Arresten Overeenkomstenrecht Flashcards

1
Q

Welk arrest gaat over bronnen van verbintenissen

A

Quint/Te Poel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk arrest gaat over ongerechtvaardigde verrijking

A

Quint/Te Poel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarop heeft het Quint/Te Poel arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Bronnen van verbintenissen en ongerechtvaardigde verrijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de strekking van de casus van het Quint/Te Poel arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Quint bouwde in opdracht van Hubertus Te Poel twee panden op een terrein. Na oplevering bleef betaling uit. Tevens bleek dat de grond niet toebehoorde aan Hubertus Te Poel, maar aan zijn broer Heinrich. Deze is door natrekking eigenaar geworden van de panden.
Quint claimt schadevergoeding uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking van broer Heinrich. (ongerechtvaardigde verrijking stond niet in OBW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de rechtsvraag in het Quint/Te Poel arrest?

A

Kan er uit de wet een verbintenis uit ongerechtvaardigde verrijking voorvloeien, ondanks dat dit in het OBW nog niet geregeld was?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Quint/Te Poel arrest?

A

Een verbintenis hoeft niet rechtstreeks op een wetsartikel gebaseerd te zijn. Indien de wet geen regeling voor het geval kent moet er een oplossing worden gezocht die past in het stelsel van de wet en die aansluit bij wél in de wet geregelde gevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Quint/Te Poel arrest specifiek mbt deze casus?

A

De Hoge Raad overwoog dat het hof het woord ‘uit de wet’ te nauw hanteerde en ging na of er een verbintenis uit de wet was ontstaan; ongerechtvaardigde verrijking. Zij concludeerde echter dat dit niet het geval was.
Heinrich zou geen vergoeding aan Hubertus hoeven te betalen indien deze op het terrein van Heinrich een pand zou bouwen. Nu Hubertus een aannemer, Quint, inhuurt om deze panden te bouwen is Heinrich dus geen vergoeding verschuldigd aan Quint.
Quint krijgt ook geen bescherming omdat hij zelf heeft nagelaten om de openbare registers te bekijken, had hij dit wel had gedaan dan had hij geweten dat het terrein niet aan Hubertus toebehoorde maar aan Heinrich.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk arrest gaat over natuurlijke verbintenissen

A

De Goudse Bouwmeester, Weduwe Harms-De Visser en Pensioen Reesema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarop heeft het Goudse Bouwmeester arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Natuurlijke verbintenis en onverschuldigde betaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de strekking van de casus van het Quint/Te Poel arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

De bouwmeester van de gemeente Gouda had ƒ 35.000 aan steekpenningen aangenomen van een aannemer. Toen de gemeente hier achter kwam, stortte de bouwmeester het geld in de gemeentekas in de hoop dat hij daardoor geen oneervol ontslag zou krijgen. Toen de gemeente hem alsnog oneervol ontsloeg vorderde de bouwmeester het bedrag terug wegens onverschuldigde betaling. De gemeente was van mening dat de bouwmeester met betaling voldaan had aan een natuurlijke verbintenis en dat er geen sprake was van onverschuldigde betaling. Het hof volgde dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was de rechtsvraag in het Goudse Bouwmeester arrest?

A

Kan de bouwmeester het geld op grond van onverschuldigde betaling terugvorderen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Goudse Bouwmeester arrest?

A

Op grond van de wetsgeschiedenis moet worden aangenomen dat een natuurlijke verbintenis ook bestaat in gevallen waarin de betrokkene een verplichting jegens een ander heeft, die slechts berust op voorschriften van moraal of fatsoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Goudse Bouwmeester arrest specifiek mbt deze casus?

A

Het hof heeft bepaald dat aangenomen moet worden dat de bouwmeester de ƒ 35.000 heeft gestort uit een gevoel van berouw of fatsoen. De HR bevestigd dat hiermee voldaan is aan de voorwaarden voor een natuurlijk verbintenis.

Nu er sprake is van een natuurlijke verbintenis was er wel degelijk een rechtsgrond aanwezig voor de betaling. Er was dus niet onverschuldigd betaald, maar verschuldigd. Derhalve kon de bouwmeester niet terugvorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk arrest gaat over natuurlijke verbintenissen

A

De Goudse Bouwmeester, Weduwe Harms-De Visser en Pensioen Reesema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarop heeft het Weduwe Harms-de Visser arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

natuurlijke verbintenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Weduwe Harms-de Visser arrest?

A

Een erflater heeft de verplichting voortvloeiende uit moraal en fatsoen zijn weduwe niet onverzorgd achter te laten. Uitzonderingen daargelaten moet deze verplichting dan ook worden aangemerkt als een natuurlijke verbintenis. Het voldoen aan deze verbintenis, hetzij bij handeling onder de levenden, hetzij bij uiterste wilsbeschikking, kan daarom niet worden aangemerkt als een schenking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarop heeft het Pensioen Reesema arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

natuurlijke verbintenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Pensioen Reesema arrest?

A

Een langdurige dienstbetrekking kan volgens algemene opvattingen van moraal en fatsoen een verplichting voor de werkgever meebrengen om na het einde van de dienstbetrekking, binnen redelijke grenzen, geheel of ten dele in het levensonderhoud van de ex-werknemer te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk arrest gaat over (de vraag of een advertentie een (vrijblijvend) aanbod is, of een uitnodiging tot onderhandeling)?

A

Hofland/Hennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarop heeft het Hofland/Hennis arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A
  • aanbod en aanvaarding

- is een advertentie een aanbod of een uitnodiging tot onderhandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de strekking van de casus van het Hofland/Hennis arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Hofland heeft zijn woning te koop aangeboden via een advertentie in een woninggids. Hennis is de woning gaan bezichtigen en zegt dat daarbij de koop tot stand gekomen is, omdat hij heeft aangegeven het huis tegen de vraagprijs te willen kopen, waarmee hij het aanbod (de advertentie) zou hebben aanvaard. Hofland ontkent dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. Hennis stelt een rechtsvordering tot nakoming in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat was de rechtsvraag in het Hofland/Hennis arrest?

A

Is er in het geval van een plaatsen van het middels een advertentie te koop aan bieden van een onroerende zaak sprake van een aanbod tot het sluiten van een koopovereenkomst, of slechts van een uitnodiging om in onderhandeling te treden? Mocht er sprake zijn van een aanbod, was dit dan een “vrijblijvend aanbod” en wat moet er dan worden verstaan onder een “vrijblijvend aanbod”?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Hofland/Hennis arrest?

A

De Hoge Raad stelt als rechtsregel:”Vooropgesteld moet worden dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, zich in beginsel niet ertoe leent door eventuele gegadigden anders te worden opgevat dan als een uitnodiging om in onderhandeling te treden, waarbij niet alleen prijs en eventuele verdere voorwaarden van de koop, maar ook de persoon van de gegadigde van belang kunnen zijn.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Hofland/Hennis arrest, specifiek mbt deze casus?

A

Toelichtingprocedure bij rechtbank en hof:
De makelaars van beide partijen zijn het er over eens dat er bij de advertentie sprake was van een vrijblijvend aanbod. Zowel de rechtbank als het hof volgen dit standpunt, zij het dat ze beide een andere uitleg geven aan wat verstaan wordt onder “vrijblijvend aanbod”

Onder het toenmalig BW (art. 6:219 lid 2 bestond nog niet) waren er aldus de AG twee visies:

  • een vrijblijvend aanbod (mbt onroerend goed transacties) houdt in dat de verkoper de aanvaarding door de koper eerst nog moet accepteren
  • een vrijblijvend aanbod (mbt onroerend goed transacties) houdt in dat na aanvaarding door de koper de overeenkomst tot stand komt, tenzij het aanbod onverwijld na die aanvaarding wordt herroepen. (sluit aan bij art. 6:219 lid 2 NBW)

De rechtbank koos de eerst uitleg, het hof de tweede.

De Hoge Raad:
“Het antwoord op de vraag, wanneer, als inderdaad onderhandelingen volgen, de koop geacht moet worden tot stand te zijn gekomen….hangt in een zodanig geval niet daarvan af, of de advertentie als een vrijblijvend aanbod mocht worden opgevat”

C. Brunner stelt in de noot:
“Wel zullen rechter die in een advertentie een aanbod zien en niet slecht een vrijblijvende uitnodiging om in onderhandeling te treden, moeten motiveren waarom in het voorliggende geval de verdere voorwaarden en de persoon van de gegadigde geen rol van betekenis spelen.”

Oftewel: uitgangspunt is dat het aanbieden van een individuele zaak, bijvoorbeeld op marktplaats, géén aanbod is in de zin van art. 6:219 BW, maar slechts een uitnodiging om in onderhandeling te treden, tenzij er geen verdere voorwaarden zijn die een rol spelen.
Anders gezegd: een dergelijke advertentie is geen aanbod, tenzij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welk arrest gaat over totstandkoming van een overeenkomst en onherroepelijk aanbod?

A

Arrest Lindeboom-Amsterdam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarop heeft het Lindeboom-Amsterdam arrest betrekking?

A

Totstandkoming van een overeenkomst en onherroepelijk aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de strekking van de casus van het Lindeboom-Amsterdam arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Professor Lindeboom heeft een recht van erfpacht op een stuk grond van de gemeente Amsterdam en heeft op dat stuk grond een kliniek gebouwd. Lindeboom biedt op 24 juni 1964 het recht van erfpacht op het stuk grond en de daarop gebouwde kliniek aan de gemeente aan voor f 1,75 miljoen, onder voorwaarde dat de koop en de overdracht zouden plaatsvinden tussen 15 november en 15 december 1964. Op 18 augustus 1964 verzoekt Lindeboom aan de gemeente om zijn aanbod in te mogen trekken. De gemeente weigert dit en aanvaard op 28 oktober 1964 alsnog het aanbod. De professor stelt vervolgens dat geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat hij zijn aanbod had ingetrokken. Lindeboom weigert mee te werken aan de overdracht, waarop de gemeente Amsterdam hem voor de rechter daagt om mee te werken aan de levering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat was de rechtsvraag in het Lindeboom-Amsterdam arrest?

A

Mag een aanbod onder tijdsbepaling worden herroepen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Lindeboom-Amsterdam arrest?

A

degene die zijn aanbod onherroepelijk maakt ontneemt zich daarmee zelf de bevoegdheid om alsnog te voorkomen dat door een aanvaarding van het aanbod binnen de gestelde termijn de overeenkomst tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Lindeboom-Amsterdam arrest, specifiek mbt deze casus?

A

het hof heeft terecht de conclusie getrokken dat door de tijdige aanvaarding van het aanbod door de gemeente de betreffende overeenkomst tot stand was gekomen, ongeacht het feit dat lindeboom op dat moment reeds zijn aanbod had herroepen.
Degene die zijn aanbod onherroepelijk maakt ontneemt zich daarmee zelf de bevoegdheid om alsnog te voorkomen dat door een aanvaarding van het aanbod binnen de gestelde termijn de overeenkomst tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Welk arrest gaat over Beantwoording aan overeenkomst en dwaling?

A

Schirmeister/de Heus

32
Q

Waarop heeft het Schirmeister/de Heus arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Beantwoording aan overeenkomst (conformiteit) en dwaling

33
Q

Wat is de strekking van de casus van het Schirmeister/de Heus arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Schirmeister koopt een 22 jaar oude auto van De Heus. De Heus is er zich van bewust dat Schirmeister de auto koopt om daarmee aan het verkeer deel te nemen. De auto wordt door twee deskundigen onderzocht en is in een -voor zijn leeftijd- uitstekende staat bevonden. De auto kwam ook door de keuring voor een Nederlands kenteken. 15 maanden later blijkt bij een apk-keuring, dat de kokerbalken op verschillende plaatsen zijn doorgeroest. Dit gebrek is echter gecamoufleerd doordat de gaten zijn opgevuld met polyester, terwijl de kokerbalk in zijn overgespoten.
Geconstateerd moet worden dat hier sprake is van een zodanig gebrek, dat deelnemen aan het verkeer met de oldtimer een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert.
Schirmeister beroept zich op bedrog, dwaling en wanprestatie en vordert vernietiging dan wel ontbinding van de koopovereenkomst.

34
Q

Wat was de rechtsvraag in het Schirmeister/de Heus arrest?

A

Bezit de auto de eigenschappen die op grond van de overeenkomst verwacht mogen worden?
Vraag of dwaling voor rekening van de koper dient te blijven?

35
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Schirmeister/de Heus arrest?

A

Een (tweedehands) auto beantwoordt niet aan de overeenkomst indien deze gebreken vertoont en derhalve een gevaar voor de verkeersveiligheid vormt, terwijl de verkoper wist dat de auto gekocht was om daarmee aan het verkeer te gaan deelnemen. Op deze algemene regel zijn vier uitzonderingen:
• indien de koper het risico van het het gebrek heeft aanvaard
• indien het om een gebrek gaat wat gemakkelijk kan worden hersteld of ontdekt ontdekt of hersteld
• indien het gebruik geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert
• indien de verkoper niet begrepen of kon begrijpen dat de auto werd gekocht om daarmee aan het verkeer te gaan deelnemen

36
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Schirmeister/de Heus arrest, specifiek mbt deze casus?

A

De rechtbank en het hof wijzen de vordering beide af. De Hoge Raad stelt:
• Over de wanprestatie: ingeval een (tweedehands) auto wordt gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen, beantwoordt auto niet aan de overeenkomst, indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. Niet uitgesloten is dat deze regel uitzondering leidt, bijvoorbeeld wanneer de koper het risico van zodanig gebrek had aanvaard.

• Over de dwaling: indien op grond van het bovenstaande moet worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst, geldt in het kader van een beroep op dwaling door de koper dat de omstandigheden dat het om een 22 jaar oude auto gaat, dat de koop tussen twee liefhebbers van oude Citroën’s is gesloten en dat het gebrek zich pas ruim een jaar later heeft geopenbaard, terwijl de koper in die periode ook regelmatig van de auto gebruik heeft gemaakt, niet toereikend zijn om de dwaling voor rekening van de koper te laten.

37
Q

Welk arrest gaat over verschil in betekenis die partijen aan een woord of uitdrukking geven en totstandkoming overeenkomst en discrepantie tussen verklaring en wil.

A

Bunde/Erckens (Misverstand)

38
Q

Waarop heeft het Bunde/Erckens (Misverstand) arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Misverstand, totstandkoming overeenkomst en discrepantie tussen verklaring en wil.

39
Q

Wat is de strekking van de casus van het Bunde/Erckens (Misverstand) arrest? (waar gaat het geschil over?)

A
Erckens verkoopt zijn bedrijf aan de gemeente Bunde, omdat het anders zou worden onteigend, met het beding dat de gemeente de belastingschade vergoedt. Hier treedt echter een misverstand op. 
De koopprijs (ƒ 175.500) bestond voor een nog onbepaald deel uit de bedrijfschadevergoeding, omdat Erckens zijn bedrijf voortijdig moest stoppen. Later komt op basis van een verklaring van de belastinginspecteur vast te staan dat de bedrijfsschadevergoeding ƒ 127.100 bedroeg, waarover Erckens ƒ 50.840 inkomstenbelasting heeft betaald. De belastingschade bepaalt de inspecteur op ƒ 2151,50. Dit is het bedrag dat Erckens nu meer aan belasting ineens heeft betaald, dan hij verschuldigd zou zijn geweest als hij nog gedurende 15 jaar normale inkomsten uit zijn bedrijf had gehad. In het onteigeningsrecht is het gebruikelijk “belastingschade” aldus te berekenen. Maar Erckens meent dat de belastingschade ƒ 50.840 bedraagt. De gemeente stelt, dat met belastingschade niet alle betaalde belasting is bedoeld, maar alleen de extra betaalde ƒ 2151,50. De gemeente wijst er op dat dit de normale technische uitleg van dit begrip is, die ook Erckens kon kennen omdat hij zich bij de verkoop door deskundigen had laten bijstaan. 
Erckens vordering wordt door de rechtbank en het hof afgewezen. Daarop roept Erckens de nietigheid van overeenkomst in, wegens het ontbreken van wilsovereenstemming over het begrip belastingschade.
40
Q

Wat was de rechtsvraag in het Bunde/Erckens (Misverstand) arrest?

A

Indien partijen in hun overeenkomst een voor misverstand vatbare uitdrukking hebben gebruikt, die zij elk een verschillende zin hebben opgevat, kan er dan toch een overeenkomst tot stand zijn gekomen?

41
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Bunde/Erckens (Misverstand) arrest?

A

Indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, hangt het antwoord op de vraag of er al of niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel af van wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht toekennen, hebben afgeleid (3:35 BW, vertrouwensleer).
Daarbij kan onder meer een rol spelen:
1. of de betekenis waarin de ene partij de uitdrukking heeft opgevat meer voor de hand lag dan die waarin de ander haar heeft opgevat, of
2. indien deze uitdrukking een vaststaande technische betekenis heeft, de partij die van deze betekenis is uitgegaan, mocht verwachten dat ook de andere partij deze betekenis zou kennen, of
3. de andere partij zich had voorzien van deskundige bijstand en de wederpartij mocht verwachten dat deze die betekenis kende en die andere partij daaromtrent voorlichtte
4. of een der door partijen aan de uitdrukking gehechte betekenissen zou leiden tot een resultaat dat met hetgeen partijen met de overeenkomst beoogden minder goed zou zijn te rijmen.

Eenvoudiger (Zeug):

  1. Is er een betekenis die meer voor de hand ligt?;
  2. Bij een vast betekenis: mag de partij die de term hanteert er van uitgaan dat ook de ander de vaste betekenis kent, bijvoorbeeld doordat die ander assistentie heeft van een deskundige?;
  3. Valt één van de betekenissen minder goed te rijmen met hetgeen partijen met de overeenkomst bedoelden?
42
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Bunde/Erckens (Misverstand) arrest, specifiek mbt deze casus?

A

De Hoge Raad overwoog dat
• het begrip belastingschade een vaststaande technische betekenis in onteigeningszaken heeft, zodat de Gemeente van Erckens c.s. mocht verwachten dat zij zich bij het sluiten van de overeenkomst, strekkende tot onteigening in der minne, op de hoogte hadden gesteld van de betekenis van het begrip.
• Daarnaast had Erckens deskundigen ingeschakeld die deze technische betekenis kenden en waarvan verwacht mocht worden dat deze Erckens zouden hebben voorgelicht.
• Bovendien zou het resultaat van de opvatting van Erckens c.s. zijn dat zij aanzienlijk meer zouden ontvangen dan de door hen geleden schade, inclusief belastingschade, en de gemeente bij een overeenkomst tot onteigening in der minne ook daarom deze opvatting niet hoefde te verwachten.

43
Q

Welk arrest gaat over Dwaling over een toekomstsituatie?

A

Marktcafé (Bredero/Driessen)

44
Q

Waarop heeft het Marktcafé (Bredero/Driessen) arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Dwaling over een toekomstsituatie

45
Q

Wat is de strekking van de casus van het Marktcafé (Bredero/Driessen) arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Driessen huurt van Bredero’s bouwbedrijf een huis, volgens omschrijving te gebruiken als café, gelegen in een vrijwel onbewoonde buurt (Croeselaan Utrecht), maar aan de route naar de geprojecteerde markt. Na ondertekening van het huurcontract wijzigt de raad haar besluit over de markt en plant deze elders, waardoor het gehuurde voor Driessen vrijwel waardeloos wordt. Driessen betaalt de huur niet en vordert als hij daarop aangesproken wordt nietigverklaring van de huur wegens dwaling.

46
Q

Wat was de rechtsvraag in het Marktcafé (Bredero/Driessen) arrest?

A

Is “dwaling” over een toekomstverwachting bij het tot stand komen van een (huur)overeenkomst reden voor vernietiging?

47
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Marktcafé (Bredero/Driessen) arrest?

A

Het gaat bij dwaling om eigenschappen van een zaak die aanwezig ten tijde van het sluiten van de overeenkomst en niet om verwachtingen omtrent eigenschappen die de zaak in de toekomst zou hebben en waarvoor iedere partij in de regel zelf het risico heeft te dragen.

48
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Marktcafé (Bredero/Driessen) arrest, specifiek mbt deze casus?

A

De Hoge Raad besliste, anders dan de rechtbank en het hof, dat de klacht ongegrond was, omdat de omstandigheden betrekking hebben op zuivere toekomstverwachtingen. Verder overwoog de Raad dat als een partij zich wil wapenen tegen het niet in vervulling gaan van een zodanige verwachting, zij in de overeenkomst een opschortende of ontbindende voorwaarde kan opnemen, maar niet wegens dwaling de nietigheid van overeenkomst kan inroepen.

Rechtsregel 
Art. 6:228 lid 2 BW codificeert deze rechtspraak dat de contractant die uitsluitend in een toekomstverwachting wordt teleurgesteld, geen recht heeft op vernietiging.

Relevante artikelen Artikel 6:228 lid 2 BW De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.

49
Q

Welk arrest gaat over Dwaling door een verkoper?

A

De Kantharos van Stevensweert

50
Q

Waarop heeft het De Kantharos van Stevensweert arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Dwaling door een verkoper

51
Q

Wat is de strekking van de casus van het Kantharos van Stevensweert arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Echtpaar van der Linden-Schoonenberg is eigenaar van een zwaar beschadigde zilveren beker die bij baggeren uit de Maas is opgedolven. De beker wordt aan antiquair Blom verkocht; het echtpaar ging er vanuit dat de beker niet veel meer waard was dan de zilverprijs. Na de verkoop blijkt de beker echter van Hellenistische origine en van onschatbare archeologische waarde. Het echtpaar geeft aan dat zij de koopovereenkomst met Brom nooit gesloten zouden hebben indien hij de werkelijke waarde van de beker hadden geweten. Zij beroepen zich derhalve op dwaling en vorderen vernietiging van de koopovereenkomst.

52
Q

Wat was de rechtsvraag in het Kantharos van Stevensweert arrest?

A

Kan een verkoper zich met succes beroepen op dwaling op de enkele grond dat de zaak een eigenschap blijkt te bezitten, waarvan hij ten tijde van de verkoop geen vermoeden kon hebben?

53
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Kantharos van Stevensweert arrest?

A

Naar redelijke, in het verkeer gangbare opvatting, geeft degene die een aan hem toebehorende zaak tegen een overeengekomen contraprestatie van de hand doet daarmee de kans prijs dat de zaak achteraf hoedanigheden blijkt te bezitten waarvan hij ten tijde van de verkoop geen vermoeden kon hebben. Dat kan echter anders liggen als de koper ten tijde van de koop weet had van zodanige eigenschappen en verzuimd heeft de verkoper daarover in te lichten.

54
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Kantharos van Stevensweert arrest, specifiek mbt deze casus?

A

De Hoge Raad overwoog dat indien iemand een hem toebehorende zaak van de hand doet tegen een tegenprestatie hij daarmee in het verkeer geldende opvattingen het risico neemt dat de zaak achteraf van een grotere waarde blijkt te zijn.

Dit betekent echter niet dat vernietiging geheel uitgesloten wordt. Indien er in de casus omstandigheden zijn die vernietiging rechtvaardigen, is vernietiging mogelijk. Vernietiging was dus in principe mogelijk geweest indien Brom van de onschatbare waarde af had geweten maar Schoonenberg tijdens de koop niet had ingelicht. In deze casus zijn er echter geen omstandigheden die vernietiging rechtvaardigen.

55
Q

Welk arrest gaat over Nietigheid rechtshandeling, omdat de strekking in strijd is met de wet?

A

Burgman/Aviolanda

56
Q

Waarop heeft het Burgman/Aviolanda arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

Nietigheid rechtshandeling, omdat de strekking in strijd is met de wet?

57
Q

Wat is de strekking van de casus van het Burgman/Aviolanda arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

vliegtuigbouwer Aviolanda was met Burgman overeengekomen dat zij voor Burgman kan men zou vervaardigen. Dit was haar echter niet toegestaan, omdat destijds het bedrijf verbood zonder vergunninggoederen te produceren die niet tot de normale in dat bedrijf voortgebrachte of bewerkte goederen behoren uitlevering van de kammen blijft achterwege Burgman voor de nakoming en stelt niet te hebben geweten dat aan viool geen vergunning had aan viool beroept zich jegens Burgman op overmacht het hof oordeelt dat de overeenkomst een ongeoorloofde inhoud en strekking heeft en dus nietig is. Daarbij tekent het hof aan, dat het niets uitmaakt dat de ongeoorloofde inhoud of strekking aan een of meer partijen onbekend is.

58
Q

Wat was de rechtsvraag in het Burgman/Aviolanda arrest?

A

Wanneer is sprake van een nietige overeenkomst wegens strijd met de goede zeden of openbare orde?

59
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Burgman/Aviolanda arrest?

A

Een overeenkomst heeft alleen dán een verboden strekking (en is dus nietig) wanneer beide partijen de bedoeling hadden, of zich er van bewust waren, dat nakoming van de overeenkomst zal leiden tot overtreding van het verbod. Indien hiervan bij één of beide partijen geen sprake van is, heeft de partij die tot nakoming wordt aangesproken een beroep op overmacht.

60
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Burgman/Aviolanda arrest, specifiek mbt deze casus?

A

De Hoge Raad oordeelt dat, al zou de rechter niet mogen veroordelen tot nakoming van een overeenkomst, omdat dit zou leiden tot een verboden prestatie, dit niet uitsluit dat de overeenkomst geldig is dat de wederpartij ontbinding en schadevergoeding kan vorderen.

In deze zaak treft het verbod (op grond van het bedrijfsvergunningenbesluit) om de prestatie te leveren zowel de overeenkomst als de prestatie niet rechtstreeks, maar alleen de ondernemer die de overeenkomst is aangegaan. Er is dus geen verboden inhoud. De strekking kan wel in strijd met de wet zijn en nietigheid van de overeenkomst met zich meebrengen als beide partijen wisten of konden weten dat de strekking in strijd met de wet was.

Indien de overeenkomst deze verboden strekking niet heeft, en het verbod slechts een verhindering oplevert voor één van de schuldenaren, sluit dit nakoming wel uit, maar niet het recht op ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding van de schuldeiser.

61
Q

Welk arrest gaat over dwaling en onderzoeksplicht?

A

Booy/Wisman
Van der Beek/Van Dartel
Van Geest/Nederlof

62
Q

Waarop heeft het Booy/Wisman arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

dwaling en onderzoeksplicht

63
Q

Wat is de strekking van de casus van het Booy/Wisman arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Booy, koopman in kranen en draglines, heeft een 20 tons mobiele te koop aangeboden. Wisman is die kraan komen bezichtigen en heeft aan de schoonzoon van Booy gezegd dat hij een kraan nodig had voor het lossen van schepen op verschillende plaatsen en dus een zelfrijdende kraan met kentekenbewijs nodig had.

Hierop is van de zijde van Booy geantwoord, dat bij de door deze aangeboden kraan zeker een kentekenbewijs zou worden verstrekt, omdat voor dergelijke kranen al eerder kentekenbewijzen waren afgegeven. Nadat Wisman de kraan had gekocht, heeft hij een kentekenbewijs aangevraagd. Hij kreeg geen kentekenbewijs, omdat de kraan te zwaar en te breed was.
Wisman vordert vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling. Het hof wijst dit toe, en oordeelt dat Booy geen reden genoemd heeft waarom Wisman aan zijn mededeling zou hebben moeten twijfelen.

64
Q

Wat was de rechtsvraag in het Booy/Wisman arrest?

A

Kan een partij, die eigen onderzoek nalaat, omdat hij vertrouwt op de juistheid van mededelingen van zijn wederpartij, zich toch beroepen op dwaling?

65
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Booy/Wisman arrest?

A

De redelijkheid en billijkheid brengen mee dat partijen die met elkaar onderhandelen ook rekening moeten houden met de belangen van de wederpartij. Elke partij moet daarom binnen bepaalde grenzen voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen te gemakkelijk toestemt. Iedere partij heeft dus een bepaalde onderzoeksplicht. Maar deze gaat niet zo ver, dat men niet mag vertrouwen op de juistheid van mededelingen van de wederpartij. De wederpartij zal over het algemeen juist in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelen als zij tot afweer van een beroep op dwaling aanvoert dat ten onrechte op de juistheid van haar mededelingen is vertrouwd.

66
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Booy/Wisman arrest, specifiek mbt deze casus?

A

Booy was allereerst van mening dat het niet krijgen van een kentekenbewijs een gebeurtenis in de toekomst was, en dat er daarom geen beroep op dwaling gedaan kon worden. De Hoge Raad besliste dat, ook al was de verkrijging van het kentekenbewijs een toekomstige gebeurtenis, de vereisten die hiervoor nodig waren feiten betroffen die op het moment van sluiten van de overeenkomst van toepassing waren.

De onderzoeksplicht gaat niet zover dat men niet zou mogen afgaan op de juistheid van door de wederpartij gedane mededelingen. Ondanks dat Wisman geen onderzoek had gedaan, deed het is niet af aan de onjuistheid van de mededeling van Booy. Het hof had al overwogen dat het in de overeenkomst opgenomen beding dat de kraan werd verkocht zoals deze er stond dwaling niet in de weg stond. Omdat dit een beslissing van feitelijke aard is, was dit niet voor cassatie vatbaar.

67
Q

Waarop heeft het Van der Beek/Van Dartel arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

dwaling en onderzoeksplicht

68
Q

Wat is de strekking van de casus van het Beek/Van Dartel arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Van Dartel bezit een bovenwoning in Den Haag. B en W schrijven hem aan mee te werken aan een doelmatige bewoning van de woning, onder dreiging dat die anders wordt gevorderd. Van Dartel krijgt drie maanden de tijd een aanvaardbaar voorstel tot bewoning in te dienen. Twee maanden later verkoopt hij de woning aan mevrouw Van der Beek. Van der Beek vertelt Van Dartel dat haar gezin uit vijf personen bestaat. Er wordt geen voorstel bij B en W ingediend en na enkele maanden wordt de woning gevorderd. 12 door Van der Beek gehuisveste buitenlandse werknemers worden uit de woning gezet.

Van der Beek stelt dat zij de brief van B en W niet kende een vordert vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling.

In hoger beroep wijst het hof het beroep op dwaling af. Het overweegt daarbij dat: “dwaling mede aan Van der Beek zelf te wijten is. Van der Beek had onder meer geen informatie ingewonnen bij de bevoegde instanties. Bovendien wekte zij bij Van Dartel de indruk dat ze haar eigen gezin onder dak wilde brengen. Dat zij kennelijk gastarbeiders in pension voor wilde huisvesten, vormt een extra reden waarom zij van tevoren zelf een onderzoek had moeten instellen. Zelfs al zou Van Dartel het bestaan van de brief van B en W bewust verzwegen hebben, dan vervalt dit in de gegeven omstandigheden niet aan te merken als opzettelijke misleiding.”

69
Q

Wat was de rechtsvraag in het Beek/Van Dartel arrest?

A

Kan van der Beek vernietiging van de overeenkomst eisen op grond van dwaling?

70
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Beek/Van Dartel arrest?

A

wanneer een partij voor de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij bepaalde inlichtingen had behoren te geven, om te voorkomen dat de wederpartij zich omtrent het betreffende punt een onjuiste voorstelling zou maken, zal de redelijkheid en billijkheid er zich in het algemeen tegen verzetten dat eerst bedoelde partij ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling mede aan zichzelf heeft te wijten.

71
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Beek/Van Dartel arrest, specifiek mbt deze casus?

A

wanneer een partij voor de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij bepaalde inlichtingen had behoren te geven, om te voorkomen dat de wederpartij zich omtrent het betreffende punt een onjuiste voorstelling zou maken, zal de redelijkheid en billijkheid er zich in het algemeen tegen verzetten dat eerst bedoelde partij ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling mede aan zichzelf heeft te wijten.

Uit de uitspraak van het Hof blijkt dat Van Dartel voor de totstandkoming van de overeenkomst de inhoud van de brief van de gemeente aan van der Beek had moeten meedelen, om te voorkomen dat Van der Beek zich een onjuiste voorstelling zou maken omtrent de vrijheid van bewoning van het betreffende pand.

Nu de mededelingsplicht van Van Dartel vóór de onderzoeksplicht van Van der Beek gaat, is de beslissing van het Hof onjuist en wordt de zaak terugverwezen naar het gerechtshof.

72
Q

Waarop heeft het Van Geest/Nederlof arrest betrekking? (kernwoord/zo kort mogelijk)

A

dwaling en onderzoeksplicht

73
Q

Wat is de strekking van de casus van het Van Geest/Nederlof arrest? (waar gaat het geschil over?)

A

Van Geest kocht van Nederlof een gebruikte Citroën. Na de koop liet zij de auto keuren bij de ANWB. De auto bleek diverse gebreken door schade te hebben en bleek zelfs na een eerder ongeval total-loss te zijn verklaard. Nederlof wist dat de auto schade had geleden. Van Geest beroept zich op dwaling. De rechtbank oordeelde dat Nederlof er niet in is geslaagd te bewijzen dat hij aan zijn mededelingsplicht ter zake had voldaan. Zij wees de vordering van Van Geest toe. Het hof stelde ook vast dat Nederlof een mededelingsplicht had, maar oordeelde dat van Geest het meest te verwijten viel omdat zij, als ondeskundige, niet tijdig de auto had laten keuren. Dat vond het hof lichtvaardig gedrag. Het wees de vordering af.

74
Q

Wat was de rechtsvraag in het Van Geest/Nederlof arrest?

A

Hoe verhouden de mededelings- en onderzoeksplicht zich tot elkaar bij een beroep op dwaling?

75
Q

Wat is de rechtsregel die de HR gegeven heeft in het Van Geest/Nederlof arrest?

A

Wanneer een partij heeft voor de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij bepaalde inlichtingen had behoren te geven, teneinde te voorkomen dat de wederpartij zich omtrent het betreffende. Een onjuiste voorstelling zou maken, de redelijkheid en billijkheid zich in het algemeen tegen verzetten dat eerstgenoemde partij ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling aan zichzelf te wijten heeft. (Van der Beek/Van Dartel, vaste jurisprudentie)

Of van koper van een tweedehands auto moet worden gevergd dat hij de auto door een deskundige laat onderzoeken alvorens tot aankoop over te gaan, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het enkele feit dat de koper ondeskundig is brengt niet mee dat hij, op straffe van het verlies van het recht zich op dwaling te beroepen, verplicht is een dergelijk onderzoek te laten verrichten.

76
Q

Wat overwoog en besliste de HR in het Van Geest/Nederlof arrest, specifiek mbt deze casus?

A

Omdat het hof niet eerst heeft onderzocht of Nederlof Van Geest had moeten informeren, heeft het Hof op onjuiste gronden het dwalingsberoep verworpen.