Angina pectoris Flashcards

1
Q

Wat is de pathofysiologie van stabiele angina pectoris (SAP)?

A

Er is een disbalans tussen zuurstofaanbod en -vraag van het hart bij inspanning, veroorzaakt door atherosclerose. In rust herstelt de balans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er bij een barstende atherosclerotische plaque?

A

Dit leidt tot instabiel AP of een acuut coronair syndroom (ACS), waarbij klachten ook in rust aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 3 belangrijke kenmerken van SAP bij anamnese?

A
  1. Retrosternale klachten (drukkend gevoel op de borst)
  2. Provocatie bij inspanning, emoties of kou
  3. Verdwijning van klachten in rust of na nitraten (binnen 2-15 min)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van een typisch, atypisch en aspecifiek AP?

A
  • Typisch: 3 kenmerken aanwezig
  • Atypisch: 2 kenmerken aanwezig
  • Aspecifiek: 0 of 1 kenmerk aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de symptomen van stabiele angina pectoris (SAP)?

A

Beklemmend, drukkend gevoel op de borst, uitstralend naar armen, linkerschouder, hals en/of kaak. De klachten duren minutenlang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de symptomen van instabiele AP (IAP) of ACS?

A

Klam, bleek, pijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 4 risicofactoren voor SAP.

A

Hogere leeftijd
Hypercholesterolemie
Roken
Diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de aanvalsbehandeling bij SAP?

A

Nitroglycerine 0,4 mg spray of ISDN 5 mg sublinguaal. Max. 3 doses in 15 minuten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is stap 1 in de onderhoudsbehandeling van SAP?

A

Calciumantagonist (amlodipine) of
Bètablokker (metoprolol, bisoprolol).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doe je bij onvoldoende controle in stap 1 van SAP-behandeling?

A

Wissel naar een langwerkend nitraat of diltiazem (als verlaging van hartfrequentie gewenst is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is een nitraatvrije periode belangrijk bij onderhoudsbehandeling?

A

Voorkomt nitraattolerantie; periode van 8-12 uur aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is stap 2 in de onderhoudsbehandeling bij SAP?

A

Combineer twee middelen: calciumantagonist, bètablokker, diltiazem of nitraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke combinatie van medicijnen moet je vermijden bij SAP?

A

Diltiazem en bètablokker (verhoogt kans op bradycardie, AV-block en hartfalen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is stap 3 bij SAP-behandeling?

A

Combinatie van 3 middelen; therapietrouw en motivatie patiënt zijn hierbij belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de cardiovasculaire preventie bij SAP?

A
  • Acetylsalicylzuur (of clopidogrel bij allergie)
  • Simvastatine 20-40 mg bij hypercholesterolemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je bij medicatieresistent SAP of een groot ischemisch gebied?

A

Revascularisatie met PCI (dotteren) of CABG (bypass).

17
Q

2 typen angina pectoris (+ definitie)

A
  • Stabiele angina pectoris: relatief voorspelbare ischemische pijn op de borst die het vaakst wordt ervaren bij inspanning of met emotionele stress en die snel wordt verlicht door rust
  • Acuut coronair syndroom (ACS); de instabiele vorm van angina pectoris die ook klachten in rust veroorzaakt
18
Q

Wat kan een embolie arterieel en veneus tot gevolg hebben?

A

Arterieel: infarct
Veneus: longembolie

19
Q

Wat geef je bij een overgevoeligheid voor acetylsalicylzuur?

A

Clopidogrel

20
Q

Werkingsmechanisme nitraten

A

Nitraten worden in gladde spiercellen van de vaatwand omgezet in o.a. stikstofmonoxide (NO). Hierdoor ontstaat:
- Vasodilatatie van veneuze capaciteitsvaten. Door deze vaatverwijding daalt de centraal veneuze druk en neemt de toevoer van bloed naar het hart af;
- Vasodilatatie van arteriolen (in mindere mate). Hierdoor daalt de perifere weerstand;
- Vasodilatatie van coronaire vaten

21
Q

Effect nitraten

A
  • Daling van de einddiastolische druk in het linkerventrikel (voorbelasting). Hierdoor neemt de zuurstofbehoefte van het myocard af en verbetert de subendocardiale bloedstroom;
  • Daling van de systemische vasculaire weerstand (nabelasting);
  • Toename van de coronaire bloedvoorziening.
22
Q

Bijwerkingen nitraten

A
  • (Orthostatische) hypotensie;
  • Hartkloppingen;
  • (Reflex)tachycardie;
  • Hoofdpijn;
  • Slaperigheid;
  • Gevoel van zwakte.
23
Q

Werkingsmechanisme bètablokkers

A
  1. Verlaging van de hartfrequentie (negatief chronotoop effect)
  2. Vermindering van de contractiliteit (negatief inotroop effect)
  3. Verlaging van de bloeddruk (antihypertensief effect)
  4. Preventie van tachycardie