Ak Vragen Voor Mijzelf Flashcards

1
Q

Hoeveel keer is Nederland groter?

A

170 keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ligt het Amazonegebied?

A

In Zuid-Amerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarnaar is het Amazonegebied vernoemd?

A

De rivier de Amazone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ontspringt het Amazone gebied?

A

In het Andesgebergte in Peru

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel mondt de rivier uit in Brazilië uit de zee?

A

6.525 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit ontstaat het Tropisch regenwoud?

A

Uit dichte, ondoordringbare bossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar liggen de bossen of te wel tropen?

A

Dicht bij de evenaar, tussen 23,5 N.B. en 23,5 Z.B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe warm is het in de tropen overdag en ‘s nachts?

A

30 graden ‘s middags en ‘s avonds een pasr graden minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel mm per jaar regen valt er in het tropische regenwoud?

A

Gemiddeld meer dan 2.000 mm per jaar ( De bilt: 800 mm )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom de naam regenwouden?

A

Omdat er elke dag wel een stevige regenbui valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door wat wordt het Braziliaanse regenwoud bedreigd.

A

Door ontbossing ( kappen van het bos )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarmee heeft droogte vaak te maken?

A

Stijgingsregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurd er met lucht die daalt?

A

Dat warmt op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan warme lucht meer bevatten dan kouden?

A

Waterdamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat lost op? En wat gebeurd er dan?

A

De bewolking lost op, de zon gaat schijnen en het is droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar liggen veel woestijnen? En hoe?

A

Ten noorden en ten zuiden van de tropen. Door de stijgingsregen gaan richting het noorden en zuiden en daalt dan weer.

17
Q

Wat gebeurd er ten noorden en ten zuiden van de woestijnen?

A

De lucht die in de tropen is gestegen daalt dan weer in de woestijnen

18
Q

Waar daalt de lucht?

A

Ergens tussen 20 en 40 graden N.B. en Z.B.

19
Q

Waardoor is het droog in de woestijnen?

A

Door de dalende lucht, die is droog en daalt in een gebied. Omdat het zo droog is is er bijna geen neerslag en dus ook geen bomen.

20
Q

Waar valt veel regen in Australië?

A

In het noordelijke en oostelijke kustgebied valt veel regen. Zo’n 1.000 tot 2.000 mm per jaar

21
Q

Hoeveel regen valt er in het binnenland van Australië?

A

Op veel plekken minder dan 250 mm neerslag per jaar

22
Q

Welk deel van Australië ligt in de tropen?

A

Het noordelijkste deel.

23
Q

Hoe warm is het in de tropen in Australië? En hoevaak regent het

A

Het is er warm en vochtig. Het regent vooral in de maanden november tot en met april.Dat is de regentijd.

24
Q

Het grootste deel van het land hoort tot de droogste gebieden op aarde. Hoeveel neerslag valt er per jaar?

A

Minder dan 500 mm

25
Q

Wat is een outback?

A

De outback is een afgelegen gebied, ver wegvan de steden in het kustgebied

26
Q

Hoe groot zijn de afstanden van oost naar west?

A

Dat is ongeveer 4.000 km

27
Q

Hoe veel keer is het land Australië groter dan Nederland?

A

185 keer groter

28
Q

Hoeveel inwoners heeft Australië?

A

25 miljoen

29
Q

Is de bevolkinsdichtheid laag? Zo ja hoe laag?

A

Ja, de bevolkingsdichtheid is laag, namelijk ruim 3 miljoen inwoners per km2

30
Q

Hoe zit het met de bevolkinsspreiding in Australië?

A

De Australische bevolking is heel ongelijk verdeeld over het land. De meeste inwoners wonen in het kustgebied.

31
Q

Hoeveel procent woont dichtbij de kust?

A

85% van de Aussies woont 50km uit de kust. In het binnenland is het leeg en bijna onbewoond.

32
Q

Waarmee heeft de ongelijke verdeling van de bevolking mee te maken?

A

De neerslag

33
Q

Wat gebeurd er als je verder het binnen land in gaat in Australië?

A

Dan wordt het steeds droger want aan het kustgebied valt voldoende neerslag voor plantengroei.

34
Q

Wat kun je vooral zien als je meer naar het binnenland gaat in Australië?

A

Je ziet dan nog verdorde grassen, lage struiken en verspreide bomen. Het droge, bijna onbewoonde binnenland van Australië staat bekend als de outback ( wildernis ).

35
Q

Welke vier kenmerken zijn er bij het tropisch regenwoud?

A

Het is altijd warm.
Het is een heterogeen bos & de biodiversiteit is enorm.
De bomen verschillen enorm in lengte
De bomen zijn heel het jaar groen.

36
Q

Wat heeft de steppe wat zich heeft aangepast op de droogte?

A

Diepe wortels

37
Q

Hoeveel regen valt er in maanden? ( steppe )

A

Drie of vier maanden

38
Q

Hoeveel regen valt er in maanden? ( savanne )

A

Vier tot zes maanden

39
Q

Wat voor misverstanden zijn er in de woestijn?

A

Er is niet alleen maar zand maar ook grind- of rotsbodem

Het is niet altijd warm is de woestijn namelijk in de winter is het 10 graden