Analyseren van rechtlijnige bewegingen (T8) Flashcards

1
Q

tijd (symbool)

A

t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

t (grootheid)

A

tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lengte (symbool)

A

L (kleine letter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

L (grootheid)

A

lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

seconde (symbool)

A

s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

s (SI-eenheid)

A

seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meter (symbool)

A

m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m (SI-eenheid)

A

meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

als een lichaam zich verplaatst ten opzichte van een vast punt,…

A

dan verandert de positie (x) van het lichaam en het tijdstip (t)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verplaatsing

A

volgens een rechte lijn en is het verschil tussen de eindpositie en de beginpositie (eind-begin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verplaatsing (symbool + SI-eenheid)

A

(delta)x en meter (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de verplaatsing is positief als…

A

de beweging gebeurt volgens dezelfde zin als die van de x-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de verplaatsing is negatief als…

A

de beweging gebeurt in de tegengestelde zin als die van de x-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afgelegde weg

A

totale afstand die een lichaam aflegt tussen twee tijdstippen. De afgelegde weg is altijd positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tijdsverloop

A

het verschil tussen het eindtijdstip en het begintijdstip (eind-begin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tijdsverloop (symbool + SI-eenheid)

A

(delta)t en seconde (s)

17
Q

snelheid

A

de verplaatsing van een lichaam per tijdseenheid

18
Q

snelheid (symbool + SI-eenheid)

A

v en meter per seconde (m/s)

19
Q

omzetten van m/s naar km/h en omgekeerd

A

m/s –> km/h: . 3,6
km/h –> m/s; : 3,6

20
Q

gemiddelde snelheid ( + symbool)

A

de snelheid van een lichaam in een bepaald tijdsverloop (vg (g kleiner en onder v))

21
Q

ogenblikkelijke snelheid ( + symbool)

A

de snelheid van een lichaam op één bepaald tijstip (v)

22
Q

eenparig rechtlijnige beweging ( + afkorting)

A

beweegt het lichaam met een constante gemiddelde snelheid volgens een rechte baan (ERB)

23
Q

de gemiddelde snelheid vg is de contante verhouding tussen…

A

de verplaatsing en het tijdsverloop en bereken je met het differentiequotiënt (delta)x/(delta)t

24
Q

formule + SI-eenheid gemiddelde snelheid

A

vg= (delta)x/(delta)t en meter per seconde (m/s)

25
Q

eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging ( + afkorting)

A

(EVRB) een rechtlijnige beweging met een veranderlijke snelheid en met een constante gemiddelde versnelling ag (g kleiner en onder a)

26
Q

gemiddelde versnelling ag

A

de verhouding tussen de constante snelheidsverandering en het tijdsverloop en bereken je met het differentiequotiënt (delta)v/(delta)t

27
Q

formule en SI-eenheid gemiddelde versnelling

A

ag = (delta)v/(delta)t en met per seconde in het kwadraat (m/s²)

28
Q

eenparig versnelde rechtlijnige bewegin

A

neemt de snelheid per tijdsverloop met een vaste waarde toe. De gemiddelde versnelling ag is positief