
  • loopt niet door tot aan de carpus
  • bevat enkel de a. reccurens interossea
    2) Ru
  • bevat een 3e tak : ramus interosseus
    ° gaat naar de a. collateralis ulnaris
    ° ontstaat thv de carpus
    3) Carn
20
Q

A. interossea caudalis

A
  • aftakking van de a. interossea communis
  • loop naar de distale zijde via de caudomediale vlakte van de membrana interossea AB
  • zwak bij eq. en sterk bij ru.
  • aftakkingen:
    1) Rami musculare
  • bevloeit de buigers van de carpus en de tenen
    2) Ramus palmaris
  • enkel bij carn.
  • = versmelting van de a. interossea cranialis X a. interossea caudalis via de ramus interosseum
  • bevloeit de carpus en de tenen
    3) Ramus interosseum
  • niet bij eq.
  • loopt door het spatium interosseum AB distale
  • versmelt met de a. interossea cranialis
  • bij carn : versmelt met de ramus palmaris van de a. ulnaris
  • bij Ru : aftakking van de a. interossea cranialis die versmelt met de a. collateralis ulnaris
21
Q

A. ulnaris

A
  • aftakking van de a. interossea communis
  • enkel bij carn.
  • loopt tussen het caput humerale en het caput ulnare van de diepe buiger
  • loopt in de ulnair spleet samen met de n. ulnaris
  • bevat aftakkingen:
    1) Ramus dorsalis
  • loopt naar dorsaal
  • bevloeit de dorsale zijde van de tenen
    2) Ramus palmaris
  • versmelt met de ramus palmaris van de a. interossea caudalis
  • ontvangt de a. collateralis ulnaris
22
Q

A. profunda antebrachii

A
  • aftakking van de a. mediana
  • verzameling van de spiertakjes die ontstaan op het proximale gedeelte van de onderarm
  • bevloeit de buigers van de tenen en de carpus
23
Q

A. radialis

A
  • = aftakking van de a. mediana
  • de a. radialis proximalis = a. transversa cubuti
  • loopt samen met de n. radialis
  • diersoortverschillen:
    1) Eq –> 2 aa. radiales:
    a) a. radialis intermedius
  • aftakking van de a. mediana thv het distale 1/3 van de radius
  • aftakkingen:
    I. Ramus carpeus palmaris
    II. Ramus carpeus dorsalis
    ==> deze lopen naar het gewrichtskapsel v/h carpaalgewricht
    b) a. radialis distalis
  • aftakking van de a. mediana net boven de carpus
  • loopt over het retinaculum flexorum
  • loopt tussen de eindpezen van de m. flexor carpi radialis en ulnaris
  • mondt uit in de arcus palmaris profundus
    c) Ramus palmaris
  • equivalent aan de ramus palmaris van de aa. interossea bij de carn en ru
  • aftakking van de a. mediana thv 2)
  • loopt tussen de opp buiger en de m. extensor carpi ulnaris
  • versmelt met de a. collateralis ulnaris
    2) Ru en carn
  • loopt naar de ondervoet
  • geeft takjes af naar de carpus
24
Q

A. digitalis palmaris communis III

A
  • aan de palmaire zijde van de ondervoet
  • loopt lateraal op de metacarpus
  • loopt tussen de opp en diepe buiger
  • mondt uit in de a. digitalis lateralis thv het kogelgewricht
25
Q

A. digitalis palmaris communis II

A
  • = a. digitalis communis
  • aan de palmaire zijde van de ondervoet
  • verderzetting van de a. mediana
  • loopt door het canalis capri, mediaal van de diepe en opp buiger
  • loopt tussen de diepe buiger en de M.I.M.
  • aftakkingen:
    1) A. digitalis lateralis
    2) A. digitalis medialis
26
Q

A. digitalis medialis

A
  • aftakking van de a. digitalis palmaris communis II
  • loopt tussen de diepe buiger en de M.I.M. naar mediaal
  • craniaal : v. digitalis medialis
  • caudaal : n. digitalis medialis
  • bevat enkele aftakkingen:
    1) Ramus dorsalis phalangis
  • bij elke phalanx
  • bloedvoorziening voor de dorsale zijde van de ondervoet
    2) Ramus palmaris phalangis
  • bij phalanx proximalis en medialis
  • bloedvoorziening van de proximale zijde van de ondervoet
  • loopt in het foramen soliare mediale
  • versmelt met de a. digitalis lateralis –> vormt arcus terminalis
27
Q

A. digitalis lateralis

A
  • aftakking van de a. digitalis palmaris communis II
  • loopt tussen de diepe buiger en de M.I.M. naar lateraal
  • ontvangt de aa. metacarpea en de a. digitalis palmaris communis II
  • craniaal : v. digitalis lateralis
  • caudaal : n. digitalis lateralis
  • bevat enkele aftakkingen:
    1) Ramus dorsalis phalangis
  • bij elke phalanx
  • bloedvoorziening van de dorsale zijde van de ondervoet
    2) Ramus palmaris phalangis
  • bij phalanx proximalis en medialis
  • bloedvoorziening van de palmaire zijde van de ondervoet
  • loopt door het foramen soliare laterale
  • versmalt met de a. digitalis medialis –> vorming arcus terminalis
28
Q

Arcus palmaris profundus

A
  • aan de palmaire zijde van de ondervoet
  • gevormd door de a. radialis distalis en de ramus profundus van de a. collateralis ulnaris
  • ligt tegen de pijp
  • aftakking:
    1) Aa. metacarpea II en III
  • loopt tussen het griffelbeentje en de pijp naar distaal
  • ontvangt de a. metacarpeus dorsalis II en III
  • gaan versmelten met elkaar tot een korte stam
  • loopt tussen de 2 schenkels van de M.I.M. naar de opp
  • mondt uit in de a. digitalis lateralis