Algemeen Flashcards

1
Q

Johannes 3:16

A

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spreuken 21:9

A

Het is beter om te wonen op een hoek van een dak, dan in een gemeenschappelijk huis met een twistzieke vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Galaten 3:26

A

Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Galaten 3:27

A

Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt u zich met Christus bekleed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Galaten 3:28

A

Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mattheüs 5:14, 15

A

[14] U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. [15] En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op een standaard, en hij schijnt voor allen die in huis zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mattheüs 5:16

A

Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lukas 15:24

A

Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mattheüs 6:9

A

Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mattheüs 6:10

A

Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mattheüs 6:11

A

Geef ons heden ons dagelijks brood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mattheüs 6:12

A

En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mattheüs 6:13

A

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht van de heerlijkheid, tot in de eeuwigheid. Amen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mattheüs 6:14,15

A

Want als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven. [15] Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal u Vader uw overtredingen ook niet vergeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1 Korinthe 1:13

A

Is Christus verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of bent u in naam van Paulus gedoopt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lukas 12:15

A

En Hij zei tegen hen: kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit.