AFO Flashcards
wat zijn de 4 technieken die samen een compleet beeld geven van wat er gerealiseerd moet worden? in een functioneel ontwerp.
use case diagram, use case beschrijving, domeinmodel en schermontwerpen.
wat doe je met een functioneel ontwerp?
je beschrijft de functies die een product voor de gebruiker dient te vervullen. we zitten op het logisch niveau niet op het technische niveau, je zit nog boven de motorkap.
wat is een requirementsanalyse?
een traject dat leidt tot een vastgestelde set requirements (baseline).
wat is een requirement?
- een behoefte aan geautomatiseerde ondersteuning van een process of een verbetering daarin, die een belanghebbende uit de business (deels) met behulp van een systeem wil uitvoeren.
- een eis aan een systeem zoals gedrag (functioneel) of kwaliteit die het systeem moet bezitten om in een behoefte te voorzien van een belanghebbende uit de business.
wat zijn de drie verschillende typen requirements?
business requirements (waarom?), use requirements (wat?), systeem requirements (hoe?).
business requirements?
sponsor point of view, scope of the project en business objectives.
user requirements?
user point of view, user goals en user inputs en outputs.
system requirements?
functioneel (wat the system doen) en niet-functioneel (how well the system does it).
wat is een functionele requirement?
een eis dat het gedrag van een systeem weergeeft.
wat is een niet-functionele requirement?
is een kwaliteitseis waaraan het systeem moet voldoen zoals: snelheid, veiligheid, gebruiksvriendelijkheid, betrouwbaarheid.
Wat is een user story?
beschrijft de gewenste functionaliteit vanuit het oogpunt van de gebruikersrol
Wat zijn de drie onderdelen van een user story?
een kernzin, de acceptatiecriteria en de mondelinge communicatie
Waar bestaat de kernzin uit?
uit een wie, wat en waarom. De wie verwijst de gebruikersrol of type gebruiker aan. De wat verteld de gewenste functionaliteit. De waarom geeft de toegevoegde waarde aan.
Wat is een acceptatiecriteria?
Het is een soort checklist om te controleren dat wat uiteindelijk is gebouwd hetzelfde is als wat de gebruiker voor ogen had.
Waaraan moet de acceptatiecriteria voldoen?
actieve zinnen, positief geformuleerd, het moet meetbaar zijn en er moeten geen vage woorden zijn gebruikt.
Wat gebeurt tijdens de mondelinge communicatie?
De details worden besproken tussen de vertegenwoordiger en degene die de user story moet gaan realiseren.
INVEST staat voor?
Independent, negotiable, valuable, estimable, small (enough) en testable.
wat is een use case, in een use case diagram?
in een use case beschrijven we het gedrag van een systeem. we hebben het dus eigenlijk over wie met het systeem wat kan doen.
waar maak je een use case diagram voor?
je maakt een use case diagram om een overzicht te geven van de gebruikerseisen aan het systeem in termen van wat ze met dat systeem kunnen doen.
uit welke drie onderdelen bestaat een use case diagram in de basis?
het systeem en zijn grenzen, de actoren die het systeem benaderen en de (primaire) use cases binnen het systeem.
wat zijn actoren in een use case diagram?
degene die het systeem gebruiken.
wat is een secundaire actor?
een andere actor of ander systeem waarvan je in sommige gevallen een directe reactie nodig hebt voor het uitvoeren van een use case.
wanneer gebruik je overerving in een use case diagram?
wanneer het voorkomt dat actoren min of meer hetzelfde kunnen doen binnen een systeem.
hoe geef je een overerving pijl weer, in een use case diagram?
je hebt een actor aan de basis van de pijl, die kan alles in het systeem doen, wat de actor aan de punt van de pijl ook kan doen.(dus het gaat eigenlijk tegen pijl richting in).