Anatomie Flashcards

1
Q

Iemand springt van een stoel op de grond. Welke spiergroepen rondom de enkel zal op het moment van landing het meeste kracht moeten leveren? (3 stuks)

A
  1. kuitspieren
  2. Plantairflexoren
  3. triceps surae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 spieren hebben hun insertie op de pes anserinus superficialis?

A
  1. m. sartorius
  2. m. gracilis
  3. m. semitendinosus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de hoofdfunctie van de m. gemellus superior?

A

exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De m. tibialis posterior, de m. flexor digitorum longus en de m. flexor hallucis longus hebben een gemeenschappelijke bewegingsfunctie van het enkelgewricht. Noem de gemeenschappelijke bewegingen.

A
  1. plantairflexie

2. inversie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Petra ligt gestrekt op haar rug en laat haar benen zakken vanaf 90 graden naar vlak boven de grond. Wat is de functie van de m. rectus abdominis hier?

A
  1. voorkomen van anteversie

2. rug op de grond houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Training van elke twee spiergroepen zou kunnen leiden tot een verminderde Q-hoek?

A

heupabductoren en exorotatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de origo van de m. semimembranosus?

A

Tuber ischiadicum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een afwijkende Q-hoek kan zorgen voor klachten in het bewegingsapparaat. Vul in: de Q-hoek wordt als afwijkend beoordeeeld als deze groter is dan …. graden

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke positie in de enkel/voet kan in de standfase van hardlopen leiden tot een vergrote Q-hoek?

A

eversie/pronatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

M. Osgood Schlatter is een aandoening van de knie. Welk advies met betrekking tot belasting geven fysiotherapeuten aan met patienten met m. Osgood Schlatter?

A

Relatieve rust, op geleide van pijn bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door welke zenuw wordt de m. rectus femoris geinnerveerd?

A

n. femoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De tussenwervelschijven krijgen bij het tillen regelmatig hoge compressiekrachten te verwerken. Van welke 3 factoren is de mate van compressiekracht afhankelijk?

A
  1. positie romp
  2. afstand tillen last tot draaipunt
  3. stand van de kniegewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De dame op de afbeelding laat langzaam haar benen zakken. Welke spier is verzwakt als haar rug tijdens deze beweging van de grond komt?

A

m. rectus abdominis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Training van welke 2 spiergroepen zou kunnen leiden tot een verminderde Q-hoek

A

heupabductoren en exorotatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke zenuw innerveert de m. gracilis?

A

n. obturatorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke beweging maakt het bekken bij aanspanning van de m. rectus abdominis bij een gefixeerde romp?

A

retroversie

17
Q

Wat zijn de 2 functies van de m. tibialis posterior?

A

plantairflexie

inversie

18
Q

Hollowing is een core stability oefening waarbij de patient in ruglig bewust zijn navel richting zijn rug moet trekken. In welke leerfase van Fitts en Posner van motorisch leren plaats je deze oefening?

A

Cognitieve fase.

19
Q

Welke twee bewegingen van de rom vinden er plaats bij eenzijdige aanspanning van de m. obliquus abdominus internus?

A

lateroflexie en hetero/contralaterale rotatie

20
Q

In welk anatomisch vlak wordt de Q-hoek gemeten?

A

frontale vlak

21
Q

Het motorische leren tijdens rompstabiliteitstraining heeft verschillende fases. In welke fase van het motorische leren owrdt de “imbalanced squat als oefening gebruikt?

A

Associatieve fase

22
Q

Bij het iliotibiale bandsyndroom is er discussie welk weefsel ingeklemd raakt onder de iliotibiale band. Wat is meest waarschijnlijk het weefsel dat ingeklemd raakt?

A

Rijk geinnerveerd vetweefsel

23
Q

Bij patienten met lage rugklachten ontbreekt vaak een bepaald mechanisme voor aansturing van de rompspieren. Hoe wordt het neurale mechanisme genoemd waarbij spieren al voorafgaande aan een beweging anticiperen op wat gaat komen?

A

Feedforward mechanisme

24
Q

Wat is de insertie van de m. gluteus medius

A

Trochanter major

25
Q

Bij het trainen van de core stability van de lage rug zijn drie verschillende stappen van spieractivatie te onderscheiden. Vul in: het diafragmaal ademen wordt toegepast in…….

A

muscle recruitment

26
Q

In het motorische leren tijdens rompstabiliteitstraining herkennen we verschillende fases. In welke fase van het motorische leren hoort het aanleren van het aanspannen van de transversus abdominis?

A

Cognitieve fase

27
Q

Bij de conservatieve behandeling van het patellofemorale pijnsyndroom is trainen van grondmotorische eigenschappen aantoonbaar effectief. Welke twee grondmotorische eigenschappen zijn dit?

A
  1. Kracht

2. Stabiliteit