Argumentatie Flashcards
1
Q
Feitelijke argumenten
A
argumenten die je kunt controleren
2
Q
Niet-feitelijke argumenten
A
argumenten die je niet kunt controleren
3
Q
enkelvoudige argumentatie
A
Als een schrijver zijn standpunt met een argument onderbouwt
4
Q
meervoudige argumentatie
A
Als een schrijver meer argumenten gebruikt om zijn mening kracht bij te zetten
5
Q
enkelvoudige onderschikkende argumentatie
A
Een schrijver kan een argument ook onderbouwen met een ondersteunend argument
6
Q
meervoudige onderschikkende argumentatie
A
Als een schrijver meer argumenten onderbouwt met een ondersteunend argument