Anatomie Flashcards
Strotklepje =
epiglotis
12-vingerige darm =
duodeum
sluitspier van de endeldarm =
canalis analis
kronkeldarm =
ileum
nuchtere darm =
jejenum
maag =
gaster/ventriculis
keelholte =
cavitas pharynx
tong = 2
glossa of lingua
bovenlip/onderlip =
labia
hard gehemelte =
palatum durum
zacht gehemelte =
palatum molle
kies =
malare
keelamandel =
tonsilla palatina
onderkaak =
mandibula
ondertongspeekselklier =
glandula sublingualis
onderkaakspeekselklier =
glandula submandibula
boog van de lichaamsslagader =
arcus aorta
longader =
vena pulmonalis
spierlaag =
tunica muscularis
bindweefsellaag 2 =
tunica serosa
onderste deel vd maag =
antrum
maaguitgang =
pais pylorica
maagmond =
cardia
maagpoort =
pylorus
galbuis =
ductus choldorus
pancreasbuis =
ductus pancreaticus
pancreaskop =
caput pancreaticus
pancreaslichaam =
corpus pancreaticus
pancreasstaart =
cauda pancreaticus
pancreasbuis =
ductus pancreaticus
leverslagader =
arteria hepatica
poortader =
vena portae
gemeenschappelijke leverbuis =
ductus hepaticus communis
galblaasbuis =
ductus cysticus