Allergenen Flashcards
1
Q
Meest voorkomende allergieën
A
- ei
- gluten
- lupine
- melk
- mosterd
- noten
- pinda
- schaaldieren
- selderij
- vis
- soja
- sesam
- weekdieren
- zwaveldioxide
2
Q
Koemelk
A
- Weiproteïne: beta-lactoglobuline, alfa-lactalbumine
- Caseïne
3
Q
Ei-eiwitallergie
A
- Ovomucoid = dominerend allergeen = thermoresistent (verhitten helpt niet)
- Ovalbumine = thermolabiel (na verhitten is consumptie OK)
4
Q
Tarwe
A
- Allergie op verschillende eiwitfracties mogelijk: albumines, globulines, gliadines, glutenines
5
Q
Visallergie
A
- Allergeen = parvalbumine = thermoresistent
6
Q
Schaaldierallergie
A
tropomyosine
7
Q
Schelpdier/weekdierallergie
A
tropomyosine
8
Q
Pinda-allergie
A
arachin en conarachin
9
Q
Mosterd
A
mosterzaad