Anamnese Flashcards

1
Q

Beschrijf globaal de volgorde van de anamnese

A
  • voorstellen, wat je gaat doen
  • vragen volledige naam en geboortedatum
  • klacht uitvragen: ALECOBO
  • hulpvraag: drie dimensies
  • samenvatting
  • contextinformatie uitvragen: FAMIFASA
  • hypothese toetsende / DD vragen
  • afsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de dimensies van de hoofdklacht

A

A: Aard
L: Lokalisatie (+ uitstraling)
E: Ernst (direct of indirect bepaald)
C: Chronologie
O: Ontstaan
B: Beïnvloeding
O: Overige klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de dimensies van de hulpvraag?

A

opvatting
beleving
verwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de facetten van de contextinformatie?

A

FAMIFASA
- biografische gegevens
- familieanamnese
- medische voorgeschiedenis
- huidige gezondheidstoestand
- medicijngebruik
- leefstijl
- psychosociaal functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt uitgevraagd bij biografische gegevens?

A

(- leeftijd en geslacht)
- gezinssituatie (gehuwd, samenwonend, kinderen)
- werk en/of dagelijkse bezigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt uitgevraagd bij de familieanamnese?

A

familiaire aandoeningen (wie, welke leeftijd, eerstegraads familie?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt uitgevraagd bij de medische voorgeschiedenis?

A
  • medische ingrepen, opnames
  • ziektes, (langdurig) medicijngebruik in het verleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt uitgevraagd bij de huidige gezondheidstoestand?

A
  • bij iemand onder behandeling
  • allergie (medicatie, voedingsmiddelen, andere stoffen –> wat voor reactie?)
  • recent verblijf buitenland (intensief contact lokale bevolking, vaccinatie status)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt uitgevraagd bij medicijngebruik?

A

‘gebruikt u’
- naam
- dosering
- indicatie
- voorschrijver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt uitgevraagd bij leefstijl?

A
  • alcohol, roken, drugs, (cafeïne)
  • beroepsintoxicaties
  • dieet (alcoholici, over/ondergewicht), gezonde voeding
  • bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt uitgevraagd bij psychosociaal functioneren?

A
  • problemen, algemeen welbevinden
    (steun familie/netwerk in geval van ziekte/problemen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende algemene klachten?

A
  • koorts
  • gewichtsverandering
  • gevoel ziek zijn, vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus circulatorius?

A
  • POB, uitstraling
  • kortademig bij inspanning of platliggen
  • enkeloedeem
  • hartkloppingen
  • pijn in benen bij het lopen
  • bloeddruk bekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus respiratorius?

A
  • hoesten (slijmproductie)
  • kortademigheid
  • hoorbare ademhaling
  • bloed ophoesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus digestivus?

A
  • slikklachten
  • passagestoornissen
  • zuurbranden, opboeren
  • buikpijn
  • misselijkheid, overgeven
  • geelzucht
  • ontlasting: frequentie, aspect, kleur, bijmenging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus urogenitalis?

A
  • pijn/branderigheid bij het plassen
  • bloed bij urine
  • moeite uit te plassen
  • incontinentie
  • menstruatiepatroon, klachten bij menstruatie
  • onderbuikspijn
  • afscheiding
  • zwangerschappen, bevallingen
17
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus cerebrospinalis?

A
  • geheugen
  • persoonlijkheid verandering
  • zien, gehoor, evenwicht, duizeligheid
  • hoofdpijn
  • klachten bij lopen of het gebruik van de armen (kracht, gevoel)
18
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de endocrinologische tractus?

A
  • meer dorst, meer plassen
  • warmte of koude intolerantie
  • gejaagdheid, traagheid
19
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de tractus locomotorius?

A
  • spieren en gewrichten
  • trauma’s
20
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de bloed, bloedvormende organen en lymfevatstelsel?

A
  • blauwe plekken
  • makkelijk bloeden
  • vergrote lymfeklieren
21
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de huid- en slijmvliezen

A
  • huiduitslag en/of jeuk
  • huidskleur
  • haaruitval
22
Q

Wat zijn voorbeelden van tractusvragen betreffende de psychische en psychiatrische aandoeningen?

A
  • psychisch welbevinden
  • stemming (somberheid)
  • angsten, gespannen gevoel
  • wanen, hallucinaties
  • slapen