Archeologische opgraving & dateringsmethoden Flashcards

1
Q

Humane Thaphonomy

A

studie naar de processen van de degeneratie van het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sky burial:

A

the issue of source level and activity level explanations in forensic science

iets wat in Nederland als moord wordt beschouwd is misschien cultuur in een ander land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biotic variables (antemortem)

A

Age, gender, bodymass
lifestyle
habitat > behavioral paterns and health status
socio-ecological preferences

Rijke tatta versus zwerver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thanatic variables (perimortem)

A

Gedrag rond de tijd van overlijden.

  • oorzaak van overlijden > schotwond, bloeding
  • natuurlijk of accidenteel
  • open wonden
  • dragen van kleding
  • veel/weinig vocht ten tijde van dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perthotaxic variables (postmortem)

A

condities rondom het lichaam tijdens de dood > warmte of koude

zonnig of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tapic variables (postmortem/post burial)

A

goederen bij het graf

etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem twee voorbeelden van geologische stratificatie

A

lithostratificatie

tefrachonologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem voorbeeld van archeologische stratificatie

A

context datering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dendrochonologie is een voorbeeld van

A

Siderische methoden voor datering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Warvenchronologie

A

siderische methoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘gevangen elektron’ methoden

A

luminescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

radioactieve klok methode

A

kalium-argon methode

koolstof methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

algor mortis

A

fall in body temperature

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

livor mortis

A

skin discoloration (blood pols)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rigor mortis

A

muscle stiffening ( contraction)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de juiste volgorde van human bio taphonomy?

A
  1. autolyse
  2. putrefaction
  3. Decay
  4. Skeletonisation
  5. Anatomical disassociation
  6. Alternation
17
Q

Welke processen verlangzaamd begraving?

A

snelheid langzamer
duur langzamer
output langzamer

(autolyse, decay, skeletonisation)
minder kans op insecten om binnen te dringen
coffin
minder warm

18
Q

op welke ph waarde leven meeste bacterie?

A

3,6 - 9

19
Q

op welke ph waarde leven meeste schimmels?

A

2,5 - 7