Aflevering 4 - Begroetingen 2 Flashcards
1
Q
Ontmoeten
A
2
Q
Wil - willen
A
3
Q
Graag willen
A
4
Q
Alstublieft (versie 1: vragen)
A
5
Q
Drinken - wat wil je drinken?
A
6
Q
Suiker
A
7
Q
Koffiemelk
A
8
Q
Cappuccino
A
9
Q
Alstublieft (versie 2: geven)
A
10
Q
Prettige dag
A