Algemeen Flashcards

1
Q

Waardoor is de evenwicht van weefsel verstoord in tumorcellen?

A

Zij prolifereren sneller dan dat ze in apoptose gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een maligne en benigne tumor?

A

Een maligne tumor zal de basaalmembraan van het weefsel doorbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar leidt het het losbreken van tumor cellen uit hun omgeving naar?

A

Hematogene en lymfogene versprieding en metastasering (uitzaaiing) naar andere plekken in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste mutatie bij kanker?

A

Het wegvallen van het regulatiemechanisme van celdeling of apoptose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is knudson’s two-hit hypothesis?

A

Dat er bij kanker altijd minstens twee (proto)oncogenen of tumorsuppressorgenen betrokken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgt een mutatie in een proto-oncogen voor?

A

Het zorgt voor een actiever oncogen , dat de cel stimuleert om te prolifereren of apoptose inhibeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zorgt een mutatie in een tumorsuppressorgen voor?

A

Het zorgt voor het wegvallen van de inhibitie van de celdeling of een stimulans op de apoptose weg, waardoor een cel ongeremd kan delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een proto-oncogen?

A

Zorgt voor PROmotie van de celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet een tumorsuppressorgen?

A

Zorgt voor SUPPRESSIE van de ongeremde celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly