anatomie bewegingsapparaat Flashcards
extremiteiten
ledematen (armen en benen)
schoudergordel
clavicula, scapula, (sternum)
bekkengordel
os coxae (ilium, ischium en pubis)
Proximaal segment bovenste extremiteiten
humerus
proximaal segment onderste extremiteiten
femur
intermediaire segmenten bovenste extremiteit
radius en ulna
intermediaire segmenten onderste extremiteit
tibia en fibula
distaal segmenten bovenste extremiteit
3 carpalia
4 carpalia
5 metacarpalia
5 falangen
distale segmenten onderste extremiteit
talus, calcaneus, os naviculare
4 tarsalia
5 metatarsalia
5 falangen
somieten (2 delen)
dermamyotoon en sclerotoom
dermamyotoom
dermatoom: dermis
myotoom: spieren
epaxiale spieren
Spieren die zich (uit myotoom) ontwikkelen in de richting van de rug en liggen boven (epi) de as
hypaxiale spieren
Spieren die onder de as liggen
Spieren in de extremiteiten
zenuwen die de spieren innerveren
motorische zenuwen
ligging motorische neuronen
ventrale zijde ruggenmerg
Hoe treden motorische neuronen uit het ruggenmerg?
ventrale radices
Hoe bereikt sensorische informatie het CZS?
Dorsale radices
Neurale buis
Wordt CZS
sclerotoom
wordt axiaal skelet
Neurale lijst
wordt perifeer zenuwstelsel
Spinale zenuw
Dorsale (sensibele) en ventrale (motorische) radices
Rami
takken (na passeren spinale zenuw)
Hoeveel cervicale wervels
7
Hoeveel cervicale zenuwen
8
Innervatie van de huid gebeurt door…
dermatomen
somatotopie
Innerventie van de huid volgt de relatie van de volorde van de somieten
been heeft rotatie doorgemaakt in de evolutie:
Ventraal = oorspronkelijk mediaal
Dorsaal = oorspronkelijk lateraal
Innervatie myotomen
- minder duidelijk somatotopisch georiënteerd
- spieren samengesteld uit meerdere somieten
- Somieten kleven tijdens de ontwikkeling aan elkaar en vormen een gezamenlijke spier
- spieren kunnen innervatie krijgen van 2 verschillende ruggenmerg zenuwen
Bi- en polyarticulaire spieren
spieren over 2 of meer gewrichten