anatomie Flashcards
regional approach
Iedere regio van het lichaam wordt bekeken, en alle aspecten en onderdelen worden daarin meegenomen
systemic approach
Ieder systeem van het lichaam wordt individueel van elkaar bestudeerd. Dit gebeurd door het hele lichaam heen.
The anatomical position
standaard positie waarin een persoon moet staan. Neutrale houding met open handen, duimen naar buiten wijzend
Coronal planes
loopt verticaal over het lichaam heen, en verdeeld het lichaam in interieur en posterieur
sagittal planes
loopt ook verticaal en verdeeld het lichaam in links en rechts. precies in het midden wordt het ook wel media sagittal planes genoemd
transverse planes
loopt horizontaal, en verdeelt het lichaam in een boven en onderkant/ superior en inferior
anterior/ ventraal
voorzijde van het lichaam, het ligt voor een ander element
posterior/ dorsal
aan de achterzijde van het lichaam, achter een ander element
Medial
richting de medial sagittal planes gelegen, aan de binnenzijde
lateral
aan de buitenzijde van het lichaam, verder bij de medial sagittal planes vandaan
superior
boven iets anders gelegen
inferior
onder een ander element gelegen, verder naar beneden
Proximal
dichterbij de romp gelegen
distal
verder van de romp gelegen
superficial
meer naar het oppervlakte van het lichaam gelegen, de huid is meest superficial
deep
verder het lichaam in gelegen, organen liggen altijd relatief deep
axial skeleton
botten van de schedel (cranium) vertebral column (ruggengraat), ribs, sternum(borstbeen)
appendicular skeleton
botten van de bovenste en onderste extremiteiten, inclusief het sleutelbeen
Cartilage (kraakbeen)
avasculaire (niet doorbloede) vorm van bindweefsel. bestaat uit extracellulaire vezels
functies van het kraakbeen (cartilage)
- ondersteuning van het zachte weefsel
- vormt glad oppervlakte in gewrichten / vormt glijoppervlakte
- maakt groei in de lange botten mogelijk
hyaline cartilage
meest voorkomende kraakbeen.
bevindt zich op het oppervlakte van de botten binnen een gewricht
gemiddelde hoeveelheid collagen vezels
de drie soorten cartilages (kraakbeen)
- Hyaline
- elastic
- fibrocartilage
bot
gecalcificeerd levend bindweefsel. Bestaat uit collages vezels met daartussenin verschillende soorten cellen
functies van het bot
- ondersteuning van het lichaam
- Bescherming van de vitale organen
- Reservoir van calcium en forfor
- hefboom voor spierbewegingen
- Bevat bloed producerende cellen
Compact/trabecular bone
Dicht bot, vormt de buitenste laag van alle botten in het lichaam
spongy/ cancellous bone
Minder compact bot, bevat gaatjes waarin het beenmerg zich bevindt
Tubular bone
lange botten bijv. femur
cuboidal bone
korte botten zoals de pols en enkel
plat bot/ flat bone
bestaat uit twee platen tubular bone met daartussen cancellous bone
irregular bones
botten met variërende vormen denk aan schedel etc
sesamoid bones
ronde/ovale botten die in pezen ontstaan
synovial joints
gewrichten waarbij skeletale onderdeel van elkaar gescheiden zijn door een nauwe holte
solide joints
er is geen ruimte tussen de gewrichten, skeletale elementen worden bij elkaar gehouden door bindweefsel
articulaire aftakkingen
aftakkingen van bloedvaten en zenuwen naar de gewrichten toe
joint capsule (gewrichtskapsel)
dit is opgebouwd uit synovial membrane aan de binnenzijde en fibrous membrane aan de buitenzijde. Het bevindt zich rondom een synovial joint
synovial membrane
zit bevestigd aan de randen van het gewrichtsoppervlakte, aan de botten. Het is vasculair en produceert synovial fluid
fibrous membrane
zorgt voornamelijk voor stabilisatie binnen het gewricht.
articular discs (articular discs)
bevinden zich binnen het gewrichtskapsel, zorgen voor het opvangen van compressiekrachten. kunnen zich aanpassen aan contourveranderingen en vergroten de bewegingsmogelijkheden
plane joints
glijdende bewegingen van twee botten. Voorbeeld van gewricht is het acromioclaviculaire gewricht ( sleutelbeen & schouderbotje)
Hinge joints
maakt beweging in een vlak mogelijk, in transversale richting, zorgt zo voor de flexie en extensie. Voorbeeld van een gewricht is het ellebooggewricht.
pivot joints
beweging in een vlak, dit vlak loopt verticaal door het lichaam (beweging van links-rechts) en er is een rotatie om een as mogelijk voorbeeld van gewricht is het Atlanta-axiaal gewricht (gewricht bovenin de nek, waar het hoofd begint)
Bicondylar joint
Beweging binnen een as, en gelimiteerde beweging om een tweede as. Voorbeeld van gewricht is het kniegewricht.
condylar/ellipsoid joints
maakt beweging rond twee assen die een rechte hoek met elkaar vormen mogelijk Mogelijke bewegingen zijn: flexie, extensie, obductie, addictie, gelimiteerde circumductie. voorbeeld van gewricht is het polsgewricht.
Saddle joints
maakt beweging om twee assen die een rechte hoek met elkaar vormen mogelijk. Articulaire oppervlakte hebben de vorm van een zadel.
mogelijke bewegingen: flexie, extensie, adductie, abductie, gelimiteerde circumductie. Voorbeeld van gewricht is het duimgewricht
ball and socket joints
maakt beweging in om meerde assen mogelijk. Mogelijke bewegingen zijn flexie, extensie, obductie,adductie, circumductie, rotatie Voorbeeld van een gewricht is het heupgewricht
solid joints (solide gewrichten)
twee skeletale elementen zitten aan elkaar vast doormiddel van fibreus bindweefsel of kraakbeen, beide kunnen in verschillende groepen onderverdeeld worden. Deze soort gewrichten zijn minder bewegelijk.
Sutures (Fibreus gewricht)
bevinden zich enkel in de schedel. Verbinden twee bot delen doormiddel van bindweefsel
gomphoses (bindweefsel gewricht)
bevinden zich enkel in de mond, waar ze de tanden verbinden aan het bot (kaak)
Syndesmoses (bindweefsel gewricht)
verbind twee aangrenzende botten doormiddel van een ligament. Voorbeeld hiervan is het ligamentum flavum, dit ligament verbind de wervels aan de dorsale/posterieure zijde
Synchondroses (kraakbeen gewricht)
binnen het bot waar twee ossificatie centra van elkaar gescheiden worden doormiddel van kraakbeen. Een voorbeeld hiervan is de groeischijf in de Femur (bovenbeen)
symphyses (kraakbeen gewricht)
bevindt zich waar twee botten doormiddel van kraakbeen verbonden zijn. Deze gewrichten komen voornamelijk voor in het midden van het heupgewricht en vormen de intervertebrale kraakbeenschijven (tussenwervels)
Skin (huid)
skin/huid bestaat uit twee delen:
1. Epidermis: vormt de buitenste laag, en is avasculair
2. Dermis: vasculaire laag bindweefsel
de functies van de huid zijn:
mechanische barrière, permeabiliteitsbarrière, sensorisch (gevoelig) en thermoregulatoir (warmte)
Fascia
bindweefsel, dat kan variëren in hoeveelheid vet.
Verbind, scheidt en ondersteund organen en structuren, en maakt beweging tussen structuren mogelijk
superficial (subcutaneous) fascia
is verbonden aan het dermis, bestaat uit losmazig weefsel met een groter vetgehalte. maakt bewegelijkheid van de huid over de structuren mogelijk en zorgt ervoor dat dieper gelegen bloedvaten en zenuwen naar de huis kunnen lopen.
deep fascia
dit zit verbonden aan het superficiale fascia. Het bestaat uit dicht bindweefsel en vormt een fibreuze laag over de meeste diepere structuren
intermusculaire septa
een laag fascia dat zich om spieren naar binnen toe vouwt, hierdoor worden spiergroepen per compartiment verdeeld
investing fascie
naar binnen toe gevouwen fascia dat een individuele spier, bloedvaten of zenuwen omvat
retinacula
verdikking van het fascia rondom een gewricht
extraperitoneale fascie
deze fascia bevindt zich tussen het diepe fascia van de buikspieren en het membraan dat de buikholte omgeeft.
endothoracale fascie
dit is eigenlijk hetzelfde als extraperitoneale fascie maar dan in de thorax
skelet spierweefsel
het bestaat uit bundels van lange multinuleaire vezels met dwarsstrepen. Is in staat om krachtige contracties te vormen. is geënerveerd door somatische zenuwen en motorneuronen.
myocardium (hartspierweefsel)
spierweefsel dat enkel binnen het hart en grote bloedvaten voorkomt. bestaat uit gestreept weefsel, en vormt een netwerk van individuele cellen die elektrisch gelinkt zijn en als een geheel samenwerken, en is geënerveerd door viscerale motor zenuwen. Minder krachtige contracties dan het skeletspierweefsel.
Gladspierweefsel
Bevat geen strepen, en bestaat uit spoelvormige spiervezels
Is in staat om langzame constante contracties te maken. Het wordt geënerveerd door viscerale motor zenuwen.
onderdelen van de quadricepsfemoris
- Vastus medialis
- vastus intermedius
- Vastus lateralis
- rectus femoris
Patellar ligament
is het verlengde deel van de quadriceps femoris, en bevindt zich onder de patella. superieur is het verbonden aan de patella en inferieur is het verbonden aan tibial puberosity.
menisci
iedere knie bevat er 2, ze bestaan uit fibreus kraakbeen en hebben een c-vorm. Beide zijn verbonden doormiddel van facetten aan het intercondylaire gedeelte van het tibiaplateau.
infrapatellar fat pad .
vet binnen het knie gewricht. scheidt het patellar ligament en het synoviale membraan van elkaar aan de anterieure zijde.
alar fold
vouwing van het synovial membraan bevindt zich aan de laterale en mediale zijde van the fat pad (vetkussentje)
infrapatellar synovial fold
scherpe vouwing van het synoviale membraan, dat het onderste deel van het vetkussentje/fat pad bedekt.
subpopliteal recess/Recessus subpoplitealis
De kleinste uitstulping van het synovial membraan in het kniegewricht. ligt tussen laterale meniscus en de pees van de m. popliteus
Recessus suprapatellar bursa
grote bursa, hierdoor ontstaat er een recessen tussen de femur en de pees van de quadriceps. m. articularis trekt bursa weg tijdens extensie van de knie
belangrijkste ligamenten kniegewricht
- patellaire ligament
- tibale collaterale ligament
- Het fibulaire collaterale ligament
- Het anterieure kruisligament
- Het posterieure kruisligament